The State of the Unions

Over de toekomst van de vakbond, en die van jou

Vakbonden zijn niet meer zo sexy als vroeger. Wat hebben zij ons, jonge blaadjes, te bieden? En kunnen ze iets doen om van hun donkere imago af te geraken?

Miranda Ulens, federaal secretaris van de socialistische vakbond (ABVV) en Marc Leemans, voorzitter van de christelijke vakbond (ACV) decoderen de arbeidsmarkt, berekenen hun imagoschade en trakteren ons op toekomstmuziek.

De arbeids- wadde?

Je bent net afgestudeerd en staat met je diploma in de hand aan de poorten van de arbeidsmarkt. Reden tot paniek? “Er zijn een aantal fenomenen zoals de vergrijzing, de lage economische groei en de snel evoluerende technologie. Ook de opkomst van de informele economie en van freelancewerk zorgen ervoor dat het zoeken van werk moeilijker en onzekerder is geworden. Met de populariteit van lowcostmodellen is er bij velen ook een neiging om te besparen op personeel”, aldus Leemans. “Samengevat betekent dat voor jongeren meer onzekerheden en minder kans op een job in een contractuele arbeidsrelatie. Dat betekent echter niet dat je als jongere moet doemdenken. Je moet juist de uitdagingen aangaan!”

Niettemin wijst hij op de gevaren die het verlies van het oude model met zich meebrengen: “Veel jongeren hebben wel een job, maar beschikken niet over sociale bescherming. Vroeger was het parcours als werknemer misschien saaier, maar het was wel zekerder en rechtlijniger. Mensen hadden weet van een traject. Nu is die rechtlijnigheid minder gewenst bij werknemers en ook bij werkgevers. Op die manier is rotatie van werk mogelijk en kunnen werkgevers refreshen wanneer ze willen, met als gevolg dat ze minder investeren in hun werknemers en omgekeerd. Arbeid is meer en meer terug een koopwaar aan het worden, en ook werknemers worden terug koopwaren.”

"Werknemers worden opnieuw koopwaren." - Marc Leemans

Niet getreurd

Toch staan jongeren volgens Miranda Ulens bij het afstuderen niet voor een zwart gat: “Jongeren hebben vandaag een realistischer beeld van de arbeidsmarkt dan vroeger. Ze zijn opgevoed met een meer open blik. Met het risico te veralgemenen, komen mensen ook veel vlugger in contact met nieuwe informatie waardoor ze bewuster zijn en worden van hoe het er op de arbeidsmarkt aan toegaat.”

Ze wijst ook op de variëteit aan opties die zich voor net-afgestudeerden aandienen: “Als je gestudeerd hebt, ligt de wereld voor je open. Dat betekent nog niet dat je de job van je leven onmiddellijk zal vinden. Studenten hebben het voordeel dat ze zich in een enorm gevarieerde arbeidsmarkt bevinden, maar dat brengt ook met zich mee dat de jobkeuze minder afgelijnd is. Bovendien is niet iedereen op zoek naar hetzelfde: sommigen willen nog meer kennis opdoen, anderen willen eerst nog een beetje van de wereld zien, nog anderen willen gewoon een loon om op het einde van de maand de huur te betalen. Ik heb ondervonden dat het meestal geen zwart-wit verhaal is, maar een van grijstinten.”

Onderwijs

Beide kopstukken zijn het erover eens dat het onderwijs niet perfect kan voorbereiden op deze brave new world. “Toen ik klein was, had ik nooit het idee dat ik de nummer één van het ABVV wilde worden”, illustreert Ulens. “Ik vind niet dat onderwijs studenten een op een moet voorbereiden op de arbeidsmarkt. Die is vandaag in zo'n snelle ontwikkeling dat je vijf jaar later geen werk meer vindt met je huidige diploma. De taak van het onderwijs is vooral om je geest te ontwikkelen en je blik te verruimen.”

Ook Leemans ontkent dat onderwijs perfect kan voorbereiden op de arbeidsmarkt. “Als student ben je vooral bezig met je eigen studies en heb je bijna geen ruimte om aan de verre toekomst te denken. Op de arbeidsmarkt komen blijft een ontdekking. Als je bijvoorbeeld misbruik ziet, kan je daar op twee manieren op reageren: ofwel ben je een witte merel die zich alleen sterk opstelt, ofwel organiseer je je collectief met andere werknemers. Je merkt hier mooi het contrast tussen de individualistische instelling van de student die zijn of haar examens moet halen enerzijds en de werknemer die zich meer collectief zal moeten openstellen.”

