Voor hun dertigjarige bestaan werkt Museum Guislain eens niet rond een vast thema. In de plaats laten ze vijf kamers en personages onderling oscilleren. Met een tasje gitzwarte koffie ontdekten we hun individuele werelden.
Un autre monde
Eén figuur is zowat het brandpunt van de tentoonstelling: J.J. Grandville, een 19e-eeuwse karikaturist afkomstig uit Nancy. Het boek 'Un Autre Monde' waarvoor hij de illustraties verzorgde, leende ook de naam tot deze tentoonstelling. “Na de censuur die hem van de staat rond 1830 werd opgelegd is hij wat verdokener te werk gegaan”, licht onze gids Yoon Hee Lamot toe. “Maar de aandachtige lezer kan zeker nog referenties vinden. En inderdaad: op het eerste gezicht hebben we te maken met de klassiek aandoende prenten uit feuilletons, maar schijn bedriegt: deze fraai geïnkte vormen geven en masse rabiate kritiek op de 19-eeuwse maatschappij. Het plebs wordt slechts zo groot als een duim afgebeeld, de bourgeoisie boomlang. De middenklasse begint meer op het voorplan te treden, en de aristocratie voelt zich daardoor bedreigd. De opkomst van de stoomtrein en vooral de massamedia overrompelen het landelijke Franse leven. De nieuwe technologie verscherpt daarbij het onderscheid tussen de standen. “Onderdrukking is omnipresent, denk maar aan de kolonisatie. Grandville speelt in Un Autre Monde op al die zaken in”, vertelt Lamot.
Innuendo
Typerend zijn ook de menselijke gedaantes met dierenkoppen, geheel volgens de pseudowetenschappelijke trend van de fysiognomie. Die heropgerakelde antieke theorie stelde dat je aan de bouw van het gelaat kon afleiden hoe iemands karakter is.
Ook liefhebbers van surrealisme komen bij Grandville aan hun trekken. Metamorfosen en droomlogica nemen het voortouw. Grandville lijkt zelfs een voorloper te zijn van het broekventje dat Freud nog moest worden, zoals Lamot het ook verwoordt: “Hij was eigenlijk een soort proto-surrealist die reeds speelde met de idee van het onderbewuste.” Maar onze gids nuanceert: “De associatieve logica is volgens mij meer bedacht, dan wat de surrealisten wilden. Die wilden alles veel losser, zonder theorie, creëren.”
Op persoonlijk vlak had de moedige tekenaar minder geluk: zijn zonen stierven bij bosjes, en hijzelf moest ook voor een korte periode geïnterneerd worden. Fun fact: wij denken dat hij wel vereerd zou zijn dat hij nu zowel op de voor- als achterkant van het album ‘Inuendo’ van Queen prijkt. Maatschappijkritiek is van alle tijden, quoi.
Mesmerize
Kunnen vliegen, het is een eeuwige droom van de (gestoorde) mens. Ook die van Gustav Mesmer. Mesmer spendeerde zijn hele leven opgesloten in de psychiatrie, gediagnosticeerd als schizofreen. Daar ontstond zijn obsessie om vliegtoestellen te maken -- na enkele ontsnappingspogingen, de symboliek is niet ver te zoeken. Niet dat de toestellen ooit van de grond gingen (net als onze Gustav zelf, vermoeden we), maar de tekeningen en constructies bevatten een magische kwaliteit, waardoor Mesmer in de kunstwereld gevierd wordt. Zelf geloofde hij steevast dat zijn vliegfietsen, helikopterpakken en schoenen met springveren gingen werken, waardoor ook al zijn uitvindingen door hem uitgetest werden. “Tegen het einde van zijn leven werd hij zowaar een attractie: Op zon- en feestdagen wisten de buurtbewoners dat Mesmer in de heuvels zat om zijn uitvindingen te laten opstijgen.” Cutie. Uiteindelijk kreeg hij de erkenning die hij verdient, en kon hij voor zijn dood toch nog een grote tentoonstelling organiseren.
Naast alle interneringen kon Mesmer ook putten uit een moeilijke jeugd als bron van creatieve inspiratie. Als kind had hij namelijk enkele keeloperaties moeten ondergaan, waardoor hij moeite had met spreken. Hij vond dan maar een spreekmachine uit, waarbij iedere letter correspondeert met een geluidje. Naast algemene schattigaard, was hij ook nog eens filantropisch ingesteld. Zo had hij een carpoolsysteem bedacht, en ook een auto ontworpen met een extra veiligheidsband zodat de impact bij ongevallen minder zwaar zou zijn. Eat that, Google.
