Heeft je grootmoeder gelijk dat je niet naar vettige prentjes mag kijken? Professor seksuele ethiek Tom Claes biedt antwoord. "Wanneer je seksualiteit volledig banaliseert, bereik je je doel niet van bevrijding. Dan is het simpelweg everywhere in the open. Zo heb je geen progressief verhaal meer."
Maart ‘69: porno, studentenparticipatie, crashen op de Blandijn en de geboorte van de studentenraad. Volgens professor Tom Claes, ethicus gespecialiseerd in de seksuele- en relatie-ethiek, is het geen toeval dat een lezing over pornografie deze reactie uitlokte: “Da's altijd een problematisch onderwerp geweest, zeker nog midden jaren zestig. Vanaf de jaren zeventig kwam porno steeds meer in de publieke sfeer terecht en grote productiehuizen kregen de kans om te kiemen in de samenleving. Films zoals Deep Throat en Behind a green door maakten een opmars en visuele pornografie werd mainstream. Dit kon natuurlijk niet zonder een reactie teweeg te brengen van onder andere feministische bewegingen, die op dat moment mobiliseerden.
“Ik weet niet of je de reactie van de universiteit expliciet conservatief kan noemen. We mogen niet vergeten dat er eind jaren zestig nog een taboe is. Om dan in de UGent over pornografie te gaan spreken en beelden te tonen - voor een aantal mensen was dat er wellicht een beetje over”, vertelt Claes. Verder stelt hij ook dat dit nu nog steeds een hele discussie is. “Ik verwijs in mijn lessen ook geregeld naar pornografie en prostitutie. Het is niet voor de hand liggend, maar zolang het lesmateriaal pedagogisch verantwoord is, maakt de UGent er geen probleem van. Ook moet het een academische functie hebben. Als je rond exotisme of racisme en porno wil spreken, moet je ergens een grens trekken.”
Seks op de universiteit
“Pornografie is een van de belangrijkste gegevens in onze westerse moderne samenleving. Het is zo'n cruciaal gegeven en beduidend discussiepunt, dat het schandalig zou zijn mocht een universiteit er geen aandacht aan besteden”, meent Claes.
“Deze universiteit, en daar kan ze wel een pluim op haar hoed steken, is een van de weinige universiteiten, of toch een van de eerste, waar het thema seksualiteit een plaats kreeg. Dat heeft ze te danken aan figuren uit de jaren zestig en zeventig als Jaap Kruithof, Jos Van Ussel, Bob Carlier, Ronald Commers en later Etienne Vermeersch, die het thema centraal wilden stellen en expliciet wilden bespreken.”
“Deze universiteit is een van de weinige universiteiten, of toch een van de eerste, waar het thema seksualiteit een plaats kreeg"
“Kruithof zette toen al aanzienlijk in op seksuele reproductieve rechten en anticonceptie: zaken die nog verboden waren. Samen met Jos Van Ussel startte hij onderzoek op naar seksualiteit bij studenten in de jaren zestig. Die seksualiteit kwam toen meer en meer op, werd bediscussieerd, mensen wilden hun vrijheden. Zij stelden vast dat er enorme ellende bestond: je had toen geen seksuele opvoeding, je wist niet wat je met die vrijheden aan moest. Mensen zaten in de knoei met het feit dat ze masturbeerden, en dat was nog altijd een taboe voor velen. Dat heel centraal en publiek ter bespreking zetten is echt op rekening te schrijven van mensen als Jaap Kruithof en Jos Van Ussel. De UGent was dus al snel goed bezig door die zaken te bespreken, academisch toe te laten en daar iets rond te organiseren.”
Vrije wil, vrije seks
“Later spreekt Van Ussel over het ‘Afscheid van een seksualiteit’: de seksuele revolutie werd opgeslokt door een soort van prestatiemoraal; seksualiteit moest bevrijd worden, maar nu moest iedereen zo veel mogelijk seks hebben. Je kreeg een seks-radicale beweging, die in zekere zin dat streven naar een emancipatorische seksualiteit overschiet en van seks een soort handelswaar ging maken, een objectiverend iets.”
“In de jaren tachtig drong pornografie overal door. In de jaren negentig werd dat nog sterker geïntensiveerd. Heel dat emancipatorische verhaal verdween: het was louter nog een keuzemodel waar vrijheid van keuze centraal stond. Niet enkel de progressieve seksueel-pessimisten waren bang voor een volledige liberalisering en vercommercialisering. Wat zij identificeerden was voor een stuk de problematiek die daarachter zat, namelijk het prioriteren van de vrije keuze, denken over het seksuele object als iemand die volledig zichzelf in de hand kan houden, die rationeel nadenkt, die vrijheden heeft en opeist. Op basis daarvan kreeg toestemming de plaats van een baseline voor seksuele ethiek. Als het via toestemming en consent bekomen is, wie ben jij om dan te zeggen of er nog iets beter of iets slechter is? Dezelfde soort kritiek kwam terug bij de feministische auteurs, namelijk dat er fundamenteel scheefgetrokken machtsverhoudingen waren tussen mannen en vrouwen. Wat niet kan, wat waardevol is en wat niet, dat kan namelijk zelf niet besproken worden in termen van louter consent, omdat het een procedureel gegeven is. Je moet verder kunnen gaan dan louter die notie van geldige toestemming. Hoe ga je dan verder? Da's een heel moeilijke vraag.”
