Het nieuwe doopdecreet

Hoera, een nieuw doopdecreet! Lees hier hoe je rechten als deelnemer aan een doop dit academiejaar zijn veranderd, of welke regelgeving je als vereniging dient na te leven.

Foto door Nathan Pelgrims

Het doopdecreet is een tekst die op initiatief van de konventen en in samenwerking met de hogeronderwijsinstellingen en Stad Gent is geschreven om het doopgebeuren in de ruime zin in goede banen te leiden. Alle erkende Gentse verenigingen hebben inspraak via de konventen en zijn verplicht zich te houden aan dit reglement. Aan niet-naleving zijn sancties verbonden en er is een controlerende instantie ingericht die hierop toeziet. Het document krijgt in principe elk jaar een update. Onlangs werd de editie 2022-2023 bekendgemaakt nadat een werkgroep van studenten en experts de tekst onder handen had genomen. Wat is er dit jaar allemaal veranderd?

Het voorwoord is flink uitgebreid tegenover dat van het vorige decreet en legt op die manier extra accenten. De tekst beklemtoont nu nog meer dat een groepsgevoel aanwakkeren het doel van een doop is. Er wordt een duidelijk verschil gemaakt tussen groepsgevoel en groepsdruk. Groepsdruk, in die zin dat het doopcomité druk uitoefent om over je persoonlijke grenzen te gaan, wordt tegenover groepsgevoel gezet, een gevoel van samenhorigheid dat bijdraagt tot de voltooiing van de opdrachten.

Rechten en vrijheden

Artikel 2 omschrijft het recht op uittreding. Voorheen stond hier dat wanneer een schacht zonder gefundeerde reden weigert een proef te ondergaan, de vereniging het recht heeft om de doop voor die persoon stop te zetten. De schacht loopt dan sowieso de rechten mis die voorbehouden zijn aan gedoopten. Dit verlies van rechten gebeurt niet meer automatisch, maar zal telkens afhangen van de beoordeling van de vereninging in die concrete situatie.

Het artikel over het recht op inzage van de medische doopfiche bevat een nieuwe alinea. Voorheen stond er al dat de vertrouwelijke informatie enkel mag ingekeken worden door de persoon in kwestie en enkel indien strikt noodzakelijk, ook de doopmeesters. Het nieuwe decreet bepaalt dat de medische doopfiches conform de Europese privacybeschermingswet moeten worden behandeld. Deze wet houdt in dat het doopcomité enkel wat medisch relevant is, mag bijhouden en dat de gegevens uitsluitend in het kader van de doop mogen worden gebruikt. Een andere relevante vernieuwing met betrekking tot de medische doopfiche is het volgende: "Een samenvatting ervan met de belangrijkste zaken, moet steeds duidelijk zichtbaar zijn op de schacht of op iets dat de schacht met zich meedraagt (bijvoorbeeld, een fluohesje of doopkaartje)."

Groepsdruk wordt tegenover groepsgevoel gezet, een gevoel van samenhorigheid dat bijdraagt tot de voltooiing van de opdrachten

Het recht op het volgen van lessen is grondig hervormd. De oude tekst stelt dat  de vereniging moet proberen de doop zo goed mogelijk in te plannen zodat er geen overlap is met de lesmomenten. De vernieuwde tekst verplicht verenigingen om studenten de mogelijkheid te geven alle onderwijsactiviteiten bij te wonen of op gepaste wijze in te halen. Louter lesnotities ter beschikking stellen is dus niet voldoende.

Verboden praktijken

Ook het verbod op dronkenschap is helemaal anders aangepakt. De idee dat vroeger enkel de doopmeesters nuchter moesten blijven, en dan nog enkel tijdens de buitendoop, is nu opengetrokken tot een totaal alcoholverbod voor de organisatoren, de verantwoordelijken en de toezichthouders. Bovendien geldt dit alcoholverbod nu voor de gehele doop. In dit artikel zit nóg een hele belangrijke wijziging. In de versie van 2019-2020 stond dat schachten niet gedwongen mogen worden tot overdreven inname van dranken, al dan niet alcoholisch. Nu staat er dat schachten gewoonweg niet gedwongen mogen worden tot inname van alcohol. Iets verder, in alinea vier van dit artikel, stond dat er geen sterke dranken aan minderjarigen mogen gegeven worden. Nu is er bepaald dat de vereniging aan niemand, ook niet aan meerderjarigen, sterke drank mag geven. Ook nieuw is het totaalverbod op alcohol voor buitendopen.

