U mag langzaam beginnen panikeren

Mythes over ethiek en het internet

Het gaat allemaal te snel in de 21e eeuw, of dat is alleszins wat alle intellectuelen vandaag de dag lijken te zeggen. “Daardoor loopt de vooruitgang soms voor op de ethiek”, zegt moraalfilosofe en internetspecialiste Katleen Gabriels.  

Kathleen Gabriels

Het is beangstigend als je erbij stilstaat dat het internet pas sinds 1989 echt commercieel gebruikt wordt, aangezien het tegenwoordig het fundament vormt van ons alledaagse leven. De tijd waarin het een keuze was om een deel te vormen van het World Wide Web is immers al lang voorbij. We worden geboren op het internet en zullen er waarschijnlijk ook op sterven.

Toch is het belangrijk om te beseffen dat het internet nog steeds relatief jong is en er zeker op ethisch vlak nog een hele hoop onopgeloste problemen zijn waar we vandaag mee worden geconfronteerd. Rusland zou Facebook gebruikt hebben in de Amerikaanse verkiezingen, China is begonnen aan een online sociaal kredietsysteem en de president van de VS communiceert voornamelijk via Twitter. We krijgen zo langzamerhand het gevoel in een aflevering van 'Black Mirror' te zitten.

"We worden geboren op het internet en zullen er waarschijnlijk ook op sterven"

Iemand die deze morele dilemma’s onderzoekt, is Katleen Gabriels, moraalfilosofe aan de TU Eindhoven. Zij ontkracht enkele mythes die vaak geassocieerd worden met ethiek en technologie:

1. "Technologie is neutraal"

De sociale media hebben het niet makkelijk sinds de verkiezingen van 2016. Facebook wordt ervan beschuldigd 'fake news' te verspreiden, sociale bubbels te creëren en Russische propaganda te verspreiden. Mark Zuckerberg lijkt hier echter koeltjes mee om te gaan. Uit zijn commentaar op de beschuldigingen blijkt dat de jonge CEO gelooft dat Facebook geen blaam treft. “Facebook is slechts software, waar je die software voor gebruikt, kiest de gebruiker zelf.”

Volgens Gabriels is dit geen uitzonderlijke opvatting. “Nog steeds gaan erg veel mensen ervan uit dat technologie iets neutraals is. Deze stelling is echter fout; iedere vorm van technologie, zelfs zoiets banaals als een bril, draagt een waardeoordeel in zich mee. Als mensen de behoefte hebben om iets uit te vinden, wil dat waarschijnlijk zeggen dat ze niet tevreden zijn met hun huidige manier van leven of gedreven worden door een drang naar vooruitgang. In beide gevallen hebben we te maken met een waardeoordeel over onze wereld. En zelfs de vorm van een product wordt beïnvloed door de normen en waarden van onze maatschappij. Is het zo bijvoorbeeld niet gek dat veel vegetarisch eten de vorm van vlees nabootst of het meeste speelgoed ‘voor meisjes’ nog altijd roze is?”

Dezelfde opvatting geldt voor sites en apps. “Het is bijvoorbeeld echt verbijsterend hoeveel mensen er op dit ogenblik nog steeds van uitgaan dat de rangschikking van de zoekresultaten bij Google zou gebeuren op basis van relevantie of betrouwbaarheid. In de praktijk werkt Google namelijk met een heel ingewikkeld algoritme. Dat algoritme zorgt ervoor dat iedere gebruiker geïndividualiseerde zoekresultaten krijgt, gebaseerd op voor ons onbekende data. Natuurlijk is het ook mogelijk om je weg naar de top van de zoekresultaten te kopen. Dat is meestal het geval bij de eerste resultaten.”

2. "Mensen gedragen zich anders online"

Door de hoeveelheid stalkers en trolls op het internet gaan we er graag van uit dat mensen zich anders gedragen op het internet dan in ‘het echte leven’. Mensen lijken veel narcistischer, gemener, sarcastischer en irrationeler te zijn wanneer ze achter een scherm zitten. Ook dat beeld van een gedragsverandering is echter niet meer dan een mythe.

