Jeroen Petit (lid Faculteitsraad Letteren & Wijsbegeerte) en Tim Ongenae (doctoraatsstudent en ex-voorzitter van StuArt) kanten zich tegen de plannen van minister Ben Weyts om een knip te introduceren na het eerste jaar. "Er is maar een plaats waar die knip thuishoort, namelijk de vuilnisbak."
We schrijven 30 september 2019. Het Vlaams regeerakkoord wordt afgerond en twee dagen later reageert de Gentse Studentenraad al erop. De reden? In het regeerakkoord staat een voorstel dat studenten niet meer aan hun masteropleiding kunnen beginnen indien ze de bachelor nog niet afgerond hebben (op 30 studiepunten na, behalve als in die 30 studiepunten de bachelorproef zit). Deze maatregel stuit studenten (en studentenraden) tegen de borst en niet onterecht wordt er verwezen naar het absurde, ondoordachte en onkritische karakter van het voorstel. Dat minister van Onderwijs Ben Weyts destijds een mal figuur sloeg, was duidelijk. Twee jaar later (mooi op tijd) geeft men dan toch toe dat een knip tussen bachelor en master geen goed idee was.
Een dergelijke knip is niet nodig noch wenselijk om het studierendement op te krikken
Nu ligt echter het voorstel op tafel om de knip te vervroegen naar het eerste bachelorjaar, waar het, volgens rector Rik Van de Walle, "thuishoort". Concreet kunnen studenten die na twee jaar niet slagen op hun eerstejaarsvakken zich niet meer inschrijven in dezelfde opleiding en moeten ze dus heroriënteren of stoppen met studeren. Ter verduidelijking: in het voorstel van de eerste knip kon de student zich nog wel inschrijven in dezelfde opleiding, maar mochten ze geen vakken uit de master opnemen indien ze nog meer dan 30 studiepunten uit de bachelor en/of de bachelorproef moesten afronden. Studieduurverlenging is voor geen enkele partij een goede zaak en verdient zeker de nodige aandacht in het beleid, maar het is betreurenswaardig dat de beleidsmakers niet inzien dat een dergelijke knip niet nodig noch wenselijk is om het studierendement op te krikken.
Bindende voorwaarden niet voldoende?
In de Codex Hoger Onderwijs staat dat een instelling, bij wijze van studievoortgangsbewaking, bindende voorwaarden kan opleggen aan studenten die niet voor 60 procent van de opgenomen studiepunten slagen. Aan de UGent krijgen studenten met een studierendement van minder dan 50 procent een bindende voorwaarde in het academiejaar erna. Sommigen zullen zich de discussie van vorig academiejaar en het bijbehorend standpunt van de Gentse Studentenraad omtrent de verstrenging van studievoortgangsmaatregelen misschien nog herinneren. Aan de KULeuven is men nog strenger omdat studenten daar na hun eerste jaar bij een studierendement van minder dan 30 procent geweigerd kunnen worden. Een absolute tweede kans en het feit dat je eerstejaars, op zich al een zeer kwetsbare groep, geen zwaard van Damocles boven hun hoofd laat hangen, resulteren in een hogere mentale geruststelling en moeten dus te allen tijde in acht genomen worden.
Als deze bindende voorwaarden niet genoeg blijken, heeft het dan wel zin om een extra knip in te voeren? In het rapport van de enquête van de Gentse Studentenraad over mentaal welbevinden bij de student, wordt bovendien duidelijk gemaakt dat studenten met een heroriërentering achter de rug duidelijk meer met psychologische problemen te kampen hebben. Dat is ook niet te verwonderen in een maatschappij waarin veranderen van richting nog altijd 'zakken' genoemd wordt. Een scenario waarin studenten gedwongen worden om te heroriënteren, is dus absoluut onwenselijk. Waarom wordt er dus een focus gelegd op het afstraffen van studenten die het wat minder goed doen, maar wel voldoende capaciteiten hebben om hun studies te voltooien?
Tweede knip: een bron van studieduurverlenging?
De vraag is natuurlijk of deze 'zachte knip' wel het gewenste effect zal hebben. Zal het daadwerkelijk leiden tot studieduurbeperking of er juist voor zorgen dat mensen zich, noodgedwongen, afkeren van het hoger onderwijs? Zou een neveneffect voor sommigen net studieduurverlenging zijn? We zetten even een scenario uiteen.
Een student start vol goede moed aan zijn opleiding, maar moet in augustus vijf examens opnieuw maken, voor in totaal 23 studiepunten. Hoewel de student al vrijgesteld is van een bindende voorwaarde, is dat toch al een pittige tweede zit. Hij slaagt erin om nog op twee examens te slagen en moet in totaal dus 13 studiepunten meenemen naar het jaar daarop. In zijn tweede studiejaar beslist hij om zijn volledig tweede bachelorjaar op te nemen bovenop de resterende 13 studiepunten uit het eerste bachelorjaar. Dat komt neer op een mooi totaal van 73 studiepunten, net om studieduurverlenging te voorkomen. Dat tweede jaar verloopt enigszins beter en op het einde van de tweede zit is de student geslaagd op zijn volledig tweede jaar, maar twee van de drie eerstejaars vakken blijven hem achtervolgen.
