China: Made in Europe?

In de gemiddelde geschiedenisles over de Eerste Wereldoorlog blinken niet-Europese landen vooral uit in afwezigheid. Maar dat geeft een onvolledig beeld van wat er echt gebeurde.

Hoewel de naam anders doet vermoeden, was de Eerste Wereldoorlog vooral een Europese oorlog, zeker in haar beginfase. Als er verwezen wordt naar de internationale aspecten ervan, denken we eerder aan de Amerikaanse betrokkenheid vanaf 1917 of de troepen uit Australië en Nieuw-Zeeland. Vooral aan de zijde van de geallieerden vochten er ook heel wat soldaten uit de kolonies mee. Aan Franse zijde waren bijvoorbeeld de tirailleurs sénégalais berucht om hun moed en ook mensen uit Brits-India vochten in de Grote Oorlog. De kans dat je bij het horen van de woorden ‘Eerste Wereldoorlog’ dan ook spontaan aan China zou denken, is veel kleiner.

Een echte wereldoorlog

Dat is eigenlijk onterecht. Er waren wel degelijk Chinezen betrokken in de oorlog. Dit was niet in een rol als frontsoldaten, maar als arbeiders in ons land en in Frankrijk voor het Britse en Franse leger. Het ‘Chinese Labour Corps’ telde over de hele oorlog bijna 150.000 leden, verdeeld over de twee legers. De arbeiders werden vooral ingezet voor logistieke taken: het aanleggen van wegen en loopgraven, laden en lossen van schepen en treinen, het aanvoeren van munitie en het opruimen van slagvelden. Dit takenpakket was niet zonder risico. Vooral het opruimen van slagvelden was gevaarlijk; de kans bestond namelijk dat een niet-ontploft springtuig plots wel zou exploderen. Naar schatting zijn er onder andere op die manier tweeduizend Chinese arbeiders omgekomen tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Ook België had een concessie in China

Maar hoe raakte China betrokken in een oorlog tussen Europese landen? Professor Sinologie Bart Dessein (UGent) weet het antwoord: “In de jaren voor de oorlog hadden vele westerse grootmachten het verzwakte China een aantal territoriale concessies afgesnoept.” Die concessies waren stukken land die de Chinese overheid gedwongen moest weggeven aan de Europese staten. De Duitsers hadden op die manier de provincie Shandong in handen gekregen en eigenlijk had bijna elk Europees land van belang - ook België - wel een concessie in China.

Tot 1917 waren de Chinezen neutraal in het conflict en daarom konden ze geen gewapende troepen naar Europa sturen. Zo bleef het bij arbeiders. “De toenmalige Chinese premier Duan Qirui besloot zich aan de zijde van de geallieerden te scharen,” aldus professor Dessein, “in de veronderstelling dat zijn land bij een geallieerde zege de Duitse concessies zou terugkrijgen. Daarnaast hoopte hij dat de Europeanen uit dankbaarheid hun eigen concessies ook zouden terugschenken aan China.”

Imperialisme, dan toch niet leuk?!

“Tegelijkertijd zag hij het als een middel om met China een voet naast de dominante Europese natiestaten van die tijd te zetten”, vervolgt Dessein. “De Chinezen zagen zich in deze veronderstelling gesterkt door het veertienpuntenplan van de Amerikaanse president Woodrow Wilson. De nadruk die in dat plan op het zelfbeschikkingsrecht der volkeren werd gelegd, liet China veronderstellen dat het einde van het westerse imperialisme in China stilaan ingeluid werd.”

Het Verdrag van Versailles had dus ook buiten Europa verregaande gevolgen

Dat bleek echter ijdele hoop. In het Verdrag van Versailles (1919) werd de provincie Shandong niet aan China, maar aan concurrent Japan overgedragen. Daarnaast behielden de andere westerse machten hun concessies in het land. De gevolgen daarvan op de huidige geopolitieke situatie vallen niet te onderschatten, zegt professor Dessein: “Die beslissing kwam hard aan bij de Chinezen en leidde tot het ontstaan van twee bewegingen. Enerzijds werd het nationalisme nieuw leven ingeblazen en vormde zich daarrond een sterke beweging. Anderzijds was een groep intellectuelen ontgoocheld in het kapitalistische en imperialistische model. Dat zette de deur open voor de invloed van de Franse pacifistische en socialistische bewegingen”, stelt Dessein. “Deels daardoor zag de Chinese Communistische Partij in 1921 het levenslicht.” In de Tweede Wereldoorlog streden communisten en nationalisten zij aan zij tegen de Japanse vijand. Daarna kwam er een burgeroorlog tussen deze twee Chinese facties, waarin de communisten onder Mao Zedong na vier jaar zegevierden. Zo ontstond de Volksrepubliek China. Het Verdrag van Versailles had dus ook buiten Europa verregaande gevolgen.

Ondanks de hedendaagse consequenties van de deelname aan Wereldoorlog Een, is die bij de hedendaagse Europeaan zo goed als onbekend. Maar ook in China zelf is at verre van algemeen geweten, aldus professor Dessein: “Dat het vandaag een belangrijker academisch thema is geworden, komt grotendeels door de invloed die het heeft gehad op de huidige situatie in China en bij uitbreiding de hele wereld.”

Nog geen stemmen

Reactie toevoegen