“Op zich verandert menselijk gedrag niet wanneer we een virtuele ruimte betreden. Dat het idee dat we online een andere vorm van moraliteit zouden aannemen fout is, werd al enkele jaren geleden experimenteel aangetoond. Over het algemeen stellen mensen zich in een sociale situatie voor zoals ze dat in een gesprek of een brief zouden doen, maar moreel gedrag kan wel sterk beïnvloed worden door de context. Onze normen en waarden gaan dus niet veranderen, maar het internet gaat sommige waarden uitvergroten en andere inperken."

"Dat heeft ook te maken met het feit dat de meeste sites irrationeel gedrag aansporen, wat uiteraard haaks staat op het nemen van doordachte ethische beslissingen. Likes op Facebook activeren bijvoorbeeld het beloningscentrum in onze hersenen en op Amazon kan je via de dash button een product bestellen zonder zelfs je rekeningnummer te moeten geven. Al die knopjes, geluidjes en notifications zorgen ervoor dat we veel irrationeler gaan handelen.”

3. "We hebben nog geen ethische problemen met AI"

Als we aan Artificiële Intelligentie (AI) denken, denken we aan robots uit Sci-Fi films die ons doen twijfelen over wat het precies betekent om menselijk te zijn. De filosofische vraagstukken uit films en series zoals 'Westworld' en 'Ex machina' gaan dan ook voornamelijk over deze grens tussen mens en machine. “Daar zijn we echter nog helemaal niet”, verklaart Gabriels.

"Als we het hebben over artificiële intelligentie, is het heel belangrijk om te preciseren wat daarmee precies bedoeld wordt. Cognitief is AI al lang veel slimmer dan wij; een rekenmachine was dat al. Op vlak van sociale of emotionele intelligentie staan computers echter nog nergens. Ook een vorm van zelfbewustzijn hebben ze nog lang niet."

"Toch wordt AI al op heel veel domeinen ingezet, bijvoorbeeld voor de automatische piloot van een vliegtuig of drones in het leger. Die computers draaien ook op algoritmen die beslissingen maken op basis van verzamelde data, zoals bij Google het geval is. Dat stelt ons echter voor morele dilemma’s wanneer zo’n drone of vliegtuig een fout maakt. Niemand kan hier immers nog verantwoordelijk voor gesteld worden."

"Nu zit er nog steeds een soldaat met een knop achter het scherm van de drones, maar vanaf het moment dat drones volledig onafhankelijk zullen opereren, zal het lastiger worden om verantwoordelijken aan te duiden voor eventuele ongelukken met onschuldige slachtoffers. Dat iets zonder bewustzijn mensen zou gaan vermoorden, is een heel eng idee”, vertelt Gabriëls.

4. "Alles komt wel goed"

Vaak hebben we als maatschappij het gevoel dat alles wel goed komt: een soort van blind optimisme in vooruitgang. In de praktijk zien we echter dat dit niet altijd het geval is, en zeker niet bij technologie. Technologie heeft heel veel toepassingen en als we geen toezicht houden op hoe technologie gebruikt kan worden, kan dat wel eens heel nare gevolgen hebben.

"Het gebeurt het nog maar zelden dat technologie als primair doel heeft om de mensheid te helpen"

“Op dit moment gebeurt het nog maar zelden dat technologie zo wordt ontworpen dat het als primair doel heeft om de mensheid te helpen. De vooruitgang is nu gericht op winst, en niet op sociale vooruitgang. Onze autonomie en privacy zijn al duidelijk slachtoffers geworden van onze blinde drang naar technische snufjes, en daar profiteren enkele monopolies maar al te graag van. Wij moeten als mensheid zo snel mogelijk een conversatie proberen te hebben over wat kan en niet kan op het internet. Anders zullen onze morele problemen nog veel groter worden."

Nog geen stemmen

Reactie toevoegen