De kolossale collectie aan academisch erfgoed die de Universiteit Gent tijdens haar bestaan heeft vergaard zal binnenkort te bewonderen zijn in het nieuwe, eengemaakte universiteitsmuseum. Zover zijn we echter nog niet, en het wordt nog een enorme opgave. De rol van de student is daarbij cruciaal.
Dat de UGent tot voor kort zes musea uitbaatte is informatie die voor de meeste studenten wellicht te laat komt. Maar nu is er iets nieuws op komst. In het voorjaar van 2020 opent het Gents Universiteitsmuseum (GUM) voor het eerst haar deuren. De universiteit nam de beslissing om de zes bestaande musea samen te voegen tot één. Centraal in het nieuwe museum staan de wetenschappelijke methode, haar plaats in de samenleving, en alles wat voorafgaat aan het proces van de wetenschap.
Zwerfgoed
Momenteel telt de UGent een zestal verschillende collecties, gaande van archeologie tot de geschiedenis van de geneeskunde. Samengeteld telt de erfgoedcollectie meer dan 400.000 objecten, hetgeen het de grootste academische erfgoedcollectie van Vlaanderen maakt. “De UGent bezit, naast de omschreven collecties, ontzettend veel niet-omschreven erfgoed. We noemen het zwerfgoed. Het gaat om stukken die in de kasten zitten bij de proffen of in de gangen staan van de verschillende faculteiten. Wekelijks krijgen we meldingen van proffen die zich afvragen of bepaalde onderzoeksmaterialen op hun faculteit al dan niet van erfgoedwaarde zijn”, aldus Michaël Mariën, communicatieverantwoordelijke van het GUM. Het merendeel van deze collecties is echter enkel beschikbaar op afspraak of zelfs helemaal niet opengesteld voor het publiek. Het toekomstige museum belooft hier verandering in te brengen. Alle collecties zullen samengevoegd worden, inclusief stukken die nooit eerder te zien waren.
De wetenschapper als mens
Pronkstukken van de ruime universiteitscollectie bevatten onder meer het negentiende-eeuwse paard van Auzoux, een levensgroot paard van papier-maché dat volledig uit elkaar gehaald kan worden om zo de anatomie van een paard makkelijker te kunnen begrijpen, en om te besparen op echte dissecties. “De pronkstukken van het museum zullen vooral de verhalen zijn die gebracht zullen worden", zegt Mariën.
“De pronkstukken van het museum zullen vooral de verhalen zijn die gebracht zullen worden" - Mariën.
“Zo zal je bijvoorbeeld de evolutie van de ordening van de universitaire plantentuin kunnen bekijken, naarmate nieuwe ontdekkingen gedaan werden in plantenonderzoek en er dus nieuwe soorten indelingen gebruikt werden.”
Volgens Marjan Doom, de directeur van het nieuwe museum, wordt het iets unieks: “Het wordt geen museum over de geschiedenis van de universiteit. Het wordt geen klassiek natuurhistorisch museum, ook niet over de geschiedenis van de wetenschap. Ik durf wel zeggen dat we eigenlijk iets nieuws brengen, als we kijken in het veld van de wetenschapsmusea. Het gaat specifiek over het wetenschappelijk proces, dus over het wetenschappelijk denken. Eigenlijk over alles wat eraan vooraf gaat, en het voortbrengen van onderzoeksresultaten. Heel veel natuurhistorische musea en wetenschapsmusea focussen op de resultaten, en op het in een toegankelijke taal brengen van die resultaten. Wij kijken naar het hele proces dat ervoor komt. Hoe denkt de wetenschapper? Wat is de wetenschappelijke methodiek? Welke plaats neemt die in in de maatschappij?”
"Hoe denkt de wetenschapper? Wat is de wetenschappelijke methodiek? Welke plaats neemt die in in de maatschappij?"
