Uit de kast komen 2.0

Lezersbrief door Maite Vanthournout

 

Tig keer heb ik hem herlezen, mijn originele tekst. Ze bevatte provocerende analogieën, zoals het een doorsnee column betaamt: het liefdesspel – een blokkendoos met een rond gat en een cilinder, mijn moeder – een lopend huwelijksbureau dat overuren draait om aan haar dochter een geschikte man te offeren. De pointe, opnieuw een essentieel kenmerk van de column, kwam op het volgende neer: ik zou motten vangen in die kakkast. Tussenin nog een paar expliciete allusies naar seks, et voilà, controversieel taalgebruik ten top. Dat zou toch wel voldoende zijn om Schamper te halen?

Ik tekende af met een enkele letter J.

Nu, hier is een andere versie. Een betere, want wat ik in mijn originele tekst had gedaan, is wat ik al een lange tijd doe. Mij verstoppen.

Om te beginnen, mijn naam begint met een M, niet met een J.

Om te eindigen, ik was – ben – word verliefd op mensen – op jou – op hem – maar eerlijk, meestal op haar.

Neen, ik heb geen fetisj voor keratines, het gaat wel degelijk om het persoonlijk voornaamwoord dat ook wordt gebruikt als anderen over mij willen praten. Zij. Ik. M maar niet J. Doet het ertoe?

Om te eindigen, ik was – ben – word verliefd op mensen – op jou – op hem – maar eerlijk, meestal op haar.

Jawel, genoeg om te zwijgen toen twee vriendinnen onthulden dat ze een koppel waren, om iedere keer te liegen als mijn beste vriendin vraagt of ik nog niemand op het oog heb, om in nota bene de Blandijn rond te lopen als een vermeende heteroseksueel, om niet 'mensen zoals' ik te antwoorden toen mijn opa vroeg wat holebi’s zijn (we verschenen weer eens in ’t nieuws).

Terwijl ik nu letter voor letter tik, tikken de secondes hier nog steeds voorbij. Hier is geen kast. Slechts een soms donkere, soms veilige, maar doorgaans eenzame plaats waar alleen het gerikketik van ik hoorbaar is.

Waarom dan plots zo ostentatief openhartig in een of ander studentenblad? Omdat de kast mij stilaan egocentrisch maakt. Omdat ik aandacht wil. Talloze slapeloze nachten gingen verloren aan identiteitsontleding gevolgd door de vragen: wie zal ik het zeggen? Wie eerst? Wanneer? Hoe? Of later? Of nooit? Maar vooral: waarom?

Waarom moet ik mezelf verantwoorden om iemand lief te hebben? Als deze postoriginele tekst werkelijk verschijnt, dan wil ik jouw aandacht trekken. Jij, een andere ik die zich ook verstopt. Op de open vlakte van dit A4 sluiten we ons aan bij de meute dansende mensen, dat de motten mogen stikken, want lover is het enige label dat telt en gevierd moet worden.

0
Gemiddeld: 5 (1 stem)

Reactie toevoegen