Men gaat in het voorstel er al direct van uit dat deze studenten ofwel lui ofwel niet geschikt zijn
In het plan dat nu op tafel ligt is dit einde verhaal, want de student mag niet naar zijn derde jaar. Met deze nieuwe knip heeft een student met een soortgelijk verhaal twee opties, namelijk heroriënteren of stoppen met studeren. De tweede optie lijkt waarschijnlijker voor studenten in moeilijkere socio-economische omstandigheden en bijgevolg kan dit wel eens een bedreiging worden voor de democratisering van het onderwijs. De student in kwestie ging echter naar zijn derde jaar en was op het einde van zijn derde jaar wel geslaagd voor de resterende eerstejaarsvakken. Hij ging naar zijn master, en vervolledigde zijn opleiding binnen de vooropgestelde periode met grote onderscheiding.
Zal er met deze groep studenten rekening gehouden worden? Wat moeten zij doen als ze daadwerkelijk één of twee vakken met zich meesleuren? In het voorontwerp van het decreet staat duidelijk dat voor hen geen uitzondering gemaakt wordt. Zijn dergelijke studenten werkelijk niet geschikt voor hun opleiding, zoals Ben Weyts op 19 december stelt in VTM Nieuws? Men gaat in het voorstel er al direct van uit dat deze studenten ofwel lui ofwel niet geschikt zijn voor hun opleiding, terwijl de oorzaken in veel gevallen elders liggen.
Flexibilisering van het onderwijs
Er wordt in het regeerakkoord gesproken over een 'te ver doorgedreven flexibilisering van het hoger onderwijs'. Minister van Onderwijs Ben Weyts gooit bij de argumentatie graag met te kort door de bocht geïnterpreteerde cijfers: een vierde van de studenten verlaat het hoger onderwijs zonder diploma en slechts een derde behaalt een bachelordiploma binnen de drie jaar. In onze huidige maatschappij is een flexibele vorm van onderwijs noodzakelijk om bij te dragen tot de inclusie van onderwijs. De redenen waarom niet iedere student slaagt in een richting zijn zeer divers. Sommige studenten moeten (een deel van) hun studies zelf betalen en nemen er een (studenten)job bij, hetgeen niet alleen resulteert in minder beschikbare studietijd, maar ook extra psychologische last (zie het beleidsadvies mentaal welzijn van VVS).
Er is maar een plaats waar die knip thuishoort, namelijk de vuilnisbak
Andere studenten kampen met een leerstoornis, met psychosociale problemen, met een moeilijke overgang tussen het middelbaar en het hoger onderwijs etc. Het is dan ook naïef om de flexibilisering van het onderwijs naar voren te schuiven als de reden bij uitstek voor het dalen van het algemeen studierendement. De ver doorgedreven flexibilisering van het hoger onderwijs leidt er misschien net toe dat studenten in een moeilijkere situatie de kans krijgen om een diploma te halen op hun tempo.
Oriënteringsbegeleiding
In debatten rond studievoortgang wordt er te weinig nagedacht over wat men kan doen om heroriëntering te vermijden of studenten daarbij zo goed als mogelijk te begeleiden. Daarnaast is de kloof tussen middelbaar en hoger onderwijs nog steeds een realiteit. De Gentse Studentenraad heeft in 2015 en 2018 al gepleit voor de implementatie van zomercursussen voordat de student aan een opleiding start, voor meer individuele begeleiding, voor een hoger remediëringsaanbod, voor het idee achter de SIMON-test, voor een betere werking van het monitoraat en voor extra studiekeuzebegeleiding. Extra inzetten op deze zaken kan heroriëntering voorkomen en zal ongetwijfeld bijdragen tot minder studieduurverlenging. Op deze manier werkt men ook meer op maat van de student. Heroriëntering kan men zodoende vermijden of zo goed mogelijk begeleiden. Daarmee kan de impact op het mentaal welzijn van de studenten in deze situaties beperkt worden. Gepaste maatregelen om oriëntering te bevorderen en heroriëntering te faciliteren zijn echter zoek in het beleid.
Beste minister, beste rector, laat die knip voor wat het is
Volgens Rik Van de Walle komt er nu een knip op de plaats waar die thuishoort: na het eerste jaar in plaats van tussen bachelor en master. Volgens ons is er maar een plaats waar die knip thuishoort, namelijk de vuilnisbak. De huidige maatregelen zoals bindende voorwaarden blijken niet voldoende om de doelstellingen inzake studievoortgang van minister Weyts te behalen. De oplossing die hij daartegenover stelt, raakt volgens ons echter kant noch wal. De knip kan volgens ons juist leiden tot studieduurverlenging van een bepaalde groep studenten en de gevolgen die zij moeten dragen zijn nog te onduidelijk en storten studenten in het ongewisse. Dat is natuurlijk niet bevorderlijk voor een groep die sowieso zeer vatbaar blijkt voor problemen met mentaal welbevinden. De maatregel zal ook, samen met de implementatie van de starttoets, de druk op het personeel van onze instellingen, van wie het water nu al aan de lippen staat, verhogen. Zonder extra middelen zijn alle grote woorden over extra remediëring ten dode opgeschreven.
Dus beste minister, beste rector, laat die knip voor wat het is en doe waar de studenten al jaren voor smeken: investeer in extra psychologische ondersteuning, extra trajectbegeleiding, extra monitoraatswerking en extra oriënteringsbegeleiding. Neem alvast die last van de schouders van de studenten en misschien lost het 'probleem' zichzelf wel op. Heb vertrouwen in de studenten, ze komen er wel. Misschien niet in modeltraject, maar ze komen er wel. Minister Weyts, u bent daar zelf het beste voorbeeld van.
Reactie toevoegen