Wederwoord uwer Kwesties

Waar komt de wereldtentoonstelling vandaan?

Tweewekelijks proberen we een prangende vraag van een lezer of een willekeurige medemens op te lossen. Deze week sta ik in voor de zoektocht naar de oorsprong van de wereldtentoonstelling.

Vragen leiden tot meer vragen, zoals me op een woensdagavond weer eens duidelijk werd. Ik was me behoorlijk belachelijk aan het maken op een quiz (in mijn verdediging: het was een moeilijke), toen er plots een vraag gesteld werd over wereldtentoonstellingen, die vreemde expo's waarop alle landen als arrogante ouders bij elkaar komen om te pochen over de prestaties van hun burgers. Plots stelde iemand me de vraag: "Hoe zijn die wereldtentoonstellingen eigenlijk ontstaan?" Wel, het antwoord op de quizvraag bleef ik jammer genoeg schuldig, maar ik kan in ieder geval een antwoord geven op deze tweede vraag.

"Vredevolle bijeenkomst"

De negentiende eeuw: een tijd van technologische vooruitgang, cultuur en imperialisme. Het zijn dan ook deze drie elementen die geleid hebben tot het ontstaan van de expo. Ons verhaal begint in Frankrijk, waar de regering zich al snel realiseerde dat een economische hervorming de enige manier was waarop het land groot kon blijven in een industrieel Europa. Concreet namen de Fransen de taak op zich om technologie populair te maken bij het volk: in 1844 werden tien expositions universelles georganiseerd in de straten van Parijs, waar de nieuwste techniek werd tentoongesteld aan het volk. Een groot succes!

Aan de overkant van het kanaal keek de andere Europese grootmacht met jaloerse ogen toe. Prince Albert, u wel bekend als de kleine man van de grote Queen Victoria, reageerde zoals enkel een Britse royal dat zou kunnen: door in 1851 een gigantisch glazen paleis, The Crystal Palace, neer te zetten in het midden van Londen, de Britse technologische praal tentoon te stellen en alle landen uit te nodigen voor 'The Great Exhibition'. Een kleine overkill, dus.

En hierbij was het startsein gegeven voor de wereldtentoonstellingen. Westerse grootmachten probeerden elkaar om beurten de loef af te steken met nog grandiozere constructies en nog meer baanbrekende uitvindingen dan de ander. Hierdoor zagen de faxmachine, de telefoon, de Eiffeltoren en het Atomium het licht, om maar enkele voorbeelden te noemen. Tegelijk groeide de expo ook uit tot een symbool van de vrede, een plaats waar wetenschappers van over heel de wereld bijeenkwamen. Zo leidde het imperialisme per ongeluk tot de vrede. 

Sinds de jaren '90 zien we echter dat de wereldtentoonstelling een heel nieuwe wending heeft genomen. Wie vandaag de dag aan expo's denkt, denkt niet meer aan wetenschap en monumenten, maar aan een heleboel kraampjes en winkeltjes. Dat is een correcte analyse, want landen zien de wereldtentoonstelling nu veeleer als een manier om hun internationale imago op te krikken. Daardoor doet het nu wat denken aan een soort Efteling gevuld met afgezaagde stereotypes. Maar ja, wie wil nu ook zijn wetenschappelijke kennis delen met de rest van de wereld als hij frieten met bier kan staan verkopen?

Nog geen stemmen

Reactie toevoegen