Afschermen en onderdrukken
“Pornografie is het afbeelden van naakt en seksuele activiteiten. Dat heeft wellicht allang bestaan. Het is maatschappelijk ontstaan, door het uitselecteren van afbeeldingen en teksten die als pornografisch worden bestempeld.
In The Secret Museum toont Walter Kendrick dat de categorie van pornografische objecten ontstaan is na de opgravingen in Pompeï en andere sites in die tijd, waar ze zeer geseksualiseerde beelden en afbeeldingen vonden in een toen zeer preutse en Victoriaanse negentiende-eeuwse wereld. Toen was de vraag: “Wat gaan we met die objecten doen?” De meeste mensen wilden die vernietigen omdat ze niet strookten met hun gedachtegoed. In plaats daarvan werden ze in een secret museum gezet, waarbij ze afgeschermd werden van het publiek omdat ze op een of andere wijze zouden ingaan tegen de tere en onschuldige waarden van vrouwen en kinderen. En dat terwijl mannen daar wel binnen mochten. Pornografie is fundamenteel een argument: het ontstaat wanneer men een set van objecten van de publieke toegankelijkheid gaat afschermen en die een speciaal gewicht gaat toekennen. Dit betekent dat de sociale criteria altijd belangrijk zijn om iets pornografisch van iets niet-pornografisch te onderscheiden. Dat zien we vanaf het begin van porno: het draait om het regelen van de toegang en selecteren van een aantal objecten die beperkt toegankelijk zijn.”
"Ik denk niet dat porno per definitie niet kan, onder meer omdat we eigenlijk niet weten wat pornografie is en wat niet."
“Op het einde van de jaren tachtig kwam er een boom van de pornografische film, alsook een aangroei in pornografische objecten. De feministische reactie luidde dat dit geweld op vrouwen was. Niet zozeer ging het om de film, wel dat het zou leiden tot vrouwonvriendelijke houdingen. In Deep Throat bijvoorbeeld, heeft het hoofdpersonage een clitoris in haar keel. Ze kan dus alleen klaarkomen als er een penis in haar keel zit, waardoor er dus geen woord meer uitkomt ... Haar stem wordt ontnomen, wat wellicht past binnen een patriarchaal model.
Ik denk niet dat porno per definitie niet kan, onder meer omdat we eigenlijk niet weten wat pornografie is en wat niet. Dat wordt immers bepaald door de tijd- en plaatsgebonden sociale normen. Het verschuift ook constant: als Madonna haar clips uitbrengt is dat voor sommigen pornografie en voor sommigen niet. Dan kom je uit bij de vraag of porno kan gezien worden als kunst.”
Mainstream pornografie
“Mainstreamporno is enorm divers geworden. Eind jaren tachtig ontstond het label ‘vrouwenporno’. Deze was niet louter erin en -uit, maar meer gericht op een verhaal. Nog steeds zijn de meningen verdeeld: enkele feministen zijn pro seks en zien pornografie als recht, een andere groep feministen blijft porno zien als geweld op vrouwen en dus immoreel.”
“Zelf vind ik dat de waarheid in het midden ligt. Met pornografie heb ik geen problemen, maar zie het wel als moreel problematisch als de soort of de verspreiding ervan ten koste gaat van vrouwen. Dit is niet hetzelfde als stellen dat het bij wet verboden moet worden: het is niet vast te stellen dat pornografie zou leiden tot meer verkrachtingen of dat het negatieve effecten zou hebben. Soms wordt wel een verhoogde misogynie gemeten na het kijken van gewelddadige pornografie, maar ligt dat aan het geweld of aan de vrouw die wordt afgebeeld? Men is er nog niet uit.”
Wanpraktijken in porno
“Westerse porno bevat natuurlijk ook wantoestanden. Zo zijn er nog een aantal zaken die stuk voor stuk onze vooroordelen lijken te bevestigen, maar moeten we daarom porno direct verbieden? Als je als overheid censureert op porno, claim je dat volwassenen geen eigen keuzes kunnen maken in wat goed of slecht is voor hen. Dat is zeer paternalistisch en een inbreuk op de vrije expressie. Een andere mogelijke invalshoek is dat je een onderscheid maakt tussen wat een aanvaardbare mening is en welke porno aanzet tot gewelddadige gedragingen. Hierbij censureer je niet op de vrije expressie en mening, maar op basis van de bijdrage tot agressie in de echte wereld. Zo kan porno houdingen naar vrouwen toe negatief beïnvloeden. Een verbod op porno omdat de houdingen naar vrouwen negatiever zijn, zie ik niet zitten, maar het is wel heel belangrijk dat bij de sekswerkers de arbeidswetgeving nageleefd wordt. Net zoals met andere werknemers mogen deze mensen niet uitgebuit worden. Pornografie wordt door mensen gecreëerd en moet niet noodzakelijk problematisch zijn. Enkel als er illegale praktijken in en door gebeuren, moet het verboden worden. We moeten hierbij de vraag stellen of er gradaties zijn binnen sekswerk in termen van juridische en morele toelaatbaarheid. In sommige situaties is het verkopen van seksuele diensten niet noodzakelijk problematisch als het in een vrije context gebeurt. Belangrijk is om ervoor te zorgen dat de keuze niet gedwongen is door slechte omstandigheden.”
“Je moet er verstandig mee omgaan. Pornografie kan soms een positief effect hebben op mensen. Ook in behandelingen wordt het soms gebruikt. Sommige mensen gaan er echter negatief mee om en worden agressief of raken eraan verslaafd.”
Reactie toevoegen