"Een academicus is geen Peter Pan"

Jeroen Wijnendaele over het postdocprecariaat

"Ik ben geen revolutionair", zegt Wijnendaele nu de storm is gaan liggen. Vorige maand scheerde zijn opiniebijdrage nog hoge toppen op Knack.be. Er volgden heel wat reacties, waaronder die van Leuvens rector Luc Sels, maar wanneer komt er verandering?

Jeroen Wijnendaele

"Het is bittere ironie dat universiteiten als geen ander aan kennisvernietiging doen", zo kopte een opiniebijdrage van Jeroen Wijnendaele, als postdoc onderzoeker verbonden aan de vakgroep geschiedenis van de UGent. De bijdrage werd door 80 onderzoekers mee ondertekend. "We doen niet aan kennisvernietiging, we geven kennis door", reageerde Luc Sels, rector van de KU Leuven. 

De gouden kooi

Jeroen Wijnendaele

"Sels heeft ergens natuurlijk gelijk", steekt Wijnendaele van wal. "Postdoc onderzoeker zijn is een zeer mooie job. Het is de mooiste job die ik ooit gehad heb. Het salaris is ook fenomenaal, maar je zit ook wel in een gouden kooi. Waar kom je terecht als er geen plaats is om als professor verder te gaan? Mensen liggen daar echt van wakker." Hoewel Wijnendaele enigszins teleurgesteld was in Sels' reactie, vond hij het feit dat een rector zich verplicht voelde om te reageren positief: "Men beseft dat er iets aan de hand is, maar om eerlijk te zijn: men beseft dat al jaren. Men neemt veel initiatieven om de situatie beter, of toch dragelijker, te maken, maar de problematiek zal er zijn zolang je die financieringsmechanismes niet aanpakt."

"De problematiek zal altijd blijven zolang je die financieringsmechanismes niet aanpakt"

"Ik vind het tragisch dat het niet de eerste keer is dat we dit openlijk aankaarten", vervolgt Wijnendaele. "Vier jaar geleden was er al de actiegroep Hoger Onderwijs. Toen werd aangeklaagd op welke manier de publicatiecultuur op hol geslagen was. De actie kreeg toen heel wat reactie, maar wat is er sindsdien mee gebeurd? Vier jaar later zijn we weer dezelfde discussie aan het voeren." Moet je mensen afraden of ontmoedigen om te doctoreren in Vlaanderen? Wijnendaele noemt zichzelf een grote voorstander van intellectuele eerlijkheid. "Neen," zegt hij resoluut, "er zijn genoeg pistes voor mensen die na hun doctoraat buiten de academische wereld aan de slag willen. Als je aan de slag wil als academicus, moet je daar zeer goed over nadenken."

"Mensen die al jaren meedraaien kan je niet zomaar vervangen"

Sels' reactie focuste vooral op het aspect van kennisvernietiging. Wijnendaele haalde in zijn opiniebijdrage namelijk aan dat universiteiten veel kennis en expertise verliezen aan de niet-academische arbeidsmarkt. "Er zijn een aantal sectoren, zoals de farmaceutische wetenschappen, de computerwetenschappen en de ingenieurswetenschappen, waaruit mensen veel makkelijker die transfer kunnen maken naar de niet-academische arbeidsmarkt. De specifieke kennis die mensen uit die sectoren opdeden tijdens hun academische carrière, kan ook buiten de academische wereld toegepast worden. Maar bij veel andere sectoren en andere faculteiten is dat niet zo. Het is natuurlijk een kennisvernietiging in twee punten, want vakgroepen verliezen die mensen en hun expertise ook."

