Io vivat! Io vivat! Nostrorum et terrae sanitas! Studenten drinken tegenwoordig zowel op hun gezondheid, als op die van onze planeet. Maar hoe hoog dragen studentenverenigingen duurzaamheid werkelijk in het vaandel?
Van herbruikbare cantusbekers tot stadstuintjes die als paddenstoelen uit de grond schieten; het duurzame gedachtegoed lijkt niet meer weg te denken uit het Gentse studentenleven. Toch lijkt de Overpoortstraat bij elk ochtendgloren een heel ander verhaal te vertellen. Hoe verklaren we deze schijnbare dissonantie in onze progressieve studentenstad?
De Studentenhomes voorop
We stellen vast dat er vanuit allerlei instanties binnen de Universiteit Gent volop duurzame initiatieven worden ingediend. Deze kunnen grotendeels gecategoriseerd worden als specifieke projecten en structurele maatregelen. Ze vertrekken grassroots-gewijs vaak vanuit verenigingen en organisaties die zelf het heft in handen nemen om de huidige problematieken aan te kaarten. Vorig jaar voerde de 12urenloop bijvoorbeeld het gebruik van herbruikbare bekers in. Ook het Home Konvent (HK), de koepel van alle praesidia in de UGent-homes, lanceerde dit jaar herbruikbare cantusbekers. De homes kleuren dan ook groener dan andere verenigingen en konventen: zo wordt elk jaar Maart Milieumaand georganiseerd en heeft elke home een praesidiumlid dat instaat voor milieu. Ook de gratis kringwinkel Swap Shop, een gelauwerd project vanuit internationale homestudenten dat vorig jaar de duurzaamheidsaward De Groene Ruijter wegkaapte, vindt plaats in de homes. Niet onbelangrijk is wel dat sommige duurzame projecten makkelijker realiseerbaar zijn in een kleiner en hom(e)ogener konvent zoals het HK.
De projecten vertrekken vaak vanuit verenigingen en organisaties die zelf het heft in handen nemen
Vergis u echter niet, het zijn niet enkel konventen die zich bezighouden met duurzaamheid. Dé studentenvereniging waar je als gepassioneerde bewuste student terecht kan dezer dagen is D’URGENT, het voormalige UGent1010. D'URGENT is op individueel niveau bezig met duurzaamheid, door te sensibiliseren, maar ook op structureel niveau, door te proberen wegen op het beleid. Zo zitten ze aan de basis van studentenmoestuin StuJardin, de groente- en fruitpaketten van Mizuna, maar ook campagnes zoals Move Your Money, waarbij ze banken onder druk zetten om enkel nog te investeren in duurzame bedrijven. Onder meer de UGent heeft zich integraal toegelegd op duurzamer beleggen na een intensieve divestment-campagne van onder andere D’URGENT. Geen UGentse eurocent wordt nog besteed aan investeringen in fossiele brandstoffen of bedrijven met lage duurzaamheidsgraad.
De student en zijn (beperkte) macht
Duurzaamheidsprojecten balanceren dan ook vaak tussen het beleidsmatige niveau en het project-zijn. Volgens Sarah Van Acker, voorzitter van de Gentse Studentenraad, zullen structurele maatregelen vaak zwaarder doorwegen en dus een grotere impact maken. “Enerzijds zijn ad hoc-projecten goed, zo kunnen ze lokaal iets aanpassen, maar anderzijds is het duurzame karakter ervan iets moeilijker te behouden. Waar wij altijd naar proberen kijken is het structurele en verankerde karakter. Is het een project dat werkelijk als project gezien moet worden, of eerder op een beleidsmatige manier aangepakt moet worden?” Over de 12urenloop vraagt Van Acker zich af of er niet overwogen kan worden om de herbruikbare bekers te verankeren in plaats van jaarlijks eenmalige budgetten uit te trekken. “Dat is volgens mij onze meerwaarde. Niet zomaar projecten steunen, maar ze vooral proberen te verankeren. Waarmee ik niet zeg dat dit steeds lukt. Daarvoor is er nog meer samenspraak met alle verschillende actoren en instanties nodig. Iets waar het Duurzaamheidskantoor zich sterk voor inzet.”
