Kort

Ik schrik wakker uit een dagdroom. Met een luide knal land ik op de veel te harde stoelen in auditorium NBII. Het gevoel in mijn zitvlak had ik een halfuur geleden al verloren. Ik strek mij uit. Kijk om mij heen. Onbekende gezichten staren ernstig naar voren.

Ik begin te fantaseren over de onbekende harten die bij deze onbekende gezichten horen en fantaseer waar deze onbekende harten sneller van gaan kloppen. Wellicht wil een onbekend hart hier eigenlijk liever helemaal niet zitten en de boeken opgeven. Mogelijkerwijs zoekt een ander onbekend hart passie en affectie, is het aan het overwegen om te gaan speeddaten in de Agora op 1 maart (VTK, VLK, VLAK) of naar de Crazy dating goliarde (6 maart, Delta, VTK) te gaan. Tegenover elkaar, klamme handen, zullen de onbekende ogen elkaar even ernstig aanstaren. Hopelijk zitten de stoelen daar beter. Is het al bijna pauze? Mijn rug begint op te spelen.

Nieuwsgierig kijk ik verder om mij heen. Een rij naast mij zie ik een onbekend been heftig op en neer wippen, ik hoor een onbekende nies. Ik fantaseer over de onbekende lichamen die bij de onbekende gezichten horen. Eén met te lange armen, wellicht. Een winterbuikje, een bierbuikje anders. Eentje die net iets te veel zweet. Eentje met stinkvoeten. Harige tenen. Zouden deze lichamen zwemmen in het GUSB (2 maart, Home Bertha). Of anders Muurklimmen (2 maart, Bleau, VGK)? Een potje badminton (4 maart, GUSB, InSAG) misschien?

Opnieuw draai ik verder in mijn stoel, ook mijn nek begint mij nu te pijnigen. Mijn nieuwsgierige blik wordt ontweken, de blikken blijven even strak. Ik fantaseer over de onbekende gedachten die bij deze onbekende gezichten horen. Zijn deze onbekende gedachten aan het opletten wat er in de les aan het gebeuren is, of zijn ze - net zoals ik - aan het dromen? Ik zou ze geen ongelijk geven. Misschien denken ze na over het nachtspel in het oude Gent  (8 maart, VPPK)?

Ik draai mij terug om, kijk weer recht voor me uit. Krampen beginnen doorheen mijn benen te trekken. Ik heb nog vijf minuten, dan kan ik hier weg. Dus denk ik nog even na over alle onbekende gezichten die met mij in het auditorium zitten. Ik maak een simpele rekensom en tel de onbekende gezichten op bij hun onbekende harten samen met hun onbekende lichamen en onbekende gedachten. De uitkomst is een geheel onbekend mens. De les is voorbij, ik stel mij eindelijk recht. Terwijl het bloed weer actief door mijn lichaam kan stromen loop ik naar buiten toe. Ik denk nog vluchtig na over alle onbekenden, tot ik jouw bekende gezicht in de verte zie.

0
Gemiddeld: 1 (1 stem)

Reactie toevoegen