Van vage coronamails tot vage bedreigingen jegens UGent-jobs. Ondanks al die middelen voor communicatiecampagnes lijkt echte transparantie en doordachte communicatie keer op keer een struikelblok voor UGent.
We keren even terug in de tijd naar maart 2020, de eerste golf. Een periode die met veel moeite nog uit het collectieve geheugen te kloppen valt. Om Covid-19 tegen te houden, moesten alle overheden, en ook UGent, maatregelen nemen. Studenten en medewerkers leefden in een zee van onzekerheid. Er was een vuurtoren van hoop nodig om duidelijkheid te brengen. En wat kregen we? De mails van de rector. Ellenlange, verwarrende en bijster vage teksten waardoor men soms nog onzekerder achterbleef.
Drie jaar later mochten de medewerkers van onze alma mater zich opnieuw aan een mailtje verwachten. Deze keer geen "goede moed en veel succes", maar een duistere voorbode. In de mail werd de ontwerp-kerntakennota 2.0 aangekondigd: de inmiddels breed besproken besparingsnota van UGent. Alhoewel de inhoud van die nota inmiddels via een lek bekend is gemaakt, moesten de ontvangers van die mail het met veel minder info doen. Ze moesten genoegen nemen met een raming van hoeveel er bespaard zal moeten worden, en de weinig geruststellende boodschap dat het (ondanks een hele alinea over hoe onzeker de situatie is) duidelijk is dat "de UGent het in de toekomst met minder mensen zal moeten doen." De onzekerheid loerde weer, en duidelijke communicatie over wat er beslist zou worden en wie er voor hun job moest vrezen bleef uit.
De vrije debatcultuur die je van een academische instelling zou verwachten lijkt ver zoek
Een gelijkaardige kritiek komt bijna semestrieel terug: de universiteit, en boegbeeld, voortrekker of zondebok rector Rik Van de Walle, maken de meest impactvolle beslissingen met zo weinig mogelijk inspraak. De eerste kerntakennota, de herziening van de maaltijdprijzen en de herziening van het bestuurscollege: een paar voorbeelden van dossiers die tijdens examenperiodes werden beslist en waar zo weinig mogelijk over werd gecommuniceerd. De vrije debatcultuur die je van een academische instelling zou verwachten lijkt ver zoek. Toen Schamper vorig academiejaar studenten vroeg naar wat ze van onze rector vonden, was communicatie dan ook de primaire oorzaak voor enige negatieve affecties.
Ook als redacteur van dit studentenblad moet ik vaststellen dat communicatie een blokkade vormt. Waar wij drie jaar geleden al dan niet succesvol bij de lieve mensen van de UGent-administratie terechtkonden met vragen, gebeurt alles tegenwoordig via de persdienst. Een universiteit heeft uiteraard recht op een mediacommunicatieplan, maar wanneer zelfs sommige stuvers enkel nog kunnen doorverwijzen naar de persdienst, lijkt er meer sprake van een universiteitsbrede omerta.
Het is op zijn minst noemenswaardig dat een universiteit die haar beperkte budget gebruikt om ieder halfjaar een nieuwe massale postercampagne op te zetten, zo faalt op vlak van communicatie en transparantie. De universiteit biedt nochtans verschillende opleidingen in de communicatiewetenschappen en -praktijk aan. Misschien kan ze eens lessen beginnen te trekken uit haar eigen curricula.
Reactie toevoegen