Schamperlab

Van mond tot kont: Een Odyssee

Eten, we doen het allemaal. Kakjes leggen, we doen het ook allemaal. Wat gebeurt er in je geliefde darmpjes tussen begin en einde? Een zeer grafische reconstructie. Als testvoedsel gebruiken we, assorti met de tijd van het jaar, een schachtenpapje.


Zoals menig schachtentemmer en doopmeester wel kan beamen, start een goede doop met een goede schachtenpap. Een simpel samenraapsel van vochtig kattenvoer, droge brokken, wat mosterd, een augurkje, een zilveruitje en - vanzelfsprekend - enkele teentjes look vormde onze basis. Met enkel en alleen simpele producten die in elke keuken te vinden zijn, proberen we te tonen hoe een menselijk schachtelijk spijsverteringstelsel precies ineen zit.

De mond

De eerste stop voor onze pap is natuurlijk de mond. Hier gebeuren twee zaken: het voedsel wordt in kleine stukken vermorzeld - door het plebs wordt dit ook wel “kauwen” genoemd - en een slijmerig goedje (“speeksel”) mengt zich tussen de brokken door. Hoewel het speeksel eigenlijk wel een aantal stoffen bevat die het eten afbreken (zoals de enzymen lipase en amylase, die respectievelijk vetten en zetmeel afbreken), is het nut hiervan ten opzichte van het totaalplaatje verwaarloosbaar: de belangrijkste functie van speeksel is de etensprop goed doen glijden. Tot hier geen problemen. Enkel de smaakpapillen staan een beetje in de weg. Hoe komt het dat we sommige etenswaren niet lekker vinden? Evolutionair bepaald vinden we zoet, zout en vettig eten lekkerder dan bitter of zuur voedsel, aangezien zoetigheid vaak samengaat met voedzaamheid (denk maar aan fruit), terwijl zoute voeding veel essentiële mineralen bevat. Vet lusten we dan weer liever door het hoge caloriegehalte, wat vroeger noodzakelijk was om te overleven. Een bittere smaak komt vaak voor in planten die giftig zijn, waardoor ons overlevingsinstinct bepaalt dat bittere voeding schadelijk is. Hierdoor zullen vele groenten niet smaken bij kinderen, maar deze instinctieve afkeer kan afgeleerd worden. Ook schachten moeten maar even op hun tanden bijten, no pun intended.

Slikken 

Na een geblafte “Slikken, schacht!”, en een gedwongen onderdrukking van de kokhalsreflex (nog iets dat afgeleerd kan worden door bepaalde studentikoze activiteiten), daalt het voedsel af naar de maag. Hier storten de pariëtale cellen voornamelijk HCl uit, wat zorgt voor een flinke daling van de pH-waarde. De functie van deze zure omgeving is de afbraak van voedsel tot kleinere deeltjes. Ook zorgt het maagzuur voor een vernietiging van bacteriën en zal het ervoor zorgen dat eiwit en nucleïnezuur (je weet wel, DNA et cetera) afgebroken worden. Deze verzuring valt gemakkelijk te simuleren door een beetje azijn toe te voegen aan ons mengsel. En met een beetje bedoelen we een halve liter. Ons reukorgaan trekt zich terug. Peace out, bitches, I did not sign up for this.

"Ons reukorgaan trekt zich terug." 

Bij een doop gaat het eten dan meestal nog eens naar boven, katteneten is niet meteen iets dat soepel naar binnen glijdt zonder dat ons lichaam schreeuwt: "KOTS HET UIT, TRUT, WE MOETEN HET NIET! 1-euro-lasagnes van den Aldi en af en toe een kwakje sperma: dat krijgen we nog binnen, maar katteneten?! Dat gaat te ver, sorry." Zo komt de voedselbrij opnieuw langs de mond, op de grond terecht. Een korte omweg, maar op deze manier kan de schacht wat aarde tussen zijn eten steken voor het te laat is, wat zorgt voor een grondige schuurbeurt van de maag. Goed om die Helicobacter Pylori wat onder controle te houden.

Basische bitches 

Na nog wat stevig kneden - de maag bevat tenslotte drie spierlagen in zijn wand - is de voedselbrij klaar om door de maagsfincter te gaan en in de twaalfvingerige darm terecht te komen. Hier dumpen de lever en de pancreas hun respectievelijke sappen op de voedingstoffen. De pancreas wordt ook wel 'de omgekeerde maag' genoemd, omdat pancreassap in tegenstelling tot maagzuur net heel basisch is (basic bitches yo). Het valt na te bootsen door simpelweg wat natriumbicarbonaat (NaHCO3, oftewel bakpoeder) met water te mengen. Gal is wat moeilijker na te bootsen: de voornaamste werkzame stoffen heten 'galzouten', en dienen om vetten gemakkelijker op te nemen. Ze bezorgen ook de karakteristieke bruine kleur aan onze uitwerpselen, doordat ze bestaan uit afbraakproducten van rode bloedcellen. We kappen dus wat koffiepoeder in ons zakje, et voilà! Galzouten.

Dunne en dikke darm

Ten slotte komen we aan de dunne en dikke darm. Hier worden nog de laatste stoffen afgebroken, niet alleen onder invloed van onze eigen darmwand maar ook door de vele bacteriën die onze darmen koloniseren (opnieuw, echt no pun intended). Vervolgens worden de nutriënten samen met water opgenomen in het bloed dankzij de selectief doorlaatbare epitheelcellen, en na een paar uur vraagt de schacht of hij toch wel even naar het toilet mag. Ok, dertig keer pompen lijkt redelijk, dat moet lukken. Om al het vocht uit ons papje te krijgen, duwen we het pré-drolletje door een paar panty's. Selectieve opname is het niet, maar kom, roeien met de riemen die je hebt en zo. Er komt water uit en dat is het belangrijkste. Na wat manuele peristaltiek krijgen we iets dat we toch wel een semigezond uitziende drol kunnen noemen. Wat, zoals elke gedoopte persoon wel weet, niet overeenkomt met de realiteit. Is het experiment dan mislukt? Neen. Het is te goed gelukt. Volgende keer iets meer brakken en het komt in orde.

"Na wat manuele peristaltiek krijgen we iets dat we een semigezond uitziende drol kunnen noemen."

Té goed geslaagd

Hoera! We weten hoe het menselijke spijsverteringsstelsel werkt! Hoera! Schachtenpap die we niet zelf moeten opeten! Driewerf hoera, we kunnen onze eigen kaka maken! Buiten ons lichaam en zonder dat het eten verstandig benut wordt, want de voedingsstoffen worden niet opgenomen. En dat terwijl de kindjes in Afrika honger lijden. We zijn eikels, sorry.

0
Gemiddeld: 5 (1 stem)

Reactie toevoegen