"Collaborateurs werden slachtoffers en verzetsmensen werden als crapuul afgeschilderd"

Noem eens snel vijf Belgische verzetsstrijders op. Hoe bedoel je, geen enkele? Nochtans riskeerden tienduizenden Belgen tijdens de Tweede Wereldoorlog hun leven in het verzet. "Ik denk dat veel mensen het met mij eens zijn dat er een soort historisch onrecht rechtgezet moet worden."

Zou er in de Vlaamse Canon ook plaats zijn voor verzetslieden? Historicus Dany Neudt hoopt alvast van wel. Neudt zet op Twitter (@danyneudt) elke dag een ander verzetslid in de spotlight. "Meestal zijn dat mensen die wat in de vergetelheid zijn geraakt. Ik vind dat we jegens de mensen die in het verzet gegaan zijn van te weinig eer en dankbaarheid getuigen voor wat zij gedaan hebben. De ongeveer 15.000 verzetslieden die door de nazi's omgebracht zijn, zijn een blinde vlek in ons collectieve geheugen. Dat heeft zijn historische redenen, maar ik vind dat we hen op die manier onrecht aandoen." Dat onrecht probeert Neudt met zijn dagelijkse tweets te bestrijden. 

Verzet in de anonimiteit

Vanwaar de noodzaak om het verhaal van het verzet te vertellen? "De verzetslieden hebben zelf weinig over hun ervaringen gesproken. Het was een traumatiserende ervaring. De meesten bleven stil en gingen verder met hun leven." Ook cynische machtspolitiek speelde een rol. "Het VNV, een fascistische partij, had veel leden. Er was dus een groot kiespotentieel." Uit de ruïnes van het Derde Rijk vielen nog heel wat politieke zieltjes te winnen. "Er ontstond snel een negatieve teneur rond de bestraffing van collaborateurs. Zij werden slachtoffers en verzetsmensen werden als crapuul en opportunisten afgeschilderd. Toen duidelijk werd dat de geallieerden de oorlog gingen winnen, zouden ze snel op de kar gesprongen zijn om een graantje te kunnen meepikken."

"Het verzet was eerst heel beperkt, maar vanaf 1942 groeien de rangen van het verzet gestaag"

Dat betoog probeert Neudt te ontkrachten. "Het verzet was eerst heel beperkt, maar vanaf 1942 groeien de rangen gestaag, na de invoering van de verplichte tewerkstelling." Dit hield in dat Belgen gedwongen in de Duitse oorlogsindustrie ingeschakeld werden. "Het klopt helemaal niet dat het verzet pas in mei 1944 echt begonnen is." Hoe is dat beeld dan ontstaan? "Het verzet moest absoluut heel anoniem verlopen. Er werd veel verklikt. Je moest voorzichtig zijn: wie vertrouw je, aan wie vertel je wat? Daarom is er weinig over geweten."

Neudt krijgt veel reacties op zijn project. "Bijna zonder uitzondering positieve reacties. Ik denk dat veel mensen het met mij eens zijn dat er een soort historisch onrecht is dat rechtgezet moet worden. Veel mensen sturen me nieuwe informatie door. Anderen stellen me vragen, bijvoorbeeld over familieleden. Ze zijn blij voor het beetje aandacht. Het is een teken dat wat hun familieleden gedaan hebben niet zinloos was. Hoe beperkt ook, het heeft een symbolische waarde."

(U)Gentse verzetshelden

Ook de studenten aan de (toen nog) Rijksuniversiteit Gent lieten zich niet onbetuigd in het verzet. Dany Neudt vertelt het verhaal van twee van hen.

André Schaepdrijver

André Schaepdrijver ziet op 20 februari 1920 het levenslicht in het West-Vlaamse Harelbeke. Hij studeert geschiedenis aan onze alma mater en is praeses van de Vlaamse Geschiedkundige Kring (VGK) wanneer het Duitse leger België binnenvalt. 

Ook voor de Rijksuniversiteit heeft de nazistische bezetting grote gevolgen. De bezetter stelt niet alleen bevriende professoren aan, er volgen al snel een hele rits Duitse gastprofessoren. De Gentse studentenbeweging wordt nauwlettend door de Gestapo in het oog gehouden. Tegenover dit alles neemt het Gentse Studentenverbond (GSV) een 'passieve' houding aan. Dat is absoluut niet naar de zin van de VGK. Wanneer het GSV de VGK illegaal verklaart, volgt onvermijdelijk de breuk. Geleidelijk aan groeit er onder de studenten een tegenbeweging: de Nationale Studentengroepering (NSG). Na verloop van tijd vinden ze aansluiting bij verzetsgroep het Onafhankelijkheidsfront. 

