"Badminton is fysiek schaken"

In het middelbaar is er een klassieke tweedeling: zij die tijdens L.O. de Olympiër willen uithangen, en zij die alleen badminton leuk vinden. Badminton is dan ook gemakkelijk en relatief zweetloos. Feit of fabel? Jürgen Voet, topsporter in het badminton en UGent-student, legt uit.

Zeg eens, hoe zit badminton nu eigenlijk in elkaar? Om het hardst meppen op een pluimpje?  

"Allereerst: het is een shuttle, geen pluimpje."

"De basisregels houden in dat er twee winnende sets zijn tot 21 punten. Op 11 punten wordt een pauze ingelast. Je scoort een punt als de ander in het net of buiten de lijn slaat, of als de ander je slag mist. Per set moeten er minstens twee punten verschil zijn om jezelf/je ploeg tot winnaar te kronen. Je kan spelen in enkels, dubbels, of dubbel gemengd. Dan is er ook nog een verschil tussen toernooi en competitie: toernooi is voor jezelf, competitie is in een ploegverband. Dames en heren zijn hierbij meestal gescheiden."

Hoe is jouw loopbaan op het badmintonveld precies geweest?

"Ik heb me bekeerd tot badmintonner op de rijpe leeftijd van zes jaar. Toen ik elf was, zat ik bij de nationale ploeg. Een jaar later behaalde ik de eerste Belgische titel. Op mijn veertiende sleepte ik een tweede en derde Belgisch titel in de wacht, en werd ik internationaal jeugdfinalist. Dan raakte ik geblesseerd (pruillip). Twee jaar later begon ik langzaam opnieuw, en schopte ik het drie keer tot in de halve finale van de elite heren. Momenteel speel ik competitie in de eerste nationale. Met de ploeg zijn we vice-landskampioen."

Proficiat! Wat maakt badminton dan zo boeiend?  

"Het heeft een grote spelwaarde; tactiek is van levensbelang. Het wordt vaak vergeleken met fysiek schaken. Elke slag is een zet waarmee je probeert de tegenstander te ondermijnen. Hoe meer je vooruit denkt en patronen ziet, hoe sterker je staat. Het is natuurlijk ook altijd leuk om die ene gast te zijn die écht goed is in badminton, al zijn mensen vaak verrast dat er effectief zoiets bestaat als professionele badmintonspelers."

Badmintonnen wordt wel eens de softe versie van tennis genoemd. Tennissen met een pluimpje, excuseer, shuttle. Waarom is badmintonnen volgens jou niet het zwakkere tweelingbroertje van tennis?

"Badminton is minder elitair, ook zonder het Knokke Le Zoute-syndroom kan je je aansluiten (lees: zonder dat je een klein fortuin plus je linker nier moet betalen). De sport zelf is nog niet verziekt door geld en sponsors. Daarnaast kan je technisch sneller vooruitgang boeken en is er een hoger plafond. Doordat er bij badminton ook bovenhandse slagen zijn en een shuttle gemakkelijk dubbel zo snel gaat als een tennisbal, is het een grote uitdaging de techniek van alle slagen onder de knie te krijgen."

Heb je één gouden tip voor beginnende badmintonners?

"Het is vaak efficiënter om te wachten tot de tegenspeler een fout maakt dan zelf als een gek te meppen om een punt te scoren. Geduld is de moeder van de badmintonkast (lacht)."

Nog geen stemmen

Reactie toevoegen