Historisch weinig talenstudenten: "Je kan dat niet uitleggen"

"Absoluut waanzinnig"

Terwijl de inschrijvingscijfers aan vrijwel alle faculteiten snel stijgen en sommigen zich zorgen maken om een nakend tekort aan plaats om alle studenten les te laten volgen, lijkt er bij de talenopleidingen wel een leegloop aan de gang. Hoe kan dat?

Alarmfase rood in de talenrichtingen: nooit schreven zich minder eerstejaars in voor taal- en letterkunde of toegepaste taalkunde. Amper 233 taalminnende eerstejaarsstudenten volgen op dit moment een van beide richtingen. Vorig jaar waren dat er nog ongeveer 300, terwijl twee jaar geleden nog met de grens van de 350 geflirt werd.

De schuld van het middelbaar

De inschrijvingscijfers lijken in vrije val, maar voorzitter van de opleiding taal- en letterkunde, professor Benjamin Biebuyck, nuanceert meteen: "Dat zijn de studenten die voor de eerste keer naar de universiteit komen, de 'generatiestudenten'. Veel studenten in onze eerste jaren deden vorig jaar een andere richting, hen noemen we 'heroriënteerders'. De laatste jaren merken we dat hun aandeel stijgt." Biebuyck en Chris Bulcaen, secretaris van de opleiding Taal- en Letterkunde, schatten dat het aandeel van die heroriënteerders vroeger rond de 10 % lag, maar vandaag ongeveer 30 % van de totale instroom bedraagt. "Een opmerkelijke evolutie", voegt Bulcaen toe. Zo zijn liefst 55 van de in totaal 180 taal- en letterkundigen studenten die niet hun eerste jaar aan de universiteit doorbrengen.

"Een groep studenten die eigenlijk wel graag talen wil studeren, wordt het ontraden" – prof. Biebuyck

Waar komen die bekeerlingen dan plots vandaan? Volgens Bulcaen komen de verloren kinderen uit alle hoeken terug naar de Blandijn, maar valt het aandeel van de voormalige STEM-studenten zeker op. Hoewel de heroriënteerders het aantal inschrijvingen in zijn richting dus fors opkrikken, wordt Biebuyck niet gelukkig van die tendens: "Het toont aan dat er een groep studenten is die eigenlijk wel graag talen wil studeren, maar het ontraden wordt." Volgens hem is er met andere woorden zowel slecht als goed nieuws. Een slechte studie-oriëntering houdt een groep die mogelijks talen zou willen en kunnen studeren weg uit de talenopleidingen. Anderzijds krikken studenten die in de talen hun tweede roeping vinden de inschrijvingscijfers van zijn richting fors op, want Biebuyck sluit de ogen allerminst voor de harde realiteit: "Er is een duidelijke, negatieve evolutie in het studentenaantal." 

Om die evolutie te verklaren, kijken Biebuyck en Bulcaen verder dan enkel gebrekkige studie-oriëntering. Bulcaen vermoedt dat leerlingen in het middelbaar sterk gepusht worden om een STEM-richting te kiezen. "Dan volgen ze dat advies op, ervaren ze dat het te moeilijk is en kiezen ze uiteindelijk toch voor een talenrichting, wat misschien eigenlijk hun eerste keuze was." Biebuyck pikt daar gretig op in: "We zien een teneur waarbij studenten die vlot door de middelbare school 'zeilen' bijna altijd het advies krijgen om ambitieuzer te zijn dan voor een talenrichting te kiezen. Dat is eigenlijk bizar. Onze indruk is dat de CLB's (Centra voor Leerlingenbegeleiding, red.) daar een hele grote rol in spelen. Een tweede mogelijke verklaring vindt Biebuyck in een "overschatting van de eigen meertaligheid". Veel mensen hebben de indruk dat ze hun plan wel kunnen trekken in een taal in een bepaalde context, maar realiseren niet dat het goed beheersen van een taal daar ver buiten staat.

