Duurzaamheid? Wat moeten we kennen voor het examen?

“Het is niet de bedoeling om van elke student een groene student te maken, wel dat ze er over nadenken”. Onze alma mater vindt dat duurzaamheid geïntegreerd moet worden in het curriculum. De pilootprojecten handelswetenschappen en werktuigkunde-elektrotechniek zijn een startschot voor de UGent, maar de complexiteit mag niet onderschat worden.

Geen dag gaat voorbij zonder dat je met een vorm van duurzaamheidsdenken in aanraking komt. Of het nu over openbaar vervoer of herbruikbare bekers gaat, er is geen ontkomen aan. Dat besefte ook onze universiteit al in 1995. Vijf jaar voor de eeuwwisseling werd het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling (CDO) opgericht. Het CDO is een onderzoeksgroep met mensen uit verschillende faculteiten die samenwerken rond het duurzaamheidsvraagstuk. In den beginne zonder staf, maar het is ondertussen geëvolueerd naar een volwaardige onderzoeksgroep die ook met eigen werknemers opereert.

Maar hoe ziet het CDO duurzaamheid? Voor het duurzaamheidsbegrip vertrekken ze vanuit de Sustainable Development Goals die de Verenigde Naties in 2015 opstelden. Zeventien doelen om een einde te maken aan armoede, onze planeet te beschermen en een menswaardige levensstandaard te verzekeren voor iedereen. Denk bijvoorbeeld aan voedselzekerheid, gendergelijkheid, klimaat en veel meer. Met andere woorden: veel breder dan het klimaat- en milieuvraagstuk waar duurzaamheid vaak toe verengd wordt.

De bedoeling is om duurzaamheid over verschillende vakken heen aan bod te laten komen.

Onze universiteit engageerde zich uitdrukkelijk om duurzame ontwikkeling na te streven. Het onderwijzen van studenten in het duurzaamheidsdenken kon dus niet achterblijven. Zo groeide het idee om de inhoud van de curricula te verduurzamen. Al is dat niet zo simpel. “Wat we niet willen is dat er een soort vak komt dat in alle opleidingen hetzelfde is”, aldus Thomas Block, directeur van het CDO. De bedoeling is om duurzaamheid over verschillende vakken heen aan bod te laten komen.

Maar ook dit kwam met complicaties. Zo zegt ook Brent Bleys, professor in de handelswetenschappen: “We moeten er ook voor zorgen dat niet elke collega begint met de Brundtland-definitie van duurzame ontwikkeling, zodat studenten dat geen vijf keer hoeven te aanhoren. We willen een verhaal kunnen vertellen over verschillende vakken heen. Als je dan ook expliciet linken legt met die vakken, dan gaan studenten een meer consistent verhaal krijgen. In de opleiding handelswetenschappen slagen we hier volgens mij in, maar het is een proces dat continue afstemming vraagt."

Studenten zijn de toekomst

Enkele jaren geleden ging het CDO op zoek naar enkele opleidingen die een pilootproject voor het integreren van duurzaamheid in de vakken wouden opzetten. De richting handelswetenschappen was een van de eerste pilootprojecten op de universiteit Gent. Bij hen kreeg duurzaamheid in de opleiding een plekje op de bovenste plank. Voortrekker Brent Bleys vertelt ons waarom hij zich met de faculteit Economie en Bedrijfskunde kandidaat stelde. “Toen de oproep voor pilootprojecten vanuit het CDO kwam, dachten we dat dit het moment was om deze taak op te pikken. Waarom? Deels uit onvrede over mijn eigen opleidingen die ik zelf aan andere instellingen gehad heb. Je kreeg er macro-economie, maar waarom economische groei nodig is, kwam niet aan bod. Maar vooral door het feit dat er binnen de opleiding voldoende bezorgde en gemotiveerde docenten waren die hiermee aan de slag wilden gaan."

"Je kreeg er macro-economie, maar waarom economische groei nodig is, kwam niet aan bod."

Al houdt duurzaamheid meer in dan het ecologische, ook het sociale aspect komt daar in voor. Bleys: “Welke indicatoren kunnen we gebruiken om te zien of een economie succesvol bijdraagt tot het maatschappelijk welzijn? Het gaat ook over sociaal beleid. In de economie hebben we het kosten-batenanalyse-instrument om projecten te evalueren. Maar hoe moet je kijken naar kosten en baten die gespreid zijn in de tijd? Hoe kijk je naar schaarse milieugoederen die je afruilt? Er zijn heel veel domeinspecifieke punten die je in de verduurzaming van je curricula kan aanbrengen. De studenten zijn tenslotte de economen voor de komende veertig jaar. Het is zeer belangrijk dat onze studenten over deze discussie hebben nagedacht, de consequenties kunnen inschatten.”