Nu is er bepaald dat de vereniging aan niemand, ook niet aan meerderjarigen, sterke drank mag geven

Deelnemers naakt laten rondlopen in het openbaar was in het vorige decreet al verboden. Uiteraard omdat dit openbare zedenschennis vormt en bijgevolg sowieso al door het Belgisch recht wordt bestraft. Daar zat meteen ook een klein achterpoortje, want naakt rondlopen in een afgesloten ruimte is niet wettelijk verboden. In de nieuwe tekst is daar een mouw aan gepast.

Een volgend artikel omspant de thema's voedsel, bloed en levende dieren. Nieuw is dat de vereniging verantwoordelijk is voor het correct omgaan met aangekochte voedingsmiddelen. Ook moeten ze gepast bewaard worden. Verder in het artikel stond vroeger dat levende gewervelde dieren betrekken bij een doop niet mag. Dit is niet veranderd. Nu is het ook niet toegelaten om levende niet-gewervelde dieren tijdens een doop te gebruiken, indien ze een gevaar kunnen inhouden voor de deelnemers. Wat dus wel mag, is ongevaarlijke levende niet-gewervelde dieren gebruiken tijdens de doop. Zo kan de vereniging de schachten insecten laten eten voor zover die zijn gekocht in een voedingswinkel en hiervan een bewijs is. In het artikel over het verbod op gevaarlijke producten is toegevoegd dat de vereniging erop moet toezien dat er voorzichtig wordt omgegaan met producten die op zichzelf veilig zijn, maar gevaarlijk kunnen zijn in geval van overmatige consumptie. Specifiek wijst het decreet op het gevaar van waterintoxicatie.

Foto door Patrick Henry

Artikel 13 gaat over overdreven vernedering en ongewenste intimiteiten. Vrij opvallend is de volgende vernieuwing: "Tijdens het doopritueel kan van de deelnemers worden gevraagd zich nederig op te stellen ten aanzien van het doopcomité." Verder wordt gesteld dat de vereniging hierin de redelijke grenzen moet bewaken. Het artikel benadrukt nu dat individuele vernedering op basis van discriminatoire verschillen uit den boze is. Het nieuwe doopdecreet introduceert daarnaast een nieuw concept: de vertrouwenspersoon, bij wie deelnemers gedurende de volledige doop terechtkunnen. Deze vertrouwenspersonen worden naar voren geschoven door de controlerende instantie.

Het verbod op ongeoorloofd contact met buitenstaanders is iets anders ingevuld. De oude tekst was een beetje vreemd geschreven. In de oude tekst staat hierover: "Vaak hebben deze mensen totaal geen doopverleden en kunnen ze de verschillende gebruiken moeilijk in een juist kader plaatsen, wat tot grote frustratie kan leiden." Dit is vervangen door: "Een gebrek aan ervaring met het doopgebeuren kan tot misinterpretatie leiden."

Diverse bepalingen

De planning van de doopplechtigheid is veel dwingender bepaald. Het oude document bepaalde dat doopactiviteiten in het eerste semester dienen door te gaan. Nu worden specifieke maanden genoemd, zijnde oktober-november en maart-mei. De vereniging kan een uitzondering verkrijgen in samenspraak met de controlerende instantie. In geval van extreme weersomstandigheden kan de controlerende instantie doopactiviteiten uitstellen. Vroeger moest enkel de datum van de activiteiten vooraf worden gecommuniceerd aan de controlerende instantie, nu dient ook de locatie en de aard van de doopactiviteit te worden vermeld. Daarnaast is het doopgeheim minder geheim geworden. Vanaf nu moeten geïnteresseerden in die mate worden ingelicht dat ze kunnen inschatten of het iets voor hen is.

Daarnaast is het doopgeheim minder geheim geworden

Het artikel rond de controversiële schachtenverkoop is praktisch volledig herschreven. Het decreet omschrijft nu beter wat het inhoudt. De tekst benadrukt ook: "De verkoop is een ludieke activiteit en er kan geenszins eigendom van een persoon worden verkregen." Op alle aspecten van de schachtenverkoop is het decreet van toepassing, en ook hier is er een vertrouwenspersoon. Iets verder staat dat bij voorkeur tijdens het adoptiemoment de schachten zelf aangeven welke opdrachten ze voor hun peter of meter willen doen. