De Kloeke Van Dale

Luistert, oh armoezaaiers en proletariërs. Sinds jaar en dag is de UGent de universiteit des volks. Bij ons geen intellectualistische pedanterie en cultuurmarxistische pedagogie. Integendeel! Onze grootste talenknobbels kwamen samen om een alternatief te schrijven voor de o zo hoogdravende 'Dikke Van Dale'. Zij kwamen op de proppen met 'De Kloeke Van Dale'. Eindelijk een woordenboek voor en door het volk. Wat volgt is een excerpt uit het werk met enkele nieuw-opgenomen woorden.

Antiboudrique

An-ti-bou-drique (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord)

1. Pathologisch gepreoccupeerd met stoelen.

 

Boudrique

Bou-drique (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord)

1. Op pedante wijze N-VA standpunten verdedigend.

 

Bruggen

Brug-gen (werkwoord; brugde, heeft gebrugd)

1. Beloven iets op tijd af te werken, maar het dan weken te laat doen.

Voorbeeld: "Mijn groepswerk was een ramp. Mijn partner heeft volledig gebrugd."

 

Doopdecreet

Doop-de-creet (zelfstandig naamwoord; o; het; mv: doopdecreten)

1. Een inside joke.

2. Een excuus om 18-jarigen dingen te laten doen die ze niet willen doen.

 

Driezen

Drie-zen (werkwoord; drieste, heeft gedriest)

1. Op korte tijd grote promotie maken door fascistische praat te verkopen.

Voorbeeld: "De Wever heeft een Vlaamse regering gedriest."

 

Overpoorter

O-ver-poor-ter (zelfstandig naamwoord; m; de; mv: overpoorters)

1. Iemand die de leegte in zijn leven probeert te vullen met alcohol en schijfkes.

 

Onderpoorter

On-der-poor-ter (zelfstandig naamwoord; m; de; mv: onderpoorters)

1. Iemand wiens identiteit eruit bestaat geen Overpoorter te zijn.

2. Iemand die iets te hard lacht met de definitie van 'Overpoorter'.

 

Resto-dressen

Res-to-dres-sen (werkwoord; resto-dresste, heeft geresto-dresst)

1.  Het benoemen van afgekookte groenten met exotische namen om de populariteit te verhogen.

Voorbeeld: Franse boterboontjes.

 

Riktor

Rik-tor (zelfstandig naamwoord; m; de; mv: riktoren/ riktors)

Zie: Rik Van de Walle.

 

Schauvliegen

Schau-vlie-gen (werkwoord; vloog schau, heeft schaugevlogen)

1. Een job compleet verpesten, maar toch opnieuw dezelfde job krijgen.

 

Tweeduizendisme

Twee-dui-zen-dis-me (zelfstandig naamwoord; o; het)

1. Neerbuigendheid op basis van geboortejaar.

 

Uforafobie

U-fo-ra-fo-bie (zelfstandig naamwoord; v; de; mv: uforafobieën)

1. Een rationele angst voor bucht.

 

Uforaïseren

U-fo-ra-ï-se-ren (werkwoord; uforaïseerde, heeft geüforaïseerd)

1. Iets wat brak was - maar werkte - nog brakker maken en compleet onwerkbaar maken.

2. Een perfect werkend zelfgemaakt product inruilen voor slechtere bucht van een multinational.

Voorbeeld: "Het is uit met mijn lief, onze relatie was geüforaïseerd."

 

Vlaamsakkoord

Vlaams-ak-koord (zelfstandig naamwoord; o; het; mv: vlaamsakkoorden)

1. Een besluit waarmee je studenten naait.

Voorbeeld: "De professor politicologie nam een Vlaamsakkoord toen hij besloot een tussentijds examen te houden."

Nog geen stemmen

Reactie toevoegen