Leren kritisch balanceren

Meer precies willen de universiteit en Thomas Block de complexiteit van duurzaamheidsvraagstukken -  wat wickedness genoemd wordt - aan de studenten meegeven. “Studenten die echt geïnteresseerd zijn in die vraagstukken, moeten in staat zijn om met die complexiteit om te gaan. We moeten ze dwingen om met de verschillende logica’s, interpretaties en invalshoeken met die kwestie te leren omgaan. Deze zaken kunnen botsen, en dat moeten de studenten kunnen erkennen. We duwen de studenten in zo'n oefening, zodat ze geconfronteerd worden met dat vraagstuk en ze tegelijkertijd de urgentie en de wickedness kunnen erkennen. Studenten moeten daarin leren omgaan, leren een balans te zoeken.”

Met de steun van het CDO wordt de theorie naar praktijk gebracht. Zo krijgen de studenten handelswetenschappen en introductiedag, gericht op duurzaamheid en de relatie met economie. Ook in enkele plichtvakken is het woord duurzaamheid een veelvuldig terugkerend mantra. Brent Bleys vertelt ons ook hoe het er in zijn lessen macro-economie aan toe gaat: “We gaan vanuit een duurzaamheidsperspectief de noodzaak voor economische groei in vraag gaan stellen. Ik geef gedurende de eerste tien lesweken het handboek, een zeer klassiek handboek. De laatste twee weken voeg ik daar een aantal topics aan toe. Ik vraag bijvoorbeeld aan studenten om in de woordenlijst achteraan te kijken naar klimaatverandering of broeikasgasuitstoot. Dit helemaal komt niet aan bod. We willen de output van onze economie verhogen maar we kijken niet naar de milieu-impact. Voor mij is dit een heel vreemde analyse van wat een economie is. De economie moet ten dienste staan van de maatschappij, dus moet ze milieugrenzen respecteren.” Of minder voor de hand liggend in het vak Human Resource Management: “De collega HR management ziet bijvoorbeeld zaken rond decent work en decent jobs, er zijn dus zeer veel raakvlakken.”

"De economie moet in dienst staan van de maatschappij, dus moet ze milieugrenzen respecteren.”

Maar de grootste uitdaging ligt in het verankeren van het duurzaamheidsaspect in de opleiding. Waar dit nu nog van individuen en werkgroepen afhangt, zou dit in de structuur ingebed moeten worden. “Je hebt een werkgroep en dat begint goed. Veel mensen zijn geïnteresseerd en er is veel enthousiasme, maar je weet ook: om dat tien jaar vol te houden, moet je daar op een of andere manier een soort van verankering voor hebben.” Zeer praktisch ziet professor Bleys daar een rol voor de Opleidingscommissie in. “Een optie is dat de Opleidingscommissies daar meer aandacht aan zal geven, of daar officieel de taak voor krijgen.”

FRiS participeert

Ook FRiS, Facultaire raad van ingenieursstudenten, waagt een sprong in het diepe. Sinds dit jaar hebben ze een duurzaamheidsteam opgesteld, en stil zitten doen ze niet. Aan de hand van de resultaten van een duurzaamheidsenquête willen ze het bestuur wakker schudden en aantonen dat duurzaamheid leeft onder de studenten. Uit eigen initiatief en met feedback van het   CDO lanceerden ze de bevraging bij de ingenieursstudenten, waarbij men niet enkel oog had voor het gedeelte onderwijs, maar ook voor de algemene werking van de faculteit, de infrastructuur en de evenementen die worden georganiseerd. Met de resultaten zal FRiS naar de opleidingscommissies gaan om zo gerichte programmawijzigingen te kunnen bereiken.

"Welke implicaties designs hebben, wordt nauwelijks of niet aangehaald.”

Het bestuur wakker schudden is nodig, vindt Fris. “We kijken naar de wereld vanuit de universiteit, maar focussen bijvoorbeeld te veel op het technische. Welke implicaties designs hebben, wordt nauwelijks of niet aangehaald”. Een mogelijke manier om de richting te verduurzamen zou kunnen zijn om te verwijzen naar de toepassingen van een techniek en welke effecten deze kan hebben. Zo zouden ze ook duurzaamheid willen integreren door masterproefstudenten kritisch te laten kijken naar het onderzoek dat ze deden en laten beoordelen hoe duurzaam het was.

Nog geen stemmen

Reactie toevoegen