Vier jaar geleden werden Rik Van de Walle en Mieke Van Herreweghe verkozen als rector en vicerector van onze dierbare universiteit. Ze blikken terug op hun termijn en vertellen over hun soepkunsten en toekomstplannen.
Wat vinden jullie de belangrijkste verwezelijking in jullie mandaat?
Rik: Toen we opkwamen in 2017, hebben we van vertrouwen een belangrijk aandachtspunt gemaakt. Ik ben er trots op dat we dat hebben gerealiseerd. Op het vlak van vertrouwen in onze medewerkers en studenten zijn we niet alleen een voorloper in het Vlaamse universitaire landschap, maar ook internationaal. Men spreekt zelfs van 'the Ghent Model'. Professoren en doctorandi hebben meer vrijheid gekregen om te doen waar ze goed in zijn. Ook bij het administratief en technisch personeel zetten we in op vertrouwen door de manier waarop zij geëvalueerd worden. De coronacheck van vorig jaar ging ook uit van vertrouwen in studenten. We vertrouwden erop dat de studenten van vorig jaar even getalenteerd zijn en even hard werkten als voor de coronacrisis.
"We hebben radicaal beslist om de hervorming van de academische kalender niet door te voeren" − Mieke Van Herreweghe
Mieke: Aan het begin van ons mandaat was er discussie over de hervorming van de academische kalender om de lage slaagpercentages in het eerste jaar te doen stijgen. Toen er toch problemen bleken te zijn met het voorstel, hebben we radicaal beslist om de hervorming niet door te voeren. Dat durven is belangrijk, want discussies kunnen blijven aanslepen en voor onrust zorgen. We wilden wel nog iets doen aan de oorzaak van die lage slaagpercentages en zo zijn we bij activerend leren uitgekomen, om studenten niet te veel los te laten in de eerste paar maanden. Op dat vlak hebben we een mooi parcours afgelegd.
Toen jullie kandideerden, klonk de bezorgdheid dat jullie te veel op het centrale niveau zouden beslissen, en faculteiten minder vrijheid zouden geven.
Rik: Tijdens de verkiezingscampagne hebben we altijd gezegd dat dat niet de bedoeling was. Ik denk dat men dat nu niet meer kan beweren. We hebben de faculteiten versterkt door overal een faculteitsbestuur op te richten dat bestaat uit een team van drie tot vijf leden. Zo hebben meer mensen betrokkenheid op het facultaire niveau. Daarnaast zien wij (de rector en vicerector, red.) één keer per maand alle directeurs en decanen samen. Dat gezamenlijke overleg met directies gebeurde voorheen nooit. Ook in de hoogste raden zitten Mieke en ik niet stil. Daar overleggen we continu met studenten, leggen vaak voorstellen op tafel en creëren we ook dikwijls debatten. We hebben een sterkere overleg- en debatcultuur ingevoerd.
"We hebben de moed om boodschappen te brengen die de ontvanger niet graag hoort" − Rik Van de Walle
Mieke: De werkgroepen tonen de wisselwerking tussen het centrale en facultaire niveau ook aan, denk maar aan de Werkgroep Mentaal Welbevinden. Daarin zitten mensen van alle niveaus: experten, centrale administratie en studenten.
De aanstelling van Maarten Boudry als houder van de leerstoel Etienne Vermeersch leek voor sommigen nochtans een heel centrale beslissing.
Rik: De leerstoel is opgericht in de nasleep van het overlijden van Etienne Vermeersch, een icoon van deze universiteit, iemand die het aandurfde tegen te spreken. Na zijn overlijden zijn er een aantal mensen die jarenlang met hem hadden samengewerkt naar mij gekomen met het idee een leerstoel op te richten. De leerstoel heeft de bedoeling spraak en tegenspraak te initiëren en zo tot debat te komen. Daarna hebben we verschillende mensen aangeschreven om er van gedachten over te wisselen. Het voorstel is via de gebruikelijke kanalen goedgekeurd, waarna er een vacature werd opengesteld. Maarten Boudry heeft daarop gekandideerd en hij was ook de enige kandidaat. Een selectiecommissie, waar ik niet inzat, heeft de kandidatuur beoordeeld en daarna werd Maarten aangesteld voor een termijn van vier jaar.
"Inhoudelijk waren we zeker en vast al bezig met dekolonisatie" − Mieke Van Herreweghe
Er is daar nogal wat commotie rond geweest, en dat heeft met verschillende zaken te maken, waaronder enkele dingen die ik nogal moeilijk kan vatten. Maarten is zeer direct en durft te spreken en tegen te spreken, en dat past in het kader van de leerstoel die we gecreëerd hebben om debat te veroorzaken. Maarten heeft trouwens zijn openingscollege gegeven en dat was een uitstekende lezing.
Eind 2020 hebben studenten een open brief gepubliceerd met de vraag om de UGent te dekoloniseren. Hoe komt het dat de UGent vrij laat een standpunt heeft ingenomen? Waarom was daar een open brief voor nodig?
