Ergens in Vlaanderen, woont de Gentse student.
Een lieflijk volkje, zoals je ze kent.
Ze houden van kerst en vieren graag feest.
Zelfs alcoholisme houdt hen niet bedeesd.
Maar hoog op de berg, in een witte toren,
woont de rector, omringd door al dat ivoren.
Een oude knorrepot, wil kerst niet redden.
Het is voor corona, daar wil ik om wedden.
Of zijn hart is te klein, een maatje of twee.
Niet moeilijk te snappen, je bent vast al mee.
Toen kwam daar de tsjeef, met zijn vreemde naam.
Hij wou Kerstmis redden, zonder veel schaam.
De rector werd kwaad, en plaatste een tweet.
'We gaan kerst niet redden', zei iedereens feed.
'Stopt daar het verhaal?' denkt u al snel.
Het antwoord is nee, het was een heel spel.
De rector zag hen al komen, die feestvierende jeugd.
Ze zullen kerst vieren, met hun leute en vreugd.
Dat moeten we stoppen, sprak hij vol toorn.
Die dekselse jeugd, in zijn oog een doorn.
Mieke tracht hem te kalmeren, zonder veel baat.
Zijn furie nu temmen? Daarvoor is hij te kwaad!
Die avond bij kaarslicht, bedenkt hij een plan.
De kerstvreugde stelen, daarvoor is hij de man.
Aan snoodheid geen schaarste, het wordt niet betwist.
Een jaar zonder Kerstmis, dat wordt niet gemist.
De nacht van kerstavond, de rector staat klaar.
Een rode muts op zijn schedel, zijn zak weegt heel zwaar.
Nu is hij de Kerstman, maar geven doet hij niet.
Nemen veel liever, hij pakt al wat hij ziet.
Lichtjes van muren, ballen uit de boom.
De pakjes uit de sokken, diefstal zonder schroom.
Zonder versiering of pakjes is er geen Kerst.
Nu is alle blijheid uit het seizoen geperst.
Dit was het verhaal van de rectors venijn.
Door hem zal dit feest nooit hetzelfde zijn.
Hier geen happy ending, geen vrolijk verhaal.
Daarvoor is dit versje al wat te banaal.
Reactie toevoegen