De arbeidsmarkt mag niet onbesproken blijven in het onderwijs. Zowel Leemans als Ulens wijzen erop dat vakbonden het onderwijs moeten benutten om jongeren te informeren over de arbeidsmarkt en hun rechten. Ulens benadrukt weliswaar dat vakbonden dit niet alleen kunnen: “Als we willen dat het onderwijs brede maatschappelijke thema’s aansnijdt, kan dat enkel door politieke druk uit te oefenen op de regering. Ik had graag gehad dat het onderwijs uitlegt hoe onze sociale zekerheid werkt en hoe die tot stand is gekomen. Het is belangrijk dat mensen die werken, weten welke rechten en plichten ze hebben. Het is niet juist dat werknemers afhankelijk zijn van een persoon, hun baas. Je moet buiten de individuele relatie met je baas ook rechten hebben en die kennen.”

Leemans treedt hierin bij: “Als werkzoekende kom je dikwijls terecht bij de vakbond. Zelfs als je meteen werk vindt, is het toch belangrijk om na te denken hoe je je positie binnen die job kan versterken. Hierbij kan de vakbond een handje helpen.”

Imagoprobleem

Vakbonden worden heel vaak in een negatief daglicht geplaatst. De politieke kleur schrikt af. De horrorverhalen die de media brengen ook. Ondertussen wordt de kloof tussen jongeren en de vakbonden steeds groter.

Leemans bevestigt die problematiek. Volgens hem ligt het individualisme bij jongeren hoger en spelen connotaties zeer sterk mee. “Maar in werkelijkheid is het ACV heel politiekonafhankelijk. Geloof onze woorden niet, kijk naar onze daden: er zijn veel verschillen tussen partijen en vakbonden die dezelfde kleur delen”, aldus Leemans. De vakbonden krijgen in Ulens' ogen de kans niet om in de media te komen met een positief verhaal. “Als onderhandelingen goed aflopen dan heb je weinig tot geen journalisten. En als we actie voeren of er sprake is van conflict, staan alle journalisten voor de deur,” vertelt Ulens. Tekortkomingen toegeven is moeilijk, maar Leemans steekt het niet onder stoelen of banken: “We moeten meer en beter uitleggen. Door de grote individuele tendens is het heel moeilijk om jonge mensen te overtuigen van die nood aan collectieve kracht. Die nood mag je niet onderschatten, want je zal het meestal niet uithouden tot de eindmeet zonder.”

Oplossing?

Hoe ze hun imagoprobleem willen oplossen? Volgens Ulens is het duidelijk: “Persoonlijk contact. Met de mensen gaan spreken. Niet louter leunen op pamfletten en advertenties.”  De link om jongeren te bereiken is een uitdaging, maar beide vakbonden hebben een jongerenwerking en bieden jonge mensen voordelen. “We moeten daar nog meer op inzetten om die aansluiting opnieuw te maken. Dat is cruciaal om onder andere de begindip tegen te gaan. Er is echter geen wondermiddel, maar we zoeken verder,” aldus een hoopvolle Leemans.

"Het is aan jonge mensen om zich niet mee te slepen in verhaaltjes onder het mom van vrijheid blijheid" - Miranda Ulens

Ulens vertelt dat het ABVV verschillende symbolische acties doet zoals The Fight for Fourteen (een verhoging van het minimumloon naar veertien euro per uur, red.) en sterk inzet op sociale media. Ze wil ook met haar vakbond meer naar scholen en universiteiten trekken. “Ik kan mijn kennis en ervaring delen met jongeren, maar zij zullen de wereld verder moeten uitbouwen. Het is aan jonge mensen om zich niet mee te slepen in verhaaltjes onder het mom van 'vrijheid blijheid', want op jezelf kom je er niet. Het is door collectief overleg en samenwerking dat je langzaam maar zeker vooruit gaat.”

Toekomstmuziek

Een wereld waarin vakbonden niet meer bestaan: de nachtmerrie van iedere syndicalist en zo ook van Leemans en Ulens. Allebei hameren ze op de relevantie van hun middenveldorganisaties. Volgens Ulens zullen er altijd vakbondsmensen zijn, op welke manier dan ook. Haar voornaamste doel is niet om de vakbond als huis te beschermen, maar om voor de rechten van mensen te blijven strijden. Leemans vult verder aan: “Als vakbonden overbodig worden, dan leven we in een ideale wereld waarin mensen gelijk in het leven staan. Dat is echter een utopie. Vandaag zitten we eerder in een dystopie waarin sociale onrechtvaardigheid alomtegenwoordig is.”

"Als vakbonden overbodig worden, dan leven we in een ideale wereld waarin mensen gelijk in het leven staan" - Marc Leemans

Leemans verklaart verder waarom vakbonden bestaansreden hebben: “Vakbonden zijn instrumenten van burgerdemocratie om de samenleving sociaal gelijker te maken. Het is fout te denken dat sociale rechten verworven zijn voor altijd. Kijk maar naar de huidige regering!” Van de regering hangt heel veel af volgens Ulens. “Onze speelruimte om dingen te verwezenlijken wordt heel sterk bepaald door de politiek. Snel vooruitgang boeken lukt natuurlijk veel beter met een sociale regering. In het andere geval moeten we actie voeren.”

0
Gemiddeld: 5 (1 stem)

Reactie toevoegen