Voor sommigen is het 'the stairway to Overpoort', voor anderen een saai, fauna- en floraloos plein. Voor mij is het Sint-Pietersplein een plek van warme herinneringen, kennismakingen en een beetje thuis.
Het is een warme dinsdagavond. Voor mij pronkt de Onze-Lieve-Vrouw Sint-Pieterskerk, fel belicht en massief als altijd. Voor het gebouw zitten enkele groepjes studenten van de laatste zonnestralen te genieten terwijl ze een frietje binnensteken. Ik kom net van de supermarkt en drink mijn dagelijkse frisdrankje op enkele trappen nabij het plein. Plichtsbewust neemt er een nieuw groepje plaats in één van de gekalkte cirkels op de kasseien pleinvloer. Het leeft altijd een beetje, hier op het Sint-Pietersplein.
Enthousiast kom ik van de les terug, de zon brandt door mijn kleren heen en ik besluit om straks iets lichters aan te trekken. Onderweg naar kot haal ik in de supermarkt enkele pintjes. Ik voel dat ze nog maar net in de frigo gestoken zijn, want ze voelen nog lauw aan. Achter mij staat een groep even enthousiaste medestudenten te dringen, iedereen wil iets te drinken te pakken krijgen. Met mijn pintjes en lichtere kleren vertrek ik richting het Sint-Pietersplein, rechtover mijn deur. Ik zie mijn vrienden al zitten. De stad heeft cirkels op de grond gekalkt waarin we vanwege de coronapandemie met maximum vier mogen zitten. Het plein zit vol, van overal komt muziek. Ik trek mijn blikje open. Eindelijk mag het terug. Ik denk dat ik morgen weer terug kom.
Het leeft altijd een beetje, hier op het Sint-Pietersplein
Het is vrijdagavond, ik sta op de stoep van het Vooruitgebouw, samen met enkele klasgenoten na een verplichte voorstelling voor een theatervak. Het academiejaar is nog maar een dikke week bezig, we kennen elkaar nog maar amper en stilletjes mompelen we wat smalltalkklassiekers tegen elkaar. De voorstelling was goed. Straks ga ik niet naar huis; ik heb zin in een feestje. Langzaamaan vertrekt iedereen één per één om hun laatste weekendtrein huiswaarts te nemen tot ik met een erasmusstudente uit Argentinië achterblijf. We besluiten naar haar kot te trekken. Haar kot kijkt uit over het Sint-Pietersplein door een groot breed raam. We trekken een fles wijn open en beginnen te praten met elkaar, ik over mijn geliefde thuisstad Oostende, zij dan weer over haar leven in Argentinië. Uiteindelijk blijf ik eten, met de gezangen van één of andere studentendoop en de silhouetten van het Sint-Pietersplein achter me.
Op een gehaast tempo fiets ik terug van een drukke winkeldag met in mijn rugzak kaarsen, grondzeilen, olijven, wijnflessen, bekers en een box. Ik zoek de meest geschikte cirkel uit op het plein en begin deze vol te stouwen met mijn aankopen. Kaarsjes op de lijn van de cirkel en op de hoeken van de zeilen, de box aan de zijkant met de muziek op perfect het juiste volume. Langzaamaan stromen de vrienden van mijn lief toe en ook zij leveren hun deel van het werk. "Waar ben je?", stuurt mijn vriendin. "Op het Sint-Pietersplein. Doe iets warms aan", antwoord ik. Niet veel later komt ze de trappen af. Alles staat klaar voor een fijn verjaardagsfeest.
Ik neem de laatste slok van mijn blikje. Tijd om weer naar kot te gaan. "Het leeft altijd een beetje, hier op het Sint-Pietersplein", denk ik.
Reacties
nostalgie
Reactie toevoegen