De laatste jaren deed Sibo Kanobana onderzoek naar tweetaligheid bij Brusselse beveiligingsagenten. De symbolische rol van het Nederlands en racistisch discours staan niet los van elkaar, maar wat zijn de gevolgen hiervan?
Een zwart-witverhaal?
Sibo Kanobana vat zijn onderzoek breed samen: "Ik heb etnografisch onderzoek verricht bij veiligheidsmedewerkers van de MIVB (Brusselse vervoersmaatschappij, red.). Daarbij keek ik naar medewerkers in opleiding en vervolgens ook aan het werk. Ik was geïnteresseerd in de rol van het Nederlands in hun tewerkstelling, meer bepaald in de Brusselse context, waar een tweetaligheidsvereiste heerst − waarbij men zich dus ook in het Nederlands moet kunnen behelpen." Tegen die achtergrond zou de MIVB in 2016 de opdracht gekregen hebben om meer veiligheidsmensen aan te werven. Ze konden die vacatures echter moeilijk invullen omdat mensen moesten slagen voor een test in de andere landstaal, in de meeste gevallen dus het Nederlands – zelf zijn ze immers veelal Franstalig. "Het trok me enorm aan dat het Nederlands dan uiteindelijk meer dan de helft van de opleiding inneemt, dus wou ik die lessen bijwonen en mensen interviewen. Al snel werd ik geconfronteerd met een bepaalde sociale werkelijkheid waarin dat dan allemaal plaatsvindt", vertelt Kanobana.
"De personeelsdienst bevestigde me dat hun bedrijf gesegregeerd is volgens raciale grenzen"
Zo ontdekte Kanobana dat er in de eerste plaats een heel groot contrast is tussen de 'top' en 'bottom' van het bedrijf. De directie en administratie bestaan namelijk vooral uit witte mensen, terwijl de mensen in het veld bijna uitsluitend mensen zijn met een migratieachtergrond. "Ik kreeg zelfs bevestiging van de personeelsdienst dat hun bedrijf gesegregeerd is volgens wat ik dan raciale grenzen noem. Dat is dan tussen wit en niet-wit, of, zoals zij het benoemen, autochtoon en allochtoon", zo vertelt Kanobana. Naast de kloof tussen allochtoon en autochtoon was er ook een spanning merkbaar in de positie en het belang van de Nederlandse taal in het bedrijf. Hoewel veiligheidsagenten Nederlands moeten leren, wordt het nauwelijks gehanteerd op de werkvloer. Kanobana focust zich dan ook op die spanning: "Ik ben tot de conclusie gekomen dat zowel de veiligheidsagenten als de leidinggevenden van de MIVB een discours reproduceren dat de sociale stratificatie tussen autochtoon en allochtoon moet verklaren, waarin het Nederlands een speciale rol heeft. Daarbij ontstonden er twee iconen die de raciale orde moesten verklaren. Twee iconen die mijlenver staan van de werkelijkheid, maar die worden ingezet om ongelijkheid te verklaren."
"Serving the White Order"
Volgens Kanobana is er enerzijds het icoon van 'de moslim', die gezien wordt als de emblematische allochtoon: homofoob, vrouwonvriendelijk, met slechte communicatieve vaardigheden en die weigert Nederlands te spreken. Anderzijds heb je het icoon van 'de Vlaming': een andere minderheid, maar ook de emblematisch autochtoon die de macht vertegenwoordigt. "Automatisch wordt dan de taal van die Vlaming gezien als een soort symbool, die je je kan toe-eigenen om dichter bij de macht te komen, om een meer legitieme Belgische burger te worden." Het Nederlands wordt dan eigenlijk een heel lokaal symbool van legitimiteit in de Brusselse context die witheid onzichtbaar maakt, niet in de zin van huidskleur, maar in de zin van een bepaalde machtspositie die je hebt. Wat je dan ziet is dat bepaalde Brusselaars, de witte Franstalige of Eurocratische elites, nauwelijks de nood voelen om Nederlands te leren om als legitieme burgers door het leven te gaan. Onder allochtonen zit het evenwel anders. Zij voelen veel meer die nood om Nederlands te leren en om zich open te stellen ten aanzien van het Nederlands. Op die manier zouden dan ook veel mannen van kleur bij de MIVB beginnen vanuit het idee dat ze, onder andere, met behulp van het Nederlands een echte kans maken om door te stromen naar een bestuurlijke positie. "Dat idee staat haaks op het feit dat er weinig sociale mobiliteit is bij de MIVB, wat ze zelf ook erkennen", aldus Kanobana.
