Het wifiplan van de rector onthuld?

Een verontrustende brief door Sammy de Rat

Sinistere tijdingen uit het rectoraat! Heeft Rik Van de Walle de experimenteringsdrang van de ingenieurswetenschappen dan toch niet achter zich kunnen laten?

Sammy

Zo moet het trieste verdict wel luiden, indien wij geloof hechten aan de brief die onze redactie van Sammy de Rat mocht ontvangen. Het is zo een onwaarschijnlijk verhaal, dat wij ons genoodzaakt zien de brief hier in zijn totaliteit aan het oordeelsvermogen van onze lezers voor te leggen.

Brief van Sammy de Rat

Geachte redactie van Schamper,

Ik schrijf deze brief vanuit de kelders van het rectoraat. Vergis u niet hierin een gebruikelijk onderkomen voor ratten te zien: dikke betonnen muren en vele lagen aarde scheiden mij van de buitenwereld, en ik ben door deuren van staal gedragen vooraleer ik hier toekwam.

Ik was toen nog maar een klein ratje.

Sinds mijn geboorte heb ik nooit iets anders gekend dan een glazen bak waaruit af en toe een van mijn broeders werd weggenomen om hem met een of andere ziekte te infecteren. Hoezeer had ik gewenst dat ook ik slechts die speldenprik onder mijn zachte pelsje had moeten voelen! Mijn lot was veel gruwelijker.

Op een dag werden ik en een aantal andere ratten weggenomen uit ons vertrouwde laboratorium. Niet veel later zaten we in een nieuwe glazen bak, in een ruimte killer dan voorheen. Betonnen muren, felle lichten. Niet meer afleiding dan in een hoek een zwart bakje met kabels en lichtjes die groen en rood knipperden.

Daar spendeerden we anderhalve maand in bijna complete afzondering. Af en toe betraden figuren in lange witte jassen de zaal, die ons oppakten en onze lichamen inspecteerden, alsof ze iets zochten dat er niet was. Wij begrepen het niet en staarden maar verder naar de knipperende bakjes.

Op een dag kwam een man binnen die ik nog niet had gezien. Hij keek kwaad naar mij. Onbevreesd als ik was, staarde ik hem op mijn beurt aan met mijn rattenogen. Hij grimaste. Hoe langer ik keek, hoe roder hij aanliep. Hij nam mij op en kneep mij bijna dood terwijl hij mijn lichaam onderzocht zoals zijn voorgangers dat gedaan hadden. Met een bruske beweging van zijn arm gooide hij mij terug in de glazen bak, terwijl hij uitschreeuwde: “Overal wifi, overal!”.

Toen kwamen de kankergezwellen.

We waren ondertussen omringd door de zwarte bakjes die knipperden. Op de vloer, op de muur, op het plafond: overal flitste groen en rood, onophoudelijk. Had de kanker ons niet gemold, dan waren we aan slapeloosheid gestorven.

Ik weet niet hoe ik het als enige heb overleefd. Op een keer ontdekte ik een bol op mijn rechterachterpoot; ik heb mijn poot eraf gebeten. Toen kwam de man terug, en met een blik van nog grotere afschuw draaide hij mij om en om, op zoek naar de gezwellen die er niet waren. Ik beet hem in de hand en glipte weg, doorheen het doolhof van zwarte bakjes die knipperden.

Achter mij schreeuwde de man: “Godverdomme, als er daarbuiten ook maar een van dat soort rondloopt, zijn we nog niet van dat pensioenplan af!”

Nu hoor ik fluitmuziek. De rattenvanger nadert.

Bange groet,

Sammy de Rat

Nog geen stemmen

Reactie toevoegen