Het eten van de resto is goedkoop en toegankelijk. Maar is het ook lekker? Het restopersoneel fileert misschien de vis, maar wij fileren het hele restomenu. Deze keer: de veggie stoverij.
De smaak van de stoverijsaus is, naast erg zout, zeer gelijkaardig aan die van grootmoeders beste. Het bier en de mosterd smaken lichtjes door, maar overheersen niet, net zoals het hoort. Het 'vlees' zelf dan, kent in de verste verte geen gelijkenis met stoofvlees. Verwacht veggie, geen stoverij.
Bij de patatjes is een vreemde balans op te maken: de textuur van de aardappelen benaderde de perfectie, maar de smaak was vermist. Bij de eerste hap was er meteen de reactie 'amai, dit had wat zout kunnen gebruiken'. Wanneer je de patatjes dan plet en die dan in de romige stoofvleessaus kan dompen, begrijp je de complementariteit. Yin en Yang. Aardappel en stoofvleessaus.
Als complementaire groenten probeerden we twee varianten uit. De romanesco is niet de moeite waard: overgaar en overdadig met boter overgoten om dat te maskeren. De gegrilde groentjes vallen daarentegen beter in de smaak. Een gevarieerde mix van gegrilde wintergroentjes, waarbij vooral de zoete paprika doorsmaakt. Hoewel de zoete smaak zeker kon bekoren, compenseerde dat niet het gebrek aan andere kruiden. Men kan zich de vraag stellen welke angst sommige mensen hebben voor een pepermolen.
Reactie toevoegen