It's Alive!

Cardiologie voor dummies

Heb jij er altijd van gedroomd om harten sneller te doen kloppen, maar ben je niet zo'n Don Juan? Dan kunnen wij je helpen met onze snelcursus 'Cardiologie voor mensen die niet geslaagd waren voor het ingangsexamen Geneeskunde'! Les 1: reanimatie van een kippenhart.

Een gewone dinsdagnamiddag in de Albert Heijn. Terwijl ik me een weg probeer te banen tussen hipsterkoppeltjes die treuzelen bij avocado's, valt mijn oog op een bakje kippenhartjes. Net zoals elke week vraag ik me af welke soort mensen zo nu en dan iets hebben van: goh, vandaag heb ik weleens zin in wok met kippenhartjes. Normaal gezien neem ik ze nooit mee, mijn puur 'wetenschappelijke' interesse ten spijt. Een heel bakje kopen om er gewoon eens eentje te ontleden? Zo’n weirdo ben ik nu ook weer niet. Tot nu. Ik vroeg me immers al een tijdje af wat er met zo’n kippenhartje zou gebeuren mocht je er stroom doorjagen. Zou het samentrekken zoals die kikkerbeentjes in dat beruchte biologie-experimentje van Galvani? Zou er weer een hartslag te zien zijn of zou het eerder langzaam versmeulen of - nog spectaculairder - ontploffen? Zeer relevante vragen, zoals u zelf wel kan merken. Het bakje gaat dus voor één keer het mandje in. In naam van de wetenschap.

DIY-reanimatieset

Het idee is dus om een kippenhartje met elektrische stimulatie opnieuw te doen kloppen. Zeer ambitieus, ik weet het. Mijn beperkte medische kennis zou in feite al voldoende moeten zijn om te beseffen dat je een hart dat vermoedelijk al stilstaat, begint te degenereren en al een hele tijd geen zuurstof meer gehad heeft, niet meer aan de praat kan krijgen. Maar wie weet? Een kip is toch een lagere diersoort? Als je een kikkerbeentje kunt laten spasten, dan moet dit toch ook lukken? Zeker wel. We gaan er gewoon voor. Ik rep me dus naar de dichtstbijzijnde doe-het-zelf-zaak en koop er een batterij van negen volt, een scholierenkitje met een lampje en een rood en zwart draadje en setje krokodillenbekjes, want dat is zo ongeveer wat ik me nog herinner van de lessen Technische Opvoeding. Nu we al het nodige hebben, is het tijd om het experiment van start te laten gaan.

De redactie wordt heel even omgetoverd tot een geïmproviseerd lab. Terwijl de hartjes in een bekertje water ontdooien, peuter ik enkele centimeters isolatie van de draadjes zodat de koperdraad vrij komt te liggen. Achteraf gezien was dit waarschijnlijk niet nodig, maar wat weet ik? Daarna probeer ik de draadjes aan de krokodillentangen te bevestigen en wikkel ik een van de draadjes met veel geklungel rond een hart. Het andere draadje - dat als de aarding moet dienen - prik ik ergens achteraan in het hart. Het kost heel wat moeite om deze constructie te behouden, want het hartje is glibberig en glijdt voortdurend weg, waardoor de draadjes niet blijven zitten. Uiteindelijk zit het eerste hartje vol gaatjes, waardoor ik er een tweede bij moet nemen. Bij de tweede poging lukt het me ongeveer om het hartje in de gewenste positie te krijgen. Nu is het zover: het hartje wordt aan de batterij gekoppeld en … Er gebeurt niets. De teleurstelling is groot, maar we zetten door. Intussen is mijn helper binnengekomen. Hij stelt voor om de krokodillenhaakjes eraf te halen en de draadjes eens gewoon tegen het lampje en de batterij te houden, wat wel werkt. Het probleem ligt dus niet bij de elektriciteit, maar toch mislukt onze derde poging, wat wel logisch is. Degeneratie en zuurstoftekort, remember? Wel jammer van de krokodillenhaakjes; die hebben me toch bijna zes euro gekost.

Salty Dimitri

Op Youtube ga ik vervolgens op zoek naar de gouden tip. Natuurlijk zijn er geen experimentjes met kleine hartjes te vinden, maar een filmpje van het experiment met de kikkerbeentjes lijkt de antwoorden op onze problemen te bieden: zenuwen en zout. Om kikkerbeentjes te laten samentrekken, wordt de nervus ischiadicus immers gestimuleerd. Zoals we allemaal wel weten, geven de zenuwen elektrische impulsen door aan de spieren, waardoor die samentrekken. De n. ischiadicus vertrekt bij de mens (en ook bij de kikker) vanuit de onderste ruggenwervels, of de lumbale wervelkolom, en loopt langs de achterkant van het dijbeen. Heb je trouwens ooit al eens meegemaakt dat je benen beginnen te slapen wanneer je hurkt? Dat is omdat je zitbeenknobbels, of je ossa ischii, de nervus ischiadicus afklemmen, waardoor er dus een zeer minimale zenuwschade optreedt. Minder slavsquatten dus, lieve Dimitri’s en Olga’s! Kikkers hebben deze zenuw dus ook en door die te prikkelen, probeert men de gastrocnemius of de kuitspier te doen samentrekken. Omdat de zenuw tegen dan echter al aan het afsterven is, en dus niet meer goed geleidt, lukt dat niet altijd even goed. Zout, zoals u zich misschien uit de lessen chemie herinnert, is ook een goede geleider en kan dus de oplossing bieden. (ebdem?)

Zombiehart

Terug naar ons hartje: we hebben misschien geen zichtbare zenuw, maar wel zout om het hartje royaal mee te bestrooien. En ja hoor: bij de volgende poging horen we het sissende geluid van verbrandend vlees en zien we een schuimachtige substantie rond ons draadje verschijnen. Er gaat dus stroom door het hartje! Maar daarmee zijn we nog niet tevreden: wij willen een hartslag zien en liefst zo snel mogelijk, want het doosje hartjes begint een kwalijke geur over de redactie te verspreiden.

Aangezien we weten dat dat misschien iets te hoog gegrepen is, gooien we het voor onze laatste poging over een andere boeg: we snijden het hart onhandig open met een scalpel dat eigenlijk eerder voor huidweefsel bestemd is en gaan op zoek naar het linkeratrium, in de hoop daar de arterioventrale zenuwknoop te vinden en die te prikkelen. Nu het hartje open in het schaaltje ligt, menen we alvast het tussenschot of het septum tussen het linkeratrium en het linkerventrikel en het septum tussen de ventrikels zelf te kunnen ontwaren. Opnieuw gooien we een flinke lading zout over het hart en tasten we met de draadjes naar een mogelijk prikkelbare zone. Het weefsel lijkt op het eerste gezicht vooral te verbranden en op zich kunnen we ook al besluiten dat we toch een leuke DIY-coagulator gemaakt hebben. Maar dan zien we het wonder geschieden: een miniscuul vezeltje begint heel even in snelle schokjes samen te trekken, onafhankelijk van de beweging die onze bevende parkinsonhanden al veroorzaken. Lang duurt het echter niet, want al na enkele seconden is het weefsel doorgebrand. Maar toch: er was een onafhankelijke trilling (of dat geloven we toch). Missie half geslaagd, dus!

Nog geen stemmen

Reactie toevoegen