"Ik koos heel bewust voor de boude uitspraak van kennisvernietiging. Het was een makkelijk doelwit voor critici. Ik chargeerde misschien een beetje," geeft Wijnendaele toe, "misschien is het beter om over kennisverenging te praten dan over kennisvernietiging. Toch kunnen we er niet omheen: er gaan aspecten van onderzoek verloren die we niet zomaar kunnen recupereren. Ik heb op heel wat momenten tijdens mijn doctoraat gedacht: dit is het niet waard, ik stop ermee. Dat is een gedachte die iedereen tijdens zijn doctoraat wel eens zal overvallen, maar mensen die al jaren op een vakgroep meedraaien, die kan je niet zomaar op één-twee-drie vervangen."

Timmeren aan het FWO?

Volgens Wijnendaele begon de vorming van het huidige onderwijslandschap bij de Bologna-akkoorden. "Het is wel ironisch dat dit op de locatie van de oudste universiteit van West-Europa plaatsvond, waar men al ongeveer tien eeuwen op zoek gaat naar wetenschappelijke oplossingen voor belangrijke maatschappelijke problemen. Nog maar best dat er toen geen FWO (Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, red.) was, zo van: 'Ja, Marie Curie, hoeveel A1-publicaties ga jij voortbrengen?'." Wijnendaele gaat verder: "Wouter Duyck verwoordde dat mooi. Stel dat je vier timmerlui hebt, die allemaal uitstekende vakmannen zijn. Als je dan plots één hamer in de kamer gooit en je zegt: 'één van jullie mag de hamer gebruiken, enkel de beste zal het mogen doen.'"

"Zo werkt wetenschap niet", meent Wijnendaele. "François Englert, de Belgische wetenschapper die mee het Higgs Bosondeeltje ontdekte, beweerde ooit zijn publicaties op twee handen te kunnen tellen. Als hij zich constant moest bezighouden met financiering ophalen, had hij nooit zo'n baanbrekend onderzoek kunnen doen." Moeten we dan meer middelen geven aan het FWO? "Neen," aldus Wijnendaele, "er zijn zeer veel onderzoeksmiddelen in Vlaanderen, ze worden gewoon op een kafkaëske manier uitbesteed."

"Het financieringssysteem is scheefgetrokken"

"In het aanvraagformulier voor het FWO is bijvoorbeeld ruimte voorzien voor publieke dienstverlening," vertelt Wijnendaele. "Ik weet niet in hoeverre men daar rekening mee houdt, ik heb daar geen zicht op, ik zit niet in die commissies. Je kent mijn collega Koen Aerts misschien van zijn canvasreeks 'Kinderen van de collaboratie'. Als je het dan toch hebt over impact, en dat is natuurlijk een van die modewoordjes, die reeks heeft ongelofelijk veel mensen bereikt. Zet dat maar eens in je dossier. 'Ik heb geen twee A1-publicaties gepubliceerd, want ik heb deze documentaire gemaakt'. Het systeem is scheefgetrokken, want Aerts heeft een veel belangrijkere rol gespeeld voor de maatschappij."

Geen Peter Pan

Of we dan flexibeler moeten omspringen met taakverdelingen? "Ook daar moeten we eerlijk in zijn, iedereen heeft zijn of haar talenten", stelt Wijnendaele. "Het verschil tussen beginnen met deze job als je midden de twintig bent, tegenover wanneer je begin de dertig bent, is enorm. Dat hoor ik maar al te vaak van collega-postdocs, vooral van vrouwelijke collega's. Je leven ziet er dan anders uit." Heel wat onderzoekers splitsen daarom hun onderzoeksresultaten op in kleinere artikels. "Er treedt een latent cynisme op," meent Wijnendaele, "omdat je weet dat dit is wat je moet doen om te blijven functioneren in het veld. De vraag is echter of dit de gezonde manier is."

