De Groene Kring verzamelt jonge land- en tuinbouwers in heel Vlaanderen onder een vlag. De boerenvereniging heeft ook een afdeling aan UGent. "Wij willen maatschappelijke aandacht vragen voor onze uitdagingen, maar op een constructieve manier."
Zelf is Bram Van Hecke geen boer. Als nationaal voorzitter van de Groene Kring brengt hij zijn dagen vaker door aan een bureau dan op het veld of in de stal. "Maar als het past in het weekend, help ik wel met de koeien op het landbouwbedrijf van mijn ouders melken."
Waar houdt de Groene Kring zich mee bezig?
"Het lijkt alsof we enkel betogen, maar we zijn een beweging voor jongeren met een hart voor land- en tuinbouw. Alles samen tellen we ongeveer 4.000 leden. In Gent staat ons ledenaantal dit jaar op 48. Dat zijn studenten die geïnteresseerd zijn in landbouw. Veel boeren zal je niet vinden in het centrum van Gent."
"Het stikstofplan is een stap vooruit, maar wij hadden liever een totaalaanpak gezien"
"We doen wat een jeugdhuis doet, maar dan specifiek voor jongeren in de land- en tuinbouw. Dat gaat van feesten tot bedrijfsbezoeken. Zo organiseert het lokale gewest in Brecht een fietstocht waarop ze een karretje met wat pinten langs landbouwbedrijven trekt. We voorzien heel wat opleidingen en zijn de spreekbuis voor jonge boeren. Wij overleggen met alle partijen, behalve Vlaams Belang en PVDA. Als het nodig is, voeren we ook actie."
Jonge landbouwers spelen vaak een hoofdrol in maatschappelijke discussies, vooral in het debat over stikstof. Wordt hun stem voldoende gehoord?
"We worden wel gehoord, maar het probleem is dat de daden ontbreken. Ik zie alle politieke partijen, van extreemlinks tot extreemrechts, het belang van jonge boeren beklemtonen. Blij dat te horen, maar we missen beleid waarmee we milieu- en klimaatdoelstellingen kunnen halen en tegelijk een leefbaar bedrijf kunnen uitbaten. Het zijn vaak holle woorden. Aan het eind van de rit telt voor ons dat we perspectief krijgen. Dat missen we vandaag."
De Groene Kring juicht toe dat in het nieuwe stikstofakkoord "een aanzet tot perspectief" is opgenomen. Zijn jullie voorzichtig tevreden met het akkoord?
"Voorzichtig tevreden zijn we niet. Het is een stap vooruit, maar wij hadden liever een totaalaanpak gezien die verder vooruitkijkt en perspectief biedt. We zien enkele aanzetten die het perspectief kunnen verbeteren. Voor ons betekent perspectief dat wie morgen een landbouwbedrijf overneemt, weet dat die daarmee een inkomen kan verdienen. Natuurlijk speelt de markt ook een rol en kan je die nooit garanderen, maar vandaag zien we dat er zó weinig mogelijkheden zijn dat er nog nauwelijks mensen instappen."
"De overheid heeft met dat akkoord perspectief gegeven tot 2030, in het beste geval. Of toch een aanzet ertoe. Een jonge boer vertelde mij echter onlangs dat hij moet lenen met een termijn van 25 jaar. Zijn vergunning loopt tot 2032, maar zijn lening loopt nog veel langer door."
Wat is er nodig om jonge landbouwers écht toekomstperspectief te geven?
"Een gedragen langetermijnvisie. We moeten weten waar we tegen 2050 naartoe willen met de landbouwsector, zowel op het vlak van stikstof en ecologische duurzaamheid als op economisch vlak. We moeten minder stikstof uitstoten en hebben een klimaatuitdaging voor ons. Daarnaast is het gemiddelde inkomen van de Vlaamse boer 60 % van dat van de gemiddelde Vlaming. We doen dat met veel passie, maar er klopt iets niet aan."
"In het verleden zijn kansen gemist om meer doortastend beleid te voeren"
"Nu zeg je tegen een jonge boer dat die kosten moet maken, maar die niet mag dekken door tien koeien meer te houden. Dan loopt het vast en gaat het inkomen van 60 % naar 45 %. Daarom stappen jonge boeren er ook niet meer in. Vaak zijn zij mensen met een bachelor- of masterdiploma. De arbeidsmarkt smeekt om hen. Ze hebben veel passie, maar ze denken ook aan hun toekomst."
Zijn er in het verleden maatregelen genomen die niet ver genoeg gingen, waardoor nu een zeer grote sprong nodig is?
"In het verleden zijn kansen gemist om meer doortastend beleid te voeren. We zien vandaag ook dat het makkelijkste is om alles voor ons uit te schuiven. Wij doen dat bewust niet, omdat we nu weten hoeveel pijn het doet. De eisen van de consument en de maatschappij tegenover landbouwers zijn ook sterk veranderd. Toen mijn ouders in 2001 begonnen, was de belangrijkste vereiste dat ze konden concurreren met hun Poolse en Spaanse collega's. Daaraan hebben mijn ouders voldaan, maar dat had bepaalde milieukosten als keerzijde."
"We willen een oplossing, met de milieu- en natuurorganisaties, en ook met minister Demir"
"Vandaag moeten ze concurrentieel blijven én voldoen aan milieunormen die strenger zijn dan bij hun collega's. Dan wordt het moeilijk. Ik verwijt mijn ouders niet veel. Ze hebben geïnvesteerd volgens de maatschappelijke vragen en de wettelijke normen die toen golden. Ik pleit voor alle duidelijkheid niet voor zuiver protectionisme, maar we moeten kijken hoe we ecologische en economische duurzaamheid kunnen integreren."
In juni werd een opgeknoopte pop met het opschrift "Demir aan de strop" rondgevoerd. Hoe staan jullie tegenover dergelijke protesten?
"Heel wat leden, waaronder ikzelf, waren heel boos. Wij willen maatschappelijke aandacht vragen voor onze uitdagingen, maar op een constructieve manier. Poppen aan koorden laten bungelen valt daar niet onder. Ik kijk met lede ogen naar Nederlandse toestanden, met afgezette autosnelwegen, of zaken zoals die bungelende stropoppen. We willen een oplossing, met de milieu- en natuurorganisaties, en ook met minister Demir."
Jullie zijn wel pleitbezorgers van het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), dat de Vlaamse Regering naar jullie aanvoelen pas laat implementeerde. Waarom duurde dat zo lang?
"Ik wil niet gefrustreerd overkomen, maar toen ik in 2019 voorzitter werd, zei men dat het GLB in 2021 geïmplementeerd zou worden. De Europese Commissie liet het toen nog twee jaar aanslepen. Het is geen perfect akkoord, maar het bevat veel maatregelen om jonge boeren te helpen instappen en verduurzamen."
"Dan zegt de Vlaamse Regering eind december doodleuk: 'We voeren het toch niet in.' Ik heb buitenlandse collega's aan de lijn gehad die zich afvroegen wat wij hier uitspookten. Ik wist het ook niet, want het is illegaal. We móéten dat uitvoeren. De ene partij wil er nog iets bij en de andere wil er iets uit. Uiteindelijk is alleen de richtlijn voor de bestrijding van de akkerdistel weggehaald. Waar zijn we in godsnaam mee bezig geweest?"
Reactie toevoegen