Het onderwijslandschap heeft er een nieuw beestje bij: actief leren. De UGent onderzoekt mogelijkheden om het universiteitsbreed uit te bouwen en zo de werklast tijdens examenperiodes in te perken. Maar wie actiever moet worden, is nog maar de vraag.
Het idee rond het veranderen van de academische kalender is ondertussen gesneuveld, maar dat van de actieve leermethoden lijken niet te wijken. Wat het inhoudt, hoe het ervoor staat en hoe het geïmplementeerd wordt, leggen ACTIVO's Evi Van Mol en Jasper De Cnuydt ons uit. Zij worden van een kritische noot voorzien door Ruben Janssens, bestuurder onderwijs bij de Gentse Studentenraad.
Activo’s en alternativo's
Actief onderwijs is het tegenovergestelde van passief onderwijs. De traditionele vorm van lesgeven houdt een eenrichtingsverkeer van prof naar student in. Dit resulteert in een passieve vorm van leren. Actief leren vraagt van de student dat hij of zij zich actiever inzet. Dit betreft niet enkel de slaagcijfers, maar ook betrokkenheid. Studenten zijn geen honderden individuutjes in een ruimte meer, maar gaan actief met elkaar en de prof in interactie. Sommige vormen hiervan ben je wellicht al tegengekomen in je lessen, want het bestaat al in zekere mate aan de UGent. Zo heb je de microfoonbal, Mentimeter, presentaties en leerpaden. Maar volgens de ACTIVO’s zal het dieper moeten gaan dan dat. Veel zal afhangen van professoren en hun bereidwilligheid om deze onderwijsmethodes te integreren in de lessen. Er moet actief gepeild worden naar wat de studenten opsteken van de lessen. Daarnaast is er ook nog de competentie van zowel de professor als de student. We mogen eveneens niet vergeten rekening te houden met werklast, infrastructuur, evaluatievormen enzovoort.
Ja maar wie gaat dat betalen?
Ruben Janssens wijst op de verantwoordelijkheid van de lesgevers, die elk voor zich moeten beslissen hoe ze dit willen realiseren. Een obstakel is dat nieuwe lesmethoden een aanpassing van zowel personeel als infrastructuur vergen. Actief leren in een auditorium van 300 studenten is moeilijk. De studenten moeten ingedeeld worden in kleinere groepen. Dat vereist allereerst een andere infrastructuur, maar eveneens veel meer werk voor lesgevers. Zij moeten hun lesmethode omgooien en studenten van een meer individuele begeleiding voorzien. Lesgevers moeten dus zelf ook begeleid worden bij de integratie van actief leren in hun lessen. “Het is niet de bedoeling dat er een uniforme methode gevolgd wordt”, aldus de ACTIVO’s. “Wat wij doen in onze testfase is samenwerken met professoren uit verschillende richtingen. Dit kan gaan van vakken in de psychologie tot vakken in de exacte wetenschappen. We gaan voor elk vak op zoek naar manieren om actief leren in te calculeren, aangepast aan de vakinhoud.”
Nog een probleem volgens de Studentenraad is het veel voorkomen van de multiple choice-examens in sommige opleidingen. Dit is geen goede evaluatiemethode. Het blijkt dat studenten veel oppervlakkiger leren bij meerkeuze-examens dan voor open en mondelinge examens. Er moet dus samengezeten worden met docenten om tot een duurzame, leerrijke oplossing te komen die voor zowel docent als student rendabel is.
