Speleologie: de underground scene van de wetenschap

Wat hebben Lourdes, Han-sur-Lesse en Remouchamps gemeen? Inderdaad: ze lopen vol irritante toeristen. De massa wordt daarheen gelokt door fantastische grotten. Deze putten in de aarde zijn het studieonderwerp van een onderbelicht onderzoeksveld: de speleologie.

Grotten hebben niet noodzakelijk de beste reputatie. Wanneer grotten besproken worden in de media gaat het vaak over waaghalzen en Thaise voetballertjes die erin vast komen te zitten. Om de zoveel tijd komt er echter een nieuwsbericht binnen dat niet zo verschrikkelijk is. Zo werd vorige maand nog ontdekt dat de langste grot ter wereld, Mammoth Cave in Kentucky in de Verenigde Staten, nog iets langer bleek te zijn dan eerst gedacht werd. Met minstens 675 kilometer lang is het werkelijk de mammoet onder zijn soortgenoten. Maar waar komt zo'n grot vandaan? 

Drup, drup, drup

Grotten komen tot stand door wat 'karstverschijnselen' genoemd wordt. Ze ontstaan simpelweg door de ontbinding van ondergrondse kalksteen, dolomiet of gips door koolzuurhoudend water. Wanneer die ontbinding gebeurt, ontstaat er een ondergrondse ruimte. Wanneer die groot genoeg is, spreken we van een grot, anders is het een hol of een holte. Ze worden gevormd door ondergrondse rivieren of andere waterlichamen en bestaan vaak uit meerdere gangen of ruimtes. Sommige grotten hebben nog steeds rivieren in zich en groeien daarom nog steeds bij. Hoewel grotten er al langer zijn dan de mens, is de specifieke studie ervan nog maar een tweehonderdtal jaar oud.

De grote beginners

Tot de negentiende eeuw viel de studie van grotten volledig onder andere studievelden, in het bijzonder de geologie en archeologie. Alles wat over grotten geschreven werd, gebeurde dus met een alternatieve wetenschappelijke insteek. Daar kwam verandering in toen de Fransman, rechter en geograaf – chronologisch ook in die volgorde – Édouard-Alfred Martel een fascinatie begon te ontwikkelen voor grotten. Martel bracht sinds zijn jeugd al enkele vakanties door in een paar beroemde grotten verspreid over heel Europa.

Hoewel grotten er al langer liggen dan de mens, is de specifieke studie ervan nog maar een tweehonderdtal jaar oud

In zijn volwassen leven onderneemt hij zelfs volwaardige expedities en vaart zo onder meer met een kano tot twee kilometer ver in een ondergrondse rivier in Gouffre de Padirac, een grot in Frankrijk. Hij legde de grondslag voor de wetenschappelijke studie van grotten en richtte ook de Société de Spéléologie op. Na Martel zien we in de twintigste eeuw het begin van een internationale organisatie van speleologen.

Hobby of wetenschap?

In de avonturen van Martel zien we een relatief uniek fenomeen: een wetenschap die ook deels een hobby of sport is. Zo wordt de groei van speleologie als wetenschap mede verklaard door de opkomst van speleologie als een activiteit. In laatstgenoemde gaat het dan om mensen die door grotten klimmen en ze ontdekken, puur om recreatieve in plaats van wetenschappelijke redenen. De link tussen de twee is niet nieuw, aangezien de Société de Spéléologie openstond voor zowel wetenschappelijke als recreatieve speleologen.

Het wetenschappelijke deel van speleologie staat ook niet op zichzelf. Net als een grottenstelsel vele paden bij elkaar brengt, ligt ook de speleologie een beetje op een kruispunt van verscheidene onderzoeksdomeinen. Onder meer de geologie, geografie, hydrologie, paleontologie, biologie en archeologie hebben interesse in die ondergrondse ruimtes.

Nog geen stemmen

Reactie toevoegen