"We naturaliseren racisme door te zeggen dat bepaalde zaken een inherent probleem zijn van een bepaalde groep"
Dit beperkt zich echter niet tot de MIVB, aldus Kanobana: "Wat ik wil zeggen door mijn thesis 'Serving the White Order' te noemen, is dat het Nederlands in Brussel wordt ingezet om witheid te culturaliseren als een Vlaams ding, waardoor de macht van andere witte elites volledig onzichtbaar wordt. Omgekeerd wordt racisme genaturaliseerd door de ongelijkheid tussen allochtoon en autochtoon voor te stellen als het gevolg van inherente problematische eigenschappen van allochtonen. Onder andere, hun zogenaamde weigering om Nederlands te leren. Binnen de context waar ik onderzoek deed, klopte dat beeld helemaal niet. Onder allochtone veiligheidsagenten had je veel mensen met een sterk profiel en professionele achtergrond en die waren vaak wel enthousiast over het Nederlands, in tegenstelling tot autochtone veiligheidsagenten. Maar wat opviel is dat zowel directie als veiligheidsagent, zowel allochtoon als autochtoon, in hun verantwoording van de sociale ongelijkheid steeds weer discours reproduceerden van enerzijds meertalige 'hardwerkende Vlamingen' en anderzijds 'luie allochtonen' die geen Nederlands kenden. In de praktijk echter, zouden allochtone veiligheidsagenten op het werk die stereotypen veelal achter zich laten."
UGent represent
Het spanningsveld tussen discours en praktijk is trouwens ook relevant aan onze alma mater. Ook daarover wist Kanobana iets te zeggen: "Ik denk dat er mooie dingen gebeuren aan de UGent, en voornamelijk door de studenten. De studenten zetten dingen in beweging en dat is hoe verandering gebeurt: bij mondjesmaat. Door het ontstaan van, bijvoorbeeld, academies (zoals bijvoorbeeld de Humanities Academie, red.) in de faculteiten, toont de UGent dat ze probeert haar sociale rol echt ernstig te nemen en daarvoor mensen aanwerft. De UGent zit echter ook vol contradicties, al is ze daarin natuurlijk niet de enige."
"Het discours is dan wel progressief, maar in de praktijk voert de UGent een neoliberaal beleid dat zwakkeren schaadt"
Hij verwijst naar Gloria Wekker, die volgende maand de Amnesty International-leerstoel uitgereikt krijgt door de UGent. "Zij heeft vooral haar strepen verdiend door veel onderzoek te doen rond racisme, seksisme, intersectionaliteit en dergelijke. De ironie van het verhaal is dat we ondertussen ook zien dat de UGent haar sociale voorzieningen wil uitbesteden en privatiseren. Wie is er daar het slachtoffer van? Voornamelijk vrouwen en gemarginaliseerde groepen, waaronder veel mensen van kleur. Het discours is dan wel progressief, maar in de praktijk voert de UGent een neoliberaal beleid dat zwakkeren schaadt. De veiligheidsagenten in mijn onderzoek doen net het omgekeerde. Zij reproduceren inderdaad een racistisch discours over Vlamingen en allochtonen, maar in de praktijk zie je dat heel wat allochtone veiligheidsagenten het tegenovergestelde doen en hun job vaak interpreteren als een soort sociaal werk. Ik vind dat we mensen eerder moeten afrekenen op wat ze doen dan op wat ze zeggen, en dat geldt ook voor de UGent."
Reactie toevoegen