Eerstedutsstudenten
Tijdens het jaar zelf worden studenten aan hun lot overgelaten. Sommigen vallen in een zwart gat en studeren niet tot de examens hen recht in de ogen staren. Zeker eerstejaarsstudenten hebben minder weet van wat hen te wachten staat. Dit terwijl er manieren moeten zijn om studenten voor te bereiden op zowel de examens zelf, als een resultaat dat kan tegenvallen. Van Mol, De Cnuydt en Janssens pleiten voor feedback tijdens het academiejaar, die kansen biedt om studenten op de goede weg te helpen, in plaats van dit pas aan te bieden nadat de student gebuisd is. Naast de manier waarop je best leert voor je examens zijn er ook bezorgdheden over de inzet van projecten en groepsopdrachten om aan actief leren tegemoet te komen. De Gentse Studentenraad wil niet dat de student te zwaar overladen wordt met opdrachten, want dit zou betekenen dat het actief leren aan zijn doelen van werklastvermindering en betere voorbereiding op examens voorbij zou gaan. Opdrachten en groepswerken moeten ter ondersteuning zijn van de leerstof voor de examens, en mogen ze niet in de weg staan. Zo haalt Janssens een voorbeeld uit Zweden aan, waarin projecten geen puur huiswerk zijn, maar in het lessenrooster worden ingepland. Ook moet het nut van sommige projecten in vraag gesteld worden. Twee diepgaande projecten kan voldoende zijn. Het hoeven er geen vijf te zijn en ook moet niet steeds alles gequoteerd worden. Lessen kunnen op elkaar afgestemd worden, docenten moeten samenzitten en geïntegreerde projecten op poten zetten die studenten diep laten ingaan op een bepaald thema. Dit vergt dus een grotere en diepere samenwerking van lesgevers.
"Opdrachten en groepswerken moeten ter ondersteuning zijn van de leerstof voor de examens, en mogen ze niet in de weg staan" - Ruben Janssens
Euforisch vooruitzicht
Momenteel zijn er al enkele pilootopleidingen die het voortouw nemen en bepaalde methoden uittesten. In het Technicum worden nieuwe lokalen ingericht met het oog op deze methoden en ook Ufora, de digitale leeromgeving die Minerva zal vervangen, wordt gebruikt als hefboom om een meer dynamische leeromgeving te creëren. Janssens vermeldt ook de lesopnames als aanvullende lesmethode, zodat elke student dan op zijn/haar manier de les kan volgen. De ACTIVO’s staan hier echter sceptisch tegenover omdat dit uitstelgedrag zou aanmoedigen. Leerpaden en kennisclips zouden een actievere leermethode zijn, dan drie uur passief naar een hoorcollege luisteren. Om feedback van studenten te krijgen, wat nu ontbreekt, zullen volgend jaar al vernieuwingen doorgevoerd worden. Ruben Janssens laat ook weten dat deze verandering over een lange tijd zal gaan. De ACTIVO’s zijn er nu voor twee jaar, maar het kan mogelijks een generatie duren voordat het hele principe als onderwijssysteem geïntegreerd zal worden.
We did it before it was cool
Internationaal gezien worden op vlak van onderwijs problemen aangekaart in verband met diversiteit, slaagkansen, doorstroom en heroriëntatiemogelijkheden. Diversiteit in de zin van diverse studenten, diverse voorkennis, diverse groepen en diverse studierichtingen. Onder die omstandigheden moeten studenten complexe zaken leren, zoals kritisch denken. Dit kan niet zijn dat het enkel via een hoorcollege gebeurt. Daar kan actief leren zijn nut bewijzen! In de literatuur wordt vaak verwezen naar actieve leermethoden, die meer en meer worden toegepast en ook blijken te werken. Dat is dus geen principe van the next big thing, maar is echt een oplossing voor ons verouderd onderwijssysteem.
"Actief leren is dus geen principe van the next big thing, maar is echt een oplossing voor ons verouderd onderwijssysteem." - ACTIVO's
Ook op vlak van werkdruk werden oplossingen gezocht. Omdat 300 papers verbeteren veel werk met zich meebrengt, proberen we te kijken of er andere manieren zijn om competenties te toetsen. Voor de studenten brengt dit met zich mee dat de werklast tijdens de blok fors vermindert en ze meer werk leveren tijdens het jaar.
“Iets wat vaak terugkomt is de angst voor verlies van kennis. De bedoeling hier is dat kennis nog steeds wordt overgedragen, maar op een meer interactieve en ook diepgaande manier. Dit betekent ook dat een student, opgeleid aan de hand van actieve leermethoden, voor de rest van zijn/haar leven kennis zal vergaren op deze manier”, vertellen de ACTIVO’s.
Reactie toevoegen