“We willen de wetenschapper als mens tonen. Een mens die zich kan vergissen en die niet zwart-wit is”, zegt Annelies Lust, educatief verantwoordelijke van het GUM. “Het doel is om het kritisch bewustzijn aan te wakkeren over onderzoek. De hoofddoelgroep is 15- tot 25-jarigen, maar ook iedereen die geïnteresseerd is in wetenschap. Jonger dan dat, en het nodige kritisch denken ontbreekt. De rondleidingen zullen dan ook niet saai, maar interactief zijn. Zo zal je als bezoeker zelf kunnen deelnemen aan wetenschappelijk onderzoek en activiteiten kunnen uitvoeren om de wetenschap beter te begrijpen. Hopelijk kunnen we jongeren zo goesting doen krijgen om wetenschappen te studeren, zowel alfa-, bèta- als gammawetenschappen. ” Volgens Doom vult het museum een belangrijke leegte. “Het is eigenlijk ook een soort vorming van kritisch burgerschap, een van de kerntaken van een universiteit: studenten opleiden tot wetenschappers, tot onderzoekers, om op een bepaalde manier met informatie om te gaan. En het is wel een beetje mijn aanvoelen dat er zo'n tijdsdruk zit op opleidingen en dat de curricula zo vol zitten dat dat soms een beetje uit het oog wordt verloren. Dat docenten niet voldoende tijd hebben om dat durf denken-idee nog te duiden. En die rol willen wij opnemen.”
MuST
In september werd er een oproep gedaan naar studenten die geïnteresseerd zouden zijn om vrijwillig bij te dragen aan de ontwikkeling van het nieuwe museum. Het Museum Student Team (MuST) staat in voor de link tussen museum en student. Minstens twee keer per maand komen ze samen om te brainstormen over allerlei toekomstige projecten en aan workshops en activiteiten deel te nemen. Bij de lancering van het museum zouden ze ook ingeschakeld kunnen worden als echte gidsen. Maar liefst tachtig studenten toonden hun interesse om deel uit te maken van MuST, waarvan zesentwintig studenten de uiteindelijke selectie haalden. De studenten komen uit alle mogelijke richtingen. Fien Straetmans, studente geschiedenis, meldde zich aan als vrijwilliger omdat ze graag in de cultuursector terecht wou komen. “Het is de ideale plek om werkervaring op te doen.”
Diegenen die zich nu nog bij het MuST-team zouden willen voegen zijn eraan voor de moeite. Momenteel zijn ze namelijk niet op zoek naar nieuwe leden. Dat er in de komende jaren een nieuwe ledenwerving georganiseerd zou worden, sluit Annelies niet uit. “In de toekomst zouden er nieuwe studenten kunnen bijkomen, maar hoe MuST verder zal evolueren weten we nog niet. Dat zal afhangen van onze ervaringen tijdens het eerste jaar.” Of MuST in een volwaardige studentenvereniging zal evolueren is nog niet duidelijk. Dat het er is om te blijven wel. “Dat de student betrokken wordt bij de werking van het museum, dat lijkt mij de logica zelve. De input van die 18- tot 25-jarigen, voor wie we het ten slotte dan ook doen, die is cruciaal.” vindt Marjan Dooms. “De student is een heel belangrijk deel van ons doelpubliek. Het is ook echt de bedoeling dat het voor studenten als een plek voor hen aanvoelt. Dus als het gaat om wat voor filmvertoningen we moeten programmeren om de student binnen te krijgen, dan zijn de MuST-studenten ons klankbord. Maar het gaat ook veel verder dan dat. Nu nemen we dat team richting de opening helemaal mee in onze werking, en wordt dat op termijn bijna een van onze bestuursorganen, als een soort young board."
Wie nog twijfelt om in 2020 een bezoek te brengen aan het nieuwe museum heeft bovendien niets te verliezen, voegt Doom nog toe. "We zitten natuurlijk in de museumsector, dus we zetten onze prijs voor een extern publiek zoals een ander museum. Maar voor de student en de UGent'ers is een bezoek gratis."
Reacties
(Geen onderwerp)
(Geen onderwerp)
(Geen onderwerp)
Reactie toevoegen