Nou, Nederlands hoef ik niet

De teloorgang van de neerlandistiek

De Vrije Universiteit van Amsterdam (VU) deed vorige maand het ondenkbare: ze schrapte de bacheloropleiding Nederlands. Hoe moet het nu in hemelsnaam verder met de moedertaal van het land?

Vijf beginnende studenten en vijf professoren: de bachelor Nederlands aan de VU telde aan het begin van dit academiejaar evenveel studenten in de eerste bachelor als er proffen waren. Een harmonisch verhaal kan je dit moeilijk noemen. De universiteit heeft in februari van haar hart een steen gemaakt en de studie volledig geschrapt. De uitleg? Het zou financieel niet houdbaar zijn en er is te weinig interesse.

Minister, er zit een banaan in je oor

Vol verontwaardiging en ongeloof stapten enkele kamerleden naar de minister van Onderwijs Ingrid van Engelshoven (D66). Zij zou het tij nog kunnen keren en het Nederlands van een beginnende ondergang aan de VU redden. Toch niet, de minister besloot de beslissing over te laten aan de universiteit zelf en stelde dat ze zich zou bezighouden met het algemene probleem: de jammerlijke reputatie van het Nederlands in het onderwijs en het lerarentekort in het secundair. Er zijn in haar ogen geen directe signalen dat de studie Nederlands dreigt te verdwijnen omdat andere universiteiten, ook in Amsterdam, de studie nog steeds aanbieden. Of de minister in de ontkenningsfase zit, of het probleem van de dalende interesse niet belangrijk vindt in het licht van globalisering, valt alleen maar naar te raden ...

Welles nietes

Minister van Engelshoven wil bovendien niet dat een organische evolutie, zoals de verlaging van interesse in Nederlands, onder handen genomen wordt met maatregelen zoals tevergeefs één studie aan één universiteit te proberen redden. “Je moet opleidingen die dreigen te verdwijnen niet koste wat het kost in leven willen houden”, aldus van Engelshoven.

Professor in de Nederlandse Letterkunde aan de Vrije Universiteit Amsterdam, Johan Koppenol biedt een genuanceerd weerwoord: “Ik denk dat een land in elk geval borg moet staan voor het behoud van een voldoende ruim en gevarieerd aanbod van mogelijkheden om de eigen taal en cultuur te bestuderen. Zodra dat in gevaar komt, zal de economie inderdaad moeten wijken voor inhoud. Maar misschien is het nodig om even stil te staan bij de grondslagen van ons onderwijs. Inmiddels heeft het neoliberale denken aan sommige Nederlandse universiteiten de status gekregen van een soort natuurwet waar niet aan te ontkomen valt - en de vraag is of dat terecht is.” Hij ziet de beslissing als een kwestie van politieke keuzes. Het hangt volgens hem dus heel erg af van hoe hoog huidige politieke besluitvormers zaken als taal en cultuur in het vaandel dragen. Koppenol ziet dus de zin van het besluit van de VU in, maar waarschuwt ons voor een te dominerend neoliberaal discours. Hij maant ons verder aan op te letten met een te harde focus op de economische kant van het verhaal. 

Helaas pindakaas

De schorsing van de bachelor Nederlands aan de VU is niet te wijten aan toeval, maar kent een voorgeschiedenis in een trend van dalende interesse in het vakgebied van de Nederlandse taal. De voorbije tien jaar is het aantal studenten Nederlands over heel Nederland met ruim 60% gedaald.

De afname in interesse voor het Nederlands ligt volgens Heleen Sillekens, studente Liberal Arts and Sciences aan University College Tilburg, aan de manier waarop het vak Nederlands op middelbare scholen gegeven wordt. “Ik ben zelf best veel met taal bezig, maar ik vond de lessen Nederlands op school totaal niet interessant of stimulerend. Ik heb er dus ook nooit over nagedacht om Nederlands te gaan studeren, terwijl ik spelen met taal en literatuurgeschiedenis wel heel leuk vind.” Professor Koppenol kwam op eenzelfde verklaring uit: “Het schoolvak is in Nederland buitengewoon onaantrekkelijk geworden in de loop der jaren. Het is vooral ingericht op tekstverklaren en de mooie inhoud is weggefilterd ten gunste van een handvol trucs die een goede beheersing van het Nederlands beloven - of dat zo is, blijft de vraag. Bovendien is het beroepsperspectief van leraar voor jonge mensen niet erg aantrekkelijk.”

In English, please

Een andere verklaring voor de interessedaling in de Nederlandse taal zou kunnen liggen aan de groeiende verengelsing, en dan vooral aan de universiteiten in Nederland. Heel wat universiteiten in het land zijn aan het evolueren naar een curriculum dat quasi volledig in het Engels aangeboden wordt. Dit gaat over lesmateriaal zoals boeken, maar ook over de lessen zelf die in het Engels gegeven worden. Sillekens denkt dat het geen kwaad kan dat er een aantal studies in het Engels aangeboden worden: “De confrontatie met het Engels leert ons op jongere leeftijd open te staan voor dat wat anders is en voor wat we niet gewend zijn. Nederland is nog steeds deel van de wereld en kan er niet aan ontsnappen dat het in contact komt met de rest van de wereld. Hier moeten wij als individuen goed mee kunnen omgaan.”

"Taal is de ruggengraat van onze samenleving"

Daartegenover staat volgens professor Koppenol dat een goede beheersing en studie van het Nederlands onmisbaar is en blijft. “Het is een basis voor het leren van vreemde talen, het belangrijkste communicatiemiddel in onze samenleving, het voertuig van maatschappelijke ideeën en de eigen kunst en literatuur. Het is bovendien ook nog eens de rechtstaal en de politieke taal.”

Relevant of ambetant?

Kunnen we nu concluderen dat de Nederlandse taal en het bestuderen ervan irrelevant is geworden? Zowel Heleen Sillekens als professor Koppenol vinden van niet. “Onze taal is de ruggengraat van onze samenleving. Een goede beheersing ervan is cruciaal om met succes te kunnen deelnemen aan onze samenleving”, aldus Koppenol. De bachelor Nederlands wordt dan wel geschrapt aan de VU, maar er bestaan wel degelijk nog vurige voorvechters die de schoonheid en relevantie van de taal aantonen door ze te bestuderen en ze te bespelen. De Nederlandse taal is dus nog lang niet dood.

Nog geen stemmen

Reactie toevoegen