Duurzaamheidskantoor
Het Duurzaamheidskantoor is een van de meest centrale organen binnen de duurzaamheidsbeweging van de UGent. Hier is elke student welkom om allerlei duurzaamheidsprojecten mee uit te denken en/of uit te werken. Hun voornaamste doel is de vele projectaanvragen die binnenstromen in goede banen leiden. Voor duurzame studentenverenigingen is Stefanie De Schrijver de specifieke verantwoordelijke. Hierbij proberen ze niet enkel projecten zelf tot stand te brengen, maar studenten in contact te brengen met andere verenigingen die hen daarbij kunnen helpen. Daarbij geeft het Duurzaamheidskantoor vooral bijstand via logistiek advies en waar nodig, meestal bij nieuwe initiatieven, een klein financieel duwtje in de rug.
"Wij krijgen zodanig veel projecten dat we niet overal kunnen helpen" - Stefanie De Schrijver
Hoewel ze al goed op weg zijn en de goede wil wel degelijk aanwezig is, zijn er nog een aantal werkpunten. De kritiek die het luidste weerklinkt is vaak gericht op de structurele aanpak. Waar het Leuvense equivalent over een honderdtal vrijwilligers beschikt, moet het Gentse Duurzaamheidskantoor zich tevreden stellen met tien jobstudenten, een coördinator en enkele vrijwilligers. Door het tekort aan mankracht en financiële middelen zien veel projecten nooit het daglicht. “Wij krijgen zodanig veel projecten dat we niet overal kunnen helpen.” Nochtans zijn er vanuit het Duurzaamheidskantoor voldoende initiatieven om vrijwilligers te zoeken. Van een standje op de Student Kick-Off tot een eigen website beheren - en momenteel hopen ze vooral met de vitrine onderaan het Ufo dat de mensen hun kantoor, de Green Hub, makkelijker zullen vinden. Maar zelfs al vinden studenten het Duurzaamheidskantoor, zich effectief engageren blijft een pijnpunt. “Mensen komen altijd zeer geëngageerd naar ons toe, maar als we mailen antwoorden ze vaak niet.” Een probleem waar de Leuvense collega’s een oplossing voor gevonden hebben. “Zij werken inderdaad met meer vrijwilligers, en degene waarmee ze werken moeten ook een contract tekenen. Als ze erbij komen, moeten ze zich effectief engageren.”
Daarenboven zijn het niet enkel de cijfers van vlees en bloed die tellen. Indien het Duurzaamheidskantoor al over voldoende menselijk vermogen zou beschikken, ook dan blijft hun financieel vermogen te beperkt. “Veel studentenverenigingen hebben een duwtje in de rug nodig”, vertelt De Schrijver, want de duurzaamheidsprojecten verdienen zichzelf niet altijd terug. “Ik heb het gevoel dat de studentenverenigingen veel goesting hebben om mee te doen. Er is veel engagement maar ze hebben vaak gewoon de middelen niet of weten niet hoe ze eraan moeten beginnen. Ja, we kunnen helpen, maar we zijn ook geen toverelfjes.”
Schimmel uit een onverwachte hoek
Duurzaamheid is in, maar toch lijken sommige initiatieven niet van de grond te komen. Vaak blijft het bij een enthousiast idee, al zitten er hier soms andere redenen achter dan je zou durven denken. Een goed voorbeeld zijn de herbruikbare bekers die verenigingen sinds kort bij de Dienst Studentenactiviteiten (DSA) kunnen afhalen. Als deze bekers niet op de juiste manier afgewassen worden, kunnen er zeer kleine scheurtjes ontstaan. Op zich geen probleem, tot die eens vochtig teruggegeven worden, want zo ontstaat er schimmel. De verantwoordelijkheid ligt dus bij de studentenverenigingen, maar je moet God niet zijn om te weten dat dit niet vanzelfsprekend is. Als de bekers na een maand gebruik vol schimmel zitten, hoe duurzaam zijn ze dan?