"Er treedt al snel latent cynisme op"

Volgens Wijnendaele is het zeldzaam dat academici zowel in onderwijs, in onderzoek als in dienstverlening uitblinken: "Ik doe ze persoonlijk alle drie wel graag, maar er moet een balans zijn. Academici zijn niet als Peter Pan, ze worden ook ouder. Op een gegeven moment in je carrière kan je uitgekeken zijn op je onderzoek, en een andere verdeling nodig hebben." Meer flexibele en meer gepersonaliseerde verdeelsleutels dus, maar toch moeten we waakzaam blijven: "Ik zou zeer voorzichtig zijn om onderwijs en onderzoek volledig van elkaar los te koppelen. In Nederland bestaat zo'n tweesporenpad wel, als ik me niet vergis, maar ik ben ervan overtuigd dat beide elkaar versterken." 

Groener gras?

"Op Twitter reageerde iemand: 'dan moet je maar naar de Duitstalige wereld gaan, daar is wel nog geld voor onderzoek", vertelt Wijnendaele. "Maar zoals ik vaak ook zeg aan buitenlandse collega's: Vlamingen zijn een beetje als hobbits, they love their Shire, they rarely go on an adventure." In het buitenland is het niet meteen beter, ook in Duitsland ondervinden academici heel wat concurrentie. "Als je doctoreert in de Angelsaksische wereld, ben je financieel gezien een student met misschien een beetje extra zakgeld op het einde van de week. Ik heb ook even in dat precariaat gezeten", geeft hij toe. Ook relaties en een academische carrière zijn vaak een moeilijke combinatie: "Het is bij momenten echt een tantaluskwelling. Probeer maar eens een relatie te onderhouden als je om de zoveel tijd een periode in het buitenland doorbrengt."

"Vlamingen zijn een beetje als hobbits"

"We hebben het in Vlaanderen echt wel goed. Ik kan vaak niet aan buitenlandse collega’s uitleggen dat postdocs bijvoorbeeld een huis kunnen kopen in Vlaanderen. Het idee dat je als jonge academicus je eigen huis zou kunnen bezitten, gaat er niet in", getuigt Wijnendaele nog. Evenwel ziet hij in het buitenland een andere onderzoekscultuur, die minder druk legt op jonge academici. Ook structureel ziet Wijnendaele voordelen in sommige buitenlandse modellen: "Toen ik doctoreerde in Ierland was er slechts één professor binnen mijn vakgroep, de rest droeg de titel van docent. Ook bij ons had je tot in de jaren 90 mensen die de titel van 'navorser' droegen." Hij verduidelijkt: "Dat waren mensen die een vaste functie hadden, en bijna alle taken konden doen die een prof deed, weliswaar zonder de titel of de erkenning van een professor. Sommige navorsers werden echt uitgebuit, maar er valt wel wat te zeggen voor een soort middenveld van onderzoekers-docenten."

"Mocht je me zeggen: 'Je kan je huidige functie voor onbepaalde duur doen', ik teken direct. Zelfs al moet ik daar twee keer zo veel les voor geven", vervolgt hij. "Bij sommige vakgroepen is er natuurlijk een prangend tekort aan professoren. Je zou kunnen zeggen dat je gewoon meer mensen professor moet maken. Dat gaat wat kosten, maar gezien wat er verwacht wordt van die mensen is dat ergens ook logisch." 

"De discrepantie is nergens groter dan in Vlaanderen"

"De realiteit is echter: in Vlaanderen is de discrepantie tussen academici in tijdelijke dienst en die in vaste dienst groter dan in eender welke West-Europese regio. We hebben een beperkt aantal professoren, en massa’s doctorandi en postdocs", aldus Wijnendaele. Hij vreest dat veel expertise verloren gaat wanneer mensen na jaren vertrekken naar de niet-academische arbeidsmarkt. Of zo'n middenkader dan geen extra wachtkamer wordt voor postdocs? "Het is een moeilijke kwestie, maar met zo'n middenkader kan je nog steeds een verschil behouden tussen proffen en postdocs. Professoren spelen een rol bij het indienen van projecten, of de begeleiding van doctorandi, terwijl postdocs hun job kunnen doen en de expertise die ze hebben kunnen verderzetten."

0
Gemiddeld: 5 (1 stem)

Reactie toevoegen