Waar zijn de vrouwen aan onze universiteit?

"Vrouwen moeten meer durven"

Hogere academische posities worden nog steeds voor een overgroot deel door mannen bekleed, ook aan de UGent. Hoe komt dit? Wij gingen in gesprek met prof. Marysa Demoor, hoogleraar Engelse literatuur en hoofd van het Centrum voor Genderstudies, en Badra Djait, coördinator Diversiteit & Gender op het kabinet van de vicerector.

De aanwezigheid van vrouwen aan Belgische universiteiten wordt gekenmerkt door een langzame evolutie: na de stichting van de UGent in 1817 kwam de eerste vrouwelijke studente, Sidonie Verhelst, er pas in 1882. In 1900 werd het opnieuw moeilijker voor vrouwen om aan hogere studies deel te nemen. De staat voorzag namelijk enkel middelbaar onderwijs voor jongens. Pas in 1925 kwam hier verandering in. Het bleef voor vrouwen, en dan zeker in hun latere carrière, wel moeilijk. 

"Aan de UGent is het in het algemeen zeer moeizaam gegaan"

In 1913 werd Irène Vanderbracht de eerste vrouwelijke professor aan de UGent. Ze werd docent voor de praktijkoefeningen van de vrouwelijke studenten lichamelijke opvoeding. Pas 41 jaar later, in 1954, volgt juriste Gerda De Bock. Zij werd in 1978 ook de eerste vrouwelijke decaan aan de (toen nog) Rijksuniversiteit Gent met name aan de faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. Pas in 1992 volgden de tweede en derde vrouwelijke decaan: Yvette Merchiers werd decaan van de faculteit Rechtswetenschappen en Dominique Willems werd decaan van de faculteit Letteren en Wijsbegeerte. De eerste vrouwelijke rector aan de UGent kwam er pas in 2013, met het rectorschap van Anne De Paepe.

Marysa Demoor

Badra Djait duidt verder: "Ik had de eer om ooit eens met em. prof. Yvette Merchiers te spreken. Boeiend was dat zijzelf geen onderscheid maakte tussen mannen en vrouwen, en dat zij zichzelf niet definieerde als de 'vrouw'. Zij wilde gewoon studeren, zich verdiepen in onderzoek en ten dienste staan van de samenleving. Het was haar mannelijke omgeving die haar ermee confronteerde. In die tijd − en dat is niet eens zo lang geleden − moest ze stevig in haar schoenen staan. Gelukkig kwam ze uit een familie die in haar geloofde en haar volop steunde. Haar grootvader en moeder waren feministen."

"Aan de UGent is het in het algemeen zeer moeizaam gegaan", stelt prof. Marysa Demoor. "Niet zo lang geleden was het moeilijk voor vrouwen om in de hogere rangen van het professorenkorps terecht te komen of om te zetelen in de beslissingsorganen. De vooroordelen waren er toen heel erg aanwezig en de regelgeving was zo dat enkel hoogleraren sleutelposities konden innemen. Door het gebrek aan vrouwelijke hoogleraren in de meeste faculteiten konden zij die verantwoordelijkheden niet opnemen"

Uit cijfers van 2020 bleek dat, hoewel vrouwen de helft van de studentenpopulatie vertegenwoordigen, ze telkens minder vertegenwoordigd worden in hogere posities. Al gaan de cijfers sinds 2004 de goede kant op. Terwijl de UGent in 2004 slechts 6 procent vrouwelijke hoogleraren kende, is dat in 2020 bijna vervijfvoudigd naar 29 procent.

Van vrouwenstudies naar Gender & Diversiteit

De feministische golf van de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw was de basis voor de oprichting van de 'vrouwenstudies' die als interuniversitaire opleiding werd aangeboden door, onder andere, de UGent aan het einde van de jaren 80. Demoor werkte hieraan mee: "Vrouwenstudies vormde een aanvullende licentie die ook 's avonds werd gegeven, dus ook werkende studenten konden dit volgen".

