Als je enkel onderzoek doet met mannen, kan je dan wel iets zeggen over vrouwen? Een gigantische genderbias zorgt voor een minder kwalitatieve zorg voor vrouwen.
Aristoteles als katalysator
Het vertrekpunt van onderzoek is vaak de man. Dat zaadje werd al een tijd geleden geplant. Het scheppingsverhaal in het Oude Testament beaamt het idee dat een vrouw eerder bijkomstig is. Ook de filosoof Aristoteles was pionier in zijn theoretische uitlatingen over de ondergeschiktheid van de vrouw. Hij stelde dat een vrouw een imperfecte versie van een man is, zowel fysiek als mentaal. Die notie werd overgenomen door Galenus en Hippocrates. Volgens hen delen mannen en vrouwen dezelfde geslachtsorganen, maar zijn die bij de man uitwendig aanwezig en bij de vrouw inwendig. Vanuit deze stelling verklaart Galenus dat de vrouw in een toestand van onvolledigheid verkeert.
Ook vandaag nog zorgt genderblindheid voor foute diagnoses en onvolledige medische kennis
Die drie mannen leverden belangrijke bijdragen aan de vroege geneeskunde. De bijdragen in kwestie zijn achteraf gezien achterhaald en incorrect. Hun incorrecte theorieën kunnen te wijten zijn aan het toenmalige verbod op ontledingen van het menselijk lichaam. Anderzijds stelt Tineke Melkebeek, onderzoekster aan de UGent, in haar analyse van Aristoteles dat zijn visies niet puur wetenschappelijk, maar wel duidelijk cultureel en ideologisch gemotiveerd waren. Gebrekkige middelen zijn dus niet de enige oorzaak voor de foute opvattingen.
Seksisme in gezondheidszorg
Ook vandaag nog zorgt genderblindheid voor foute diagnoses en onvolledige medische kennis. In onderzoek naar aandoeningen die iedereen treffen, worden vaak enkel mannen opgenomen. Die eenzijdige focus resulteert in een groot gebrek aan kennis over het vrouwelijk lichaam. Medische testen en behandelingen houden hierdoor onvoldoende rekening met onder andere de hormonale cyclus die zich maandelijks in een vrouwenlichaam afspeelt. Welke bijwerkingen geeft die medicatie bij vrouwen? Hoe presenteert de ziekte zich bij vrouwen? Belangrijke vragen die maar geen antwoord lijken te krijgen.
Hart- en vaatziekten zijn hier een goed voorbeeld van. De typische (mannelijke) klachten van een hartaanval, zoals pijn in de linkerarm, staan bij vrouwen minder op de voorgrond. Vage klachten als kortademigheid en moeheid zijn vaker van toepassing bij vrouwen. Die worden echter vaak toegeschreven aan stress of hormoonschommelingen, waardoor een hartaanval bij een vrouw vaak te laat ontdekt wordt.
Ook COVID-19 is een ziekte waar vrouwen anders op reageren dan mannen. Hoewel er meer mannen stierven aan COVID-19, kregen vrouwen vaker met long covid te maken, waarbij de klachten heel lang aanslepen. Niet alleen de ziekte, maar ook de vaccins worden door vrouwen anders ervaren. Zo geven ze meer ernstige bijwerkingen aan, zoals trombose.
De reden dat er nog steeds minder onderzoek wordt gedaan naar vrouwen, is onder andere de hormoonschommelingen. Veel onderzoekers zien dit als een stoorzender. Daarbovenop kunnen vrouwen zwanger raken tijdens een onderzoek en daarbij zou de foetus in gevaar kunnen komen. Het gevolg hiervan is dat zwangere vrouwen bijna geen medicatie mogen innemen.
Anticonceptie van onderdrukkende of emanciperende aard?
Als we het hebben over voortplanting en anticonceptie wordt er meestal een grotere verantwoordelijkheid gelegd bij de vrouw. Op het condoom na zijn het overgrote deel van de voorbehoedsmiddelen gericht op vrouwen, denk maar aan de pil of een spiraal. De introductie van deze hormonale anticonceptie was een fundamenteel element voor de emancipatie van vrouwen en hun seksuele vrijheid. Plots was seks iets dat niet enkel kon plaatsvinden binnen het kader van voortplanting.
De echte prijs van deze seksuele vrijheid blijft echter een gat in de medische kennis
De echte prijs van deze seksuele vrijheid blijft echter een gat in de medische kennis. Resultaten van een onderzoek door de UAntwerpen stellen dat er nog te weinig duidelijkheid is rond de bijwerkingen van hormonale anticonceptie op mentale, fysieke en seksuele gezondheid. Dit terwijl de schaal waarop hormonale anticonceptie over de toonbank gaat voor (jonge) patiënten enorm is. De vraag naar alternatieven die minder bijwerkingen hebben, klinkt steeds luider. Het koperspiraaltje is momenteel naast condooms (en de uiterst onbetrouwbare 'pull and pray'-methode) het enige voorbehoedsmiddel dat geen hormonen bevat. Maar onschuldig is dit ook niet, want dit spiraaltje heeft als bijwerking dat het vaak veel heftigere maandstonden veroorzaakt.
Streven naar inclusieve geneeskunde beperkt zich niet enkel tot een focus op biologische verschillen op basis van geslacht. Zo worden zwarte vrouwen vaak uitgesloten binnen onderzoek. Er wordt ook gepleit voor een bredere kijk die ook intersekse, transgender- en non-binaire personen meeneemt in dit verhaal.

Reactie toevoegen