Leren protesteren

Hoe protesteren beter kan

Occupy Wall Street, de Women's March, #jesuistheo … Protesten vullen bijna dagelijks vele krantenpagina’s. Toch verandert er schijnbaar weinig. De vraag rijst: is protest wel functioneel? En als dat niet het geval is, waar loopt het dan fout?

Jan Dumolyn

“Kom me maar even interviewen”, mailde professor Jan Dumolyn en met die gevleugelde woorden bevonden we ons een aantal uur later bij de vakgroep Geschiedenis. Omgeven door lijvige kronieken en stoffige geschiedschrijvingen gingen we met Dumolyn op zoek naar een verklaring op de vraag ‘Is protest wel zo nuttig?’

Het protestillusie

“Er is doorheen de geschiedenis eigenlijk geen enkele sociaal-economische verandering die door de mens zomaar ten goede werd gedaan. Alles is afgedwongen door strijd”, vertelt Dumolyn. “Neem nu bijvoorbeeld het algemeen stemrecht. Men vergeet dat er drie grote stakingen hebben plaatsgevonden om dat algemeen stemrecht af te dwingen, dat er mensen in die strijd het leven hebben gelaten.” 
Geen enkele historicus zal het ontkennen: strijd, in al zijn varianten, is één van de meest effectieve manieren om tot resultaten te komen. 
Het tegendeel lijkt echter waar te zijn. Met z’n allen verzamelen we op straat, met z’n allen leggen we het verkeer op belangrijke kruispunten stil, met z’n allen nemen we trommels te hand om de uitspraak ‘de maat is vol’ nog wat meer kracht bij te zetten. Maar veel resultaat zien we niet. Hoe komt dat toch? Teren we collectief op een illusie van impact?

Syndicalisme in de vriezer

Jan Dumolyn

Dumolyn zoekt zijn verklaring in de huidige trend van het antisyndicalisme, een trend die volgens hem deels ontstond door de geschiedkundige nalatigheid waar de jongere generaties gezamenlijk last van hebben. Wat vakbonden ons ten goede hebben gebracht in het verleden, zijn we vergeten. We zien het nut er niet van in. Vakbonden duiken wel vaker op in de media, maar meer om pek en veren over hun protestacties heen te gieten dan om hun verwezenlijkingen in de verf te zetten.

Deels ligt de schuld ook bij henzelf, laat Dumolyn ons weten. Vakbonden worden door de Y-generatie beschouwd als een oud, in carreaux gekleed comité dat zijn dagen slijt rond tonvuurtjes en zijn stembanden door de zoveelste slogan aan flarden heeft geschreeuwd. De vakbonden zijn zodanig opgegaan in het protest dat ze vergaten te moderniseren en daar lijdt hun imago onder. “Je mag namelijk niet vergeten dat er ook nog iets is als de publieke opinie. Daar moet je ook op voorbereid zijn. Als de vakbonden vandaag één grote fout maken dan is het dat zij, in tegenstelling tot de nieuwere, hippere protestbewegingen, falen in massacommunicatie”, aldus Dumolyn. 

"Als de vakbonden vandaag één grote fout maken, dan is dat dat zij falen in massacommunicatie"

Vakbonden uit de kast

Maar vakbonden stellen precies datgene voor wat de jongere generatie in z’n protesten mist: structuur. Naast de duidelijke problemen van een gebrek aan ideologie, leiderschap en een eenduidig doel tijdens het protest, situeert het grootste probleem zich in wat er na het protest gebeurt. Soms eindigt een protest in een gewelddadige confrontatie met de politie en vaker wel dan niet dooft de protestbeweging gewoon uit. Achter de schermen van grote demonstraties schuilt er zelden een goed draaiende en meer permanente organisatie die zich met de opvolging bezighoudt. Een organisatie die ervoor zorgt dat de eisen van de demonstranten zich een weg weten te banen doorheen de ingewikkelde en langdradige processen van de politieke wereld om vervolgens effectief een structurele verandering te bewerkstelligen.

#slacktivism

Naast het fysieke aspect is protest in het heden ook onlosmakelijk verbonden met de kracht en reikwijdte van het internet. Het is nooit makkelijker geweest om je meningen te uiten en je gal te spuien richting de rest van de wereld. Met een paar rake slagen op het toetsenbord of het oprichten van een Facebookgroep kun je een protest starten. Deze vorm van protest wordt vaak bestempeld als slacktivisme: een vorm van activisme die weinig engagement vraagt van de ‘activist’. Een simpele klik op het internet gehuld in de anonimiteit die ermee gepaard gaat, meer is er schijnbaar niet nodig om actie te ondernemen.

Het fenomeen slacktivisme kan door iedereen gebruikt worden om snel een beweging op poten te zetten voor eender welk initiatief: één van rond de kerktoren of met wereldwijd bereik. Dat toonde Anders Colding-Jørgensen van de Universiteit van Copenhagen aan met zijn Stork Fountain experiment. In dit (qua methodologische waarde betwijfelbare) experiment slaagde hij erin om in twee weken 27.000 mensen te verzamelen in een Facebookgroep die opgericht was om de afbraak van de Storkfontein te voorkomen. Er was echter helemaal geen plan om die fontein ooit af te breken, wat meteen het probleem van slacktivisme blootlegt. De gemiddelde slacktivist geeft minder om het probleem zelf en meer om het sussen van zijn of haar geweten.

En toch hoeft activisme op het internet niet steeds gedegradeerd te worden tot slacktivisme. Websites als avaaz.org of change.org tonen het tegendeel aan. Ze bieden een platform om een beweging op poten te zetten en stellen iedereen die het wil daarmee in staat om aan te tonen dat ze een grote groep medestanders achter zich hebben. Al moet die goednieuwsshow vaak ook met een korrel zout genomen worden. Slacktivisme loert ook hier steeds om de hoek. “Het mag niet te vrijblijvend, te gemakkelijk worden”, meent Dumolyn. “Er moet fysiek gemobiliseerd worden, men moet aanwezig zijn. IRL, zoals dat dan heet.” Dat is tevens iets wat een blik op de victories-pagina van Avaaz bevestigt. Zeven van de tien volgens hen meest succesvolle en gesteunde acties brachten een protest op gang en maakten zo het verschil.

"De softies ten spijt, een protest moest gevoeld worden"

Breek uit jezelf

Jan Dumolyn

… maar vooral uit je comfortzone, dat is de conclusie. 
Wat levert er echt resultaten op? De boel afzetten. Pickets zetten, niemand doorlaten, een kruispunt blokkeren … kortom de confrontatie aangaan.
“Dat betekent niet dat je met de politie moet gaan vechten, dat is dom. Hou je gewoon bij de simpele dingen: ambetant zijn, lastig zijn. Dat is iets dat doorheen de geschiedenis voor de meerderheid van de bevolking iets heeft opgebracht.” De softies ten spijt, een protest moet gevoeld worden. Het is een kwestie van duidelijke organisatie, een duidelijke ideologie en het uitsluiten van gratuit geweld.

0
Gemiddeld: 5 (1 stem)

Reactie toevoegen