Na de vaststelling dat 'vrouwenstudies' door velen als té eng werd beschouwd, werd dit opengetrokken naar 'genderstudies' en later 'gender en diversiteit'. Theorievorming en globale academische discussies gingen hieraan vooraf: "Met genderstudies wilden wij ingaan tegen de sociale druk van de mannelijke norm en ook meer mannelijke studenten betrekken. Ik denk dat dat uiteindelijk een goede stap was", zegt Demoor. "Daarna is men zich op 'diversiteit' gaan toeleggen – 'gelijke kansen' kreeg een invulling naargelang de mode en de interesse van de betrokken ministers. Gaande van de problematiek van gender, naar die van mensen met functiebeperkingen tot die van ouderen en, tot slot, die van mensen met de migratie-achtergrond. Maar door de focus te verschuiven van vrouwenrechten naar diversiteit, vergeet men soms dat gelijke kansen voor mannen en vrouwen er nog niet zijn."

"Al van in de studentenclubs worden vrouwen stereotiepe taken toebedeeld"

Dat er een onevenwicht bestaat tussen vrouwen en mannen in machtsposities is bekend, maar de man/vrouw-stereotypering is jammer genoeg nog steeds fel aanwezig – ook bij studenten. "Opleidingen zijn nog steeds genderbepaald", stelt Demoor vast. "Bij de ingenieurs zijn het voornamelijk mannelijke studenten, bij de psychologie en de diergeneeskunde zijn het dan weer vooral vrouwen. Ik weet niet of jullie dit beseffen, maar al van in de studentenclubs worden vrouwen stereotiepe taken toebedeeld. Schachtentemmers zijn mannen, maar de cursusverkoop gebeurt dan weer vaak door vrouwen. Studenten zijn overigens behoorlijk conservatief: vrouwelijke studenten gaan bijvoorbeeld mannelijke proffen betere scores geven dan vrouwelijke proffen. Als vrouw voel je dat ook."

Vrouwen moeten méér durven

Stereotypen zijn dus niet enkel aanwezig bij mannen, maar ook bij vrouwen, in hun beoordeling van anderen en zichzelf. Vaak beschouwen vrouwen zich als minder bekwaam, ook al hebben ze betere capaciteiten in vergelijking met hun mannelijke tegenhangers. Zo gaan academicae makkelijker aan zelfcensuur doen en niet kandideren voor posities van grote invloed. "Het is onzekerheid, zelftwijfel en inperking", staaft Demoor. "Ik vermoed dat dat bij de opvoeding en het onderwijs wordt meegegeven."

"Deze sterke vrouwen durfden fouten te maken: het is door fouten te maken dat je leert en groeit"

"Vrouwen moeten veel meer durven", benadrukt Djait. "Lef hebben en durven zichzelf op de voorgrond te plaatsen. Ze worden soms toch wel tegengehouden door hun perfectionisme en bescheidenheid. Als ze niet de tijd hebben om alles tot in de puntjes juist te doen, doen ze het liever niet. In het verre verleden heb ik gewerkt in de politieke wereld, waar ik sterke vrouwen heb ontmoet. Wat ze gemeenschappelijk hadden, was dat ze geen schaamte hadden om zichzelf in de kijker te plaatsen. Ze hadden ook een ongelooflijk doorzettingsvermogen en wilskracht, ondanks alle tegenslagen waarmee ze geconfronteerd werden. Ze durfden ook fouten te maken. Het is door fouten te maken dat je leert en groeit. En vooral, ze durfden zichzelf te zijn. En ik hoop dat dat ook bij onze studenten die richting uitgaat."

Feministisch generatiedebat op 28 mei van 13.30 tot 17 uur

Professor Marysa Demoor, grondlegger van het UGent-genderbeleid, en Badra Djait, coördinator bij de beleidscel diversiteit en gender, organiseren een feministisch generatiedebat met de feministen van gisteren, vandaag en morgen. Een debat met Kristien Hemmerechts, Joséphine Moerman, Vera Dua, Warda El-Kaddouri, de premier Alexander De Croo, de vicepremier Petra De Sutter en nog andere prominente feministen. Er is een cultureel intermezzo door dichteres Maud Vanhauwaert. Het debat wordt gemodereerd door politiek journaliste Linda De Win. Meer informatie over het programma en inschrijving kan u hier vinden. 

0
Gemiddeld: 5 (1 stem)

Reactie toevoegen