"Waanzinnig"

Ook tussen de talenrichtingen zelf zitten er grote verschillen in de inschrijvingsaantallen. De inschrijvingen in de toegepaste taalkunde liggen traditioneel iets lager dan die in de taal- en letterkunde, maar bepaalde talen blijken ook populairder dan andere. Nederlands is bij de toegepaste taalkunde een vast deel van de opleiding, dus dat cijfer geeft een vertekend beeld wanneer het over de taalkeuze van studenten gaat. Als we onze moedertaal, met pijn in het hart, even negeren, dan blijkt Engels de populairste taal met een straatlengte voorsprong. Ongeveer 60 procent van de studentenpopulatie bij de taal- en letterkunde neemt Engels op in hun combinatie. Opnieuw moet de toegepaste taalkunde hier buiten beschouwing gelaten worden: naast het verplichte Nederlands moeten studenten Engels, Frans of Duits opnemen als eerste taal van hun combinatie. Voor de tweede zijn ze volledig vrij. Biebuyck vermoedt wel dat de tendensen binnen de toegepaste taalkunde wellicht ongeveer gelijk lopen met die bij de taal- en letterkunde.

"De beperkte instroom voor Frans en Duits kan je niet uitleggen: dat is waanzinnig" – prof. Biebuyck

De andere talen hinken zoals gezegd vrij ver achterop. De schatting van Biebuyck en Bulcaen is dat talen als Duits, Frans, Spaans en Zweeds door tussen 15 en 20 procent van de studenten gekozen wordt. Biebuyck, die zelf enkele Duitse vakken doceert, staat perplex door de beperkte instroom bij Frans en Duits: "Je kan dat niet uitleggen. Dat is absoluut waanzinnig, zeker als je kijkt naar de Vlaamse context waarin er grote nood is aan mensen die talen goed beheersen. De studenten die vroeger met een diploma Frans en Duits naar de jobbeurzen gingen, kwamen met een contract buiten." Wanneer hij zoekt naar een verklaring, komt Biebuyck uit bij de gepercipieerde moeilijkheid van de twee talen. "Doordat studenten twee talen combineren, kiezen ze vaak voor een taal die ze als makkelijk beschouwen en een die ze als moeilijker ervaren." Dat is volgens hem een denkfout, want "talen zijn niet moeilijker of makkelijker, al lijden Frans en Duits wel onder dat imago."

Hoe moet het nu verder?

Hoe willen de talenrichtingen dan zieltjes winnen? Allereerst is er het talenplatform dat de teruglopende inschrijvingsaantallen probeert te counteren op interuniversitair vlak. Biebuyck beklemtoont dat het niet de bedoeling is om op dat gebied te gaan concurreren met de andere Vlaamse universiteiten. Daarnaast is het volgens hem cruciaal dat studenten terechtkomen in opleidingen die het beste passen bij hun interesses en talenten. "Wij hebben de overtuiging dat dat nu niet zo is, en dat de groep van 'heroriënteerders' maar een fractie is van het dark number van mensen die potentieel in een talenrichting echt op hun plaats zouden zitten."

Het grootste slachtoffer zal de maatschappij zijn

Voorlopig bevinden de talenrichtingen zich dus wel nog in een dalende trend. De huidige situatie hoeft echter niet tot paniek te leiden, sust Biebuyck. De taal- en letterkunde en de toegepaste taalkunde zijn nog steeds middelgrote richtingen en helemaal niet met uitsterven bedreigd. Hij hoopt ook dat de universiteit niet voor de makkelijke weg zal kiezen en besparingen zal aankondigen. Het grootste slachtoffer zal volgens hem de maatschappij zijn, die zo met een tekort aan taalprofessionals opgezadeld wordt. Voor bepaalde cruciale functies zal men dan geen kandidaten vinden, en dat is het aspect dat de UGent niet uit het oog mag verliezen.

0
Gemiddeld: 5 (1 stem)

Reacties

Bericht: 
Super goed, en vooral noodzakelijk artikel. Ik hoop dat er binnen enkele jaren ook iets kan veranderen in de middelbare scholen zodat talen niet gezien worden als 'iets dat je er later altijd nog snel even bij kan leren'.

Bericht: 
We stan Biebuyck

Bericht: 
Men leert Engels vlot aan door dat het overal in de maatschappij vertegenwoordigt is, heel veel in de media. Een taal leer je niet door een eindeloze reek toetsen over woordenschat en grammatica, maar door er actief mee bezig te zijn en mee bezig te blijven. Het onderwijs moet dus zeker voor het Frans al vroeger beginnen, en meer op organische interactie de focus leggen, al moet er ook plaats zijn voor de woordenschat en de grammatica in formele context om deze taalbeheersing te verfijnen.

Reactie toevoegen