De bezetter stelt niet alleen bevriende professoren aan, en er volgen al snel een hele rits Duitse gastprofessoren

Schaepdrijver zoekt en vindt aansluiting bij het Belgisch leger in Groot-Brittanië. Op 13 juli 1942 vat hij met twee kameraden een uiterst gevaarlijke ontsnappingsroute aan. Via Frankrijk, te voet over de Pyreneeën en doorheen Spanje. In Spanje worden ze aangehouden en belanden in een gevangenkamp. Nadat de Britse regering hen vrijkoopt, geraken ze een jaar later in Groot-Brittannië. Na een spoedopleiding wordt Schaepdrijver weer in België geparachuteerd. Als marconist seint hij waardevolle informatie naar Londen door. Op 17 augustus 1944 slaat het noodlot toe: de nazistische bezetter traceert zijn zendapparatuur en slaat hem in de boeien. Kort daarna wordt Schaepdrijver naar het uiterst wreedaardige concentratiekamp Mauthausen gedeporteerd. Op 1 februari 1945 wordt hij er onthoofd. André is dan 24 jaar. 

De vereniging van Oud-Studenten Geschiedenis Gent (OSGG) reikt sinds 1948 tweejaarlijks de Prijs André Schaepdrijver voor de beste masterscriptie uit.

Karel Poma

Liberas

Net zoals Schaepdrijver werd Karel Poma in 1920 geboren. Hij groeide op in Antwerpen. De houding van de Gentse studentenkoepel tegenover de nazistische bezetter vormde voor hem de aanleiding om actief te worden in het verzet. In zijn memoires schrijft hij: "Het Gentsch Studenten Verbond wilde het Gentse studentenleven op basis van de 'nieuwe orde' organiseren. Dit GSV had een duidelijk veto uitgesproken tegenover de liberale studenten." Samen met enkele medestudenten ligt Poma aan de basis van De Kleine Belg, het eerste clandestiene verzetsblad in Gent. En later ook Klokke Roeland, dat zich expliciet op studenten richtte. Ook André Schaepdrijver schrijft voor dit blad. Schrijven voor een verzetskrant klinkt misschien banaal, maar die jongeren riskeerden daarmee hun leven. Wie betrapt werd, bekocht het doorgaans met zijn leven. Later zou Poma voor het Onafhankelijkheidsfront ook wapens van Gent naar Antwerpen vervoeren. Hij wist de oorlog te overleven. In 1945 studeerde hij af, en in 1946 verdedigde hij met succes zijn doctoraatsthesis. In de jaren 60 startte zijn succesvolle politieke loopbaan voor de liberale PVV. Hij zou het onder meer tot staatssecretaris en minister schoppen. Karel Poma overleed in 2014.

0
Gemiddeld: 5 (1 stem)

Reacties

Bericht: 
Hallo Schamper, Jullie artikel van 23 oktober over Verzetsstrijders WO II in de universiteit Gent werd me doorgestuurd gezien ik recentelijk een non-fictieboek publiceerde getiteld "Gent '40-'45. Drie broers in het Verzet". De drie broers waren drie studenten aan de toenmalige R.U.Gent, en vanaf '42 aangesloten bij het Verzet. Ze overleefden alle drie de oorlog. Als zoon van één van de drie, heb ik hun verhaal gereconstrueerd binnen de context van de Stad Gent en de universiteit. Lezers van jullie artikel die meer willen te weten komen over die periode en die strijd, vinden in dit boek zeker inspiratie en kennis. Voor meer info, zie https://www.skribis.be/nl/self-publishing/non-fictie/gent-40-45.html . Geïnteresseerden kunnen het boek bekomen via de Skribis webshop (zie link), de boekhandel Limerick of STAM-bookshop beiden te Gent. Met vriendelijke groeten, JeanLuc Denys

Bericht: 
Uittreksel uit het Oorlogsdagboek van S.O.E.agent Marcel Becquaert (deel 5) Terug naar België Zondag 30 april 1944 Vertrek bij valavond uit de omgeving van Bedford, met 4-motorige Halifax voor een vlucht van 6 uur boven vijandelijk gebied. De 17-jarige Australische piloot, kende het bestaan van België niet. Vertrek samen met: André Schaepdrijver (alias Mouché) André Falesse (alias Velutus) Mezelf (alias Patroclus) Alvorens in te stappen, moesten we de controle van de douane ondergaan. Nadien kregen we wapens, munitie, documenten, kaarten, radio codes, noodrantsoen, geld in dollars en Bef. Een radio-ontvanger en beschermende overtrek, met rubberen helm. Ik was zodanig geladen, dat bij het vertrek, het rieten zeteltje waarin ik zat, aan mijn kont bleef hangen, zonder dat ik het gewaar werd. We werden binnen gehesen in het vliegtuig, met de hulp van 2 man. Gedurende de reis kregen we kalmerende thee. In de omgeving van Lyon kwamen we terecht in DCA geschut, een paar granaatschilfers troffen de transportruimte. De stralen van de zoeklichten schenen door de ontstane openingen. Over Luxemburg vlogen we België binnen. Maandag 1 mei 1944 Was die datum opzettelijk gekozen? In Engeland had ik een codenaam “Bracelet Red”. Op mijn Belgisch pas dat ik nu bij had stond ik vermeld als Beckers uit Brugge. In de streek van Spa verlaat Schaepdrijver als eerste het vliegtuig. Dit was het laatste contact dat we met elkaar hadden met als afscheid “Merde”. Spijtig genoeg was dit ook een definitief vaarwel.

Reactie toevoegen