U zag het of u zag het niet, maar de felbegeerde Bicky Burger waar menig frituur in de Overpoort zijn brood mee verdient, heeft een nieuwe reclame die de laatste dagen voor heel wat oproer heeft gezorgd. De cartoon zou vrouwonvriendelijk zijn en publiekelijk agressie promoten. Mogen we de schouders ophalen, of voert deze cartoon een maatschappelijk beeld ten tonele waar we in een post-#MeToo-samenleving de ogen niet voor kunnen sluiten?
Boenk erop?
In de nieuwste reclame van Bicky Burger, die op dinsdag 8 oktober verscheen, is op een handgetekende cartoon te zien hoe een man een vrouw een ferme vuistslag verkoopt nadat deze hem een Bickyburger in een ‘verkeerd’ doosje wil overhandigen – “Fake Bicky, fwa?” In tijden van een ver doorgedreven #MeToo-klimaat misschien niet de allerbeste zet. Verschillende ministers, officiële instanties en reclamemakers waren niet bepaald mild voor de burgerproducent en ook op sociale media regende het kritiek. Zo verafschuwden de nieuwe federale minister van Gelijke Kansen Nathalie Muylle (CD&V) en Vlaams minister van Gelijke Kansen Bart Somers (Open VLD) de cartoon met woorden als 'schandalig', 'onverantwoord' en 'wansmakelijk'.
"Schandalig, onverantwoord en wansmakelijk" - De ministers
Meer nog: het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM) wil de reclame aftoetsen aan de zogeheten Genderwet, die het promoten of stimuleren van geweld tegen vrouwen – op welke manier dan ook – strafbaar stelt. De producent heeft zo al ruim 300 klachten moeten incasseren. De tegenreactie blijkt unaniem: intrafamiliaal geweld kan onder geen beding getolereerd of genormaliseerd worden.
Vrijheid van humor?
Of is het maar een cartoon en ligt onze democratisch geïnspireerde artistieke vrijheid onder vuur? Zolang er alleen maar op papier op een vrouw wordt geslagen, is er uiteindelijk geen probleem, zou je kunnen denken. Het is vergelijkbaar met de heisa rond videospelletjes; ook daar is er geen empirische eensgezindheid over de bewering dat het kijken naar gewelddadige videospelletjes zou aanzetten tot geweld. Charlie Hebdo mag lachen met de Profeet van de islam, maar o wee als tekeningen worden verspreid waarin sporen terug te vinden zijn van misogynie.
Krijgen zij die het luidst roepen gelijk?
Hoe zit dat daarmee? Krijgen zij die het luidst roepen gelijk? Bicky zelf spreekt over een humoristische intentie, en humor is natuurlijk hét domein bij uitstek dat grenzen aftast en taboes doorprikt. De vraag is alleen hoe ver we mogen gaan. Misschien moeten we gewoon een beetje verdraagzaam zijn zonder meteen op elkaars kop te kakken. Of is er meer aan de hand?
Het statuut van de vrouw
Als we hier de kaart van de humor trekken, heeft dat misschien wel verregaande gevolgen voor het beeld van de vrouw. Daarover wordt vandaag de dag nog steeds fel gediscussieerd. Waar de vrouw vroeger heilig was – maar dan wel rechtenloos; pas in 1948 verwierf zij het stemrecht – wordt zij vandaag nog steeds al te veel geobjectiveerd. Het lijkt misschien banaal en irrelevant, maar de kleinste voorbeelden bewijzen het tegendeel. Denk maar aan de onderrapportering van aanranding, de loonkloof, de ondervertegenwoordiging in de politiek en de beeldvorming van de vrouw in reclame. Wanneer we de prent van Bicky onder de loep nemen, valt ons al meteen de gelijkenis op met de ruimere, hierboven besproken beeldvorming: de man met dominante blik en strak in het pak, de blonde vrouw in een sensuele rode jurk die de volle borsten naar een hoger niveau tilt.
Het statuut van feministe wordt al te graag een negatieve connotatie toebedeeld, terwijl we ons ook kunnen afvragen, wanneer we tussen de lijntjes door lezen, waarom het concept ‘feminisme’ in het leven is geroepen. Is het niet frappant dat dit überhaupt een concept waardig is? Uiteraard, een tekening is een tekening, maar we kunnen onmogelijk gewoon aan haar consequenties voorbijgaan: het bestendigt of versterkt het beeld dat in de maatschappij heerst over de vrouw. Laten we de rollen eens omdraaien, zoals bij de parodie die de uitbater van een Wevelgemse hamburgerzaak op ludieke wijze voor zijn rekening heeft genomen: de vrouw valt de man aan. Als hier, zoals verwacht, minder sterk op gereageerd zou worden, bewijst dit dan niet gewoon de precaire positie van de vrouw in onze samenleving?
De groene doos
Wat voor- en tegenstanders denken, lijkt duidelijk. Maar wat heeft onze studentvriendelijke Bicky in deze discussie in te brengen? Naar eigen zeggen was het nooit de bedoeling om geweld te promoten of goed te keuren, maar om een stempel te drukken op hun 'unieke' imago. Het doosje dat de vrouw de man gaf, was wit, waarmee men frituren wilde aanmanen Bicky Burgers mee te geven in het daarvoor bedoelde groene doosje. Het zou dus enkel een kwestie zijn van profileren, niet van verdelen. Aan de andere kant wijst wat opzoekingswerk uit dat Bicky zijn hand er niet voor omdraait om ophefmakende reclame te verspreiden. Eerder was in dergelijke prenten te zien hoe een man een baby schopt en hoe een man met alzheimer Bicky Burgers kon blijven eten omdat hij vergat hoeveel hij er al binnen had, vergezeld door de hashtag #tochéénvoordeel. Het duurde toch een tijdje voor de burgergigant reageerde op de ophef, maar de dag na de post werd deze alweer verwijderd en vervangen door een verontschuldiging. Een welgemeende, laten we hopen.
Reactie toevoegen