Als de bekers na een maand gebruik vol schimmel zitten, hoe duurzaam zijn ze dan?
Dit roept vragen op over de intrinsieke motivatie van studentenverenigingen om zich duurzaam te engageren: financiële, logistieke en hooguit onverwachte problemen niet uit de weg gaande, komt het soms wel neer op een gebrek aan interesse en ambitie. Duurzaamheid is duidelijk geen prioriteit voor sommige verenigingen en konventen; of dat effectief zo noodzakelijk zou moeten zijn is een andere vraag. Wat voor de meeste verenigingen of konventen wel doorweegt, is de kosten-batenanalyse die ze maken, waarbij een duurzaam initiatief best prima is, zolang ze niet al te veel lasten met zich meebrengt. Daar waar het Home Konvent al jaar en dag een verplichte milieupraeses heeft in elk van haar verenigingen, ligt dit bij andere konventen wel anders. “Sommige kringen hebben daar echt geen baat bij, ze hebben het vaak al moeilijk genoeg om mensen te vinden voor hun praesidium. Het past niet in onze esprit om kringen te verplichten een bepaalde functie in te voeren”, aldus Julien Marbaix, praeses van het FaculteitenKonvent.
Another one bites the DUST
Voor elk succesverhaal zijn er dan ook projecten die minder vooruitgang boeken, of die simpelweg gestorven zijn tijdens het verwekkingsproces. Hoewel velen succes boeken, zouden sommigen beter leren aan hetzelfde eind te trekken, terwijl anderen dan weer de bomen niet meer door het bos zien. Simpeler gezegd: vaak veel werk met weinig effect. Verenigingen werken naast elkaar aan hetzelfde project, vinden het wiel terug uit, of kennen niemand om hun inzet te ondersteunen. Ook continuïteit binnen organisaties is noodzakelijk voor het voortbestaan van het project. Wanneer er iemand van het kernteam vertrekt, neemt die vaak een hele rits aan dossierkennis met zich mee.
Wanneer er iemand van het kernteam vertrekt, neemt die vaak een hele rits aan dossierkennis met zich mee
Onderlinge transparantie, samenwerking en communicatie zijn drie enorme werkpunten die zowel kleine als grote organisaties voelen. Door de beperkte naamsbekendheid van centrale instanties weten velen niet waar naartoe met hun vragen en ideeën; mede omdat duurzaamheid nu eenmaal zo’n breed thema is. De structurele hervormingen van het Duurzaamheidskantoor zijn hier al een stap in de goede richting. Zo zijn er nu green ambassadors om dit probleem tegen te gaan in de mate van het mogelijke. “Ongeveer elke facultaire studentenvereniging, op enkele uitzonderingen na, heeft nu een green ambassador. Via hen werk ik samen om de werking in hun kring te verduurzamen. Deze verduurzaming gebeurt aan de hand van het boekje DUST (Duurzame Studentenverenigingen, red.), opgemaakt met allerlei challenges die ze kunnen doen”, aldus De Schrijver.
Het is een hobbelig en soms weinig verkend pad dat de student aftastend probeert te bewandelen. Weinigen kunnen nog ontkennen dat er voortaan rekening gehouden moet worden met het duurzame aspect van bepaalde zaken, behalve misschien de Thierry Baudets van deze wereld. Hoe het ook zij, dat aangewakkerde bewustzijn staat voor velen niet altijd gelijk aan een intentie tot handelen. Kan het zijn dat we dezer dagen dwepen met duurzaamheid als een abstract idee, waar we niet omheen kunnen, maar het toch een bekerworp te ver lijkt voor de meesten om het in concreto te implementeren?
Reactie toevoegen