Mieke: Door te werken rond diversiteit waren we al een antwoord aan het bieden op dekolonisatie, maar gewoon niet onder die noemer. Ik besef dat de term 'dekolonisatie' rekening houdt met machtsverhoudingen, en 'diversiteit' niet. Inhoudelijk waren we er zeker en vast al mee bezig. De universiteit heeft bijvoorbeeld al jaren een statement over het dragen van hoofddoeken. Misschien moeten we meer proactief te werk gaan, in plaats van ervan uit te gaan dat onze studenten op de hoogte zijn van al onze inspanningen.
"Mijn soep zou niet te vreten zijn" – Rik Van de Walle
Ik was blij met de kritische houding van de open brief, ik verwacht dat van studenten. We waren voor de publicatie van de brief al bezig met een aantal van de eisen. We hebben na het verschijnen van de brief eerst geantwoord aan de betrokken studenten, omdat we er geen grote statements over wilden maken. Dat was namelijk net voor de examens. We hebben hen uitgenodigd om er samen over te spreken en zo iets aan de gesignaleerde problemen te doen, eerder dan grote statements te maken. Deze week (week van 8 tot 14 februari, red.) hebben we voor het eerst samengezeten, online hé (lacht), en er ligt een idee op tafel voor een platform waardoor studenten een actievere rol kunnen spelen rond het onderwerp.
De soep van Ben Weyts heeft een tijdje nagegalmd op sociale media, en ook wij melken het graag uit. Wat zouden jullie aan jullie studenten geven in plaats van soep?
Rik: Ik zou mijn tijd geven, en mijn energie gebruiken om met studenten te spreken. Ik zou niet met een soepketel naar studenten gaan, omdat ik het belangrijk vind dat studenten serieus genomen worden. Ik ga jullie ook nog een geheim vertellen: ik ben ook totaal niet in staat om soep te koken. Het zou dus ongeloofwaardig zijn als ik met soep zou afkomen, en ze zou bovendien niet te vreten zijn.
"Als je (vice)rector al niet meer de stem van de wetenschap volgt, wie dan wel nog?" − Rik Van de Walle
Mieke: Ben Weyts wilde studenten een hart onder de riem steken, maar dat kwam verkeerd over omdat je studenten veel te weinig au sérieux neemt op die manier. Er zijn veel studenten die het moeilijker hebben dan normaal, en zij hebben erkenning nodig. Ik begrijp natuurlijk dat daarop gereageerd wordt met: "We zijn niet veel met je erkenning als je er niets aan doet". Mocht ik kunnen, zou ik dat virus wegtoveren, want je studententijd zou een van de mooiste periodes uit je leven moeten zijn.
De UGent leek vaak een stapje voor op beslissingen omtrent corona die vanuit de overheid werden genomen. Waar ligt dat aan volgens jullie?
Rik: Dat komt omdat we ons beleid uitstippelen op basis van kennis, feiten, data en wetenschappelijk inzicht. Ik zeg zeer bewust wetenschappelijk inzicht: niet enkel medisch wetenschappelijk inzicht. Als je als universiteit of als (vice)rector al niet meer de stem van de wetenschap zou volgen, wie gaat ze dan wel nog volgen? We hebben de moed om boodschappen te brengen waarvan we weten dat de ontvanger die niet graag gaat horen. We moeten durven eerlijk te zijn, maar altijd op een correcte, menselijke manier.
De slaagcijfers zijn beter dan anders, maar er zijn ook veel signalen dat het erg slecht gesteld is met de mentale gezondheid van studenten. Hoe reageert u daarop?
Rik: Ben ik tevreden over het feit dat de examens goed zijn verlopen? Uiteraard. Is mijn conclusie: 'Het is allemaal peis en vree, we moeten de komende jaren ook zo doen'? Radicaal nee. Er zijn veel studenten die het heel zwaar hebben. En we moeten daar iets aan doen. De personeelsleden doen alles wat ze kunnen. Ze werken zich te pletter, écht waar. Vandaar dat ik de laatste twee weken nogal combattief pleit voor meer middelen voor de geestelijke gezondheidszorg. Ik weet wat het is vanuit mijn perspectief als vader dat een jongere materieel alles kan hebben, en het toch heel zwaar heeft. Je moet me dat niet komen uitleggen.
"Wij hopen het schip opnieuw in rustiger vaarwater te krijgen" − Rik Van de Walle
Bovendien moeten we pleiten voor meer middelen. Niet alleen voor studenten, maar voor jongeren in het algemeen. Men mag niet vergeten dat er van de 18- tot 24-jarigen maar een beperkt deel hoger onderwijs volgt.
Het einde van jullie eerste termijn is in zicht, is er iets dat jullie nog zouden willen delen?
Rik: Ik wil graag zeggen dat we ons kandidaat stellen voor een volgende termijn. Ik denk dat velen het al vermoedden, maar we wilden het nog eens formeel zeggen. We vinden het ook belangrijk om het voor het eerst formeel aan te kondigen via Schamper als studentenblad van de UGent. We gaan nu door troebele wateren, maar wij hopen de komende jaren het schip dat de UGent is opnieuw in rustiger vaarwater te krijgen, en dan richting en sturing te geven. Dat is waar we op hopen, waar we onze tijd en energie willen insteken.
Reacties
(Geen onderwerp)
(Geen onderwerp)
Reactie toevoegen