“Mesmer was een beetje een attractie”
Chatten met je dode oma
Verderop in dit rariteitenkabinet vinden we Jean Perdrizet. De Fransman was naast losgelagen burgie ook een outsiderkunstenaar die zich bezighield met het ontwerpen van raketten en van machines om met geesten te communiceren. Denk aan de typische Ouja-borden, maar dan verrijkt met een oneindige complexiteit en fantasie. Het is snel duidelijk dat de man een eigen universum met kleurencodes en een eigen nieuwe taal nodig had als houvast, en niet alleen als fantasma. Zo was hij er heilig van overtuigd dat zijn uitvindingen daadwerkelijk functioneerden. Hij stuurde bijvoorbeeld ooit een ontwerp van een raket op naar de NASA, die een zeer vriendelijke brief van ontvangst hebben teruggestuurd. “Your contribution will be considered, and if it is found to have useful application we shall write to you further.” Lief hoor, van die NASA. Hem een beetje in de waan laten. Bourgeoisie. De werken die tentoongesteld worden, zijn een samenstelling van hectische technische tekeningen met zijn eigen commentaar erbij. Zo zien we “Machine à écrire avec l’au-delà”, een uitgebreide tekening waarin Perdrizet een AZERTY-toetsenbord voor de doden heeft gemaakt. Want een alfabet is ook maar saai. Prachtig om te zien hoeveel tijd en denkwerk in deze ontwerpen om te communiceren met de dood gaan. Volgens de gids had hij dat echt nodig: "Perdrizet was een zeer eenzame mens." In zijn tekeningen zien we de verwoede poging om toch te kunnen communiceren. Daarnaast is het leuk om te weten dat hij ook echte ‘believers’ had. De Marc Peeters-en zijn ook van alle tijden.
Stranger Things
De jongste kunstenaar die tentoongesteld wordt, heet Matthew Kneebone. De focus van zijn werk ligt bij het paranormale: aura’s en mensen die geloven dat ze zodanig elektrisch geladen zijn dat ze electronica kunnen beïnvloeden. Een fenomeen dat trouwens ook bij ‘ghost hunting’ gebruikt wordt. Vele mensen geloven dat helderzienden en paranormaal begaafde mensen electronica afstoten. Gaat jouw iPhone vaak kapot? Proficiat, u kan communiceren met de doden! Of u laat hem gewoon te veel vallen wanneer u dronken naar uw ex aan het sms’en bent dat u nog steeds van hem/haar houdt. In beide gevallen heeft u psychologische hulp nodig.
Het werk van Kneebone is een combinatie van zwart-wittekeningen, gaande van satanische batterijen tot het verband tussen computer- en biologische virussen -- een vergelijking (technologie vs. biologie) die wel vaker terugkeert in het werk van Kneebone. Ook hangen er in dezelfde zaal opnames van Sigmar Polke, die probeerde om aura’s te fotograferen met behulp van radiologische straling.
"Het experiment werkte beter met alcohol"
Paraboozen
Tot slot wordt ook nog een stukje geschiedenis van de psychiatrie tentoongesteld met Gerard Heymans. De Nederlander probeerde vanuit zijn woonkamer op een wetenschappelijke manier déjà vu's, telepathie en woordvervreemding te verklaren. "Hij voelde zich altijd aangetrokken tot het occulte, maar vond het vooral interessant om de fenomenen te ontkrachten", vertelt Lamot. Met de hulp van enquêtes trachtte hij te achterhalen hoe deze mysterieuze fenomenen konden ontstaan. Zijn vrouw was daarbij het voornaamste proefkonijn. We voelen een diepe 'ocharm' in ons weke gestel opborrelen. Enquêtes allemaal goed en wel, maar zijn eigen creaties zien er verdacht pijnlijk uit. Of misschien heet dat kinky te zijn. Alleszins: Heymans ontdekte dat de hoogste vorm van vervreemding depersonalisatie is: de realiteit komt dan in niets meer voor zoals ze is. Om zich te professionaliseren kreeg hij uiteindelijk van de universiteit toch een plekje, maar het is maar de vraag of hij daar eigenlijk thuishoorde. "Douwe Draaisma heeft in 1990 zijn testen opnieuw gedaan, en daaruit bleken bepaalde zaken wel te kloppen, zoals bijvoorbeeld het feit dat déja vu's vaker voorkomen dan depersonalisaties, maar het merendeel bijvoorbeeld over karaktertrekken bleek toch niet wetenschappelijk te zijn. Het was een begin van onderzoek, maar het heeft ons niet echt veel geleerd." Toch wil de gids geenszins zijn intelligentie onderschatten. Ook zeer interessant vindt ze zijn telepathie-onderzoek. "Heymans vond maar één proefpersoon waarmee hij echt goed kon werken. De test werkte simpel met een getal dat je moest raden van de ander. In 30%-40% van de gevallen lukte het. Wat opvallend was, is dat het beter werkte met alcohol - tot 67%. Hoe meer je verdwaasd bent, hoe gemakkelijker dus." We knikken begrijpend. Parapsychologie, it must be fun!
'Een andere wereld' opent vrijdag 21/10 om 20u. Binnenkort opent ook het nieuwe café in Museum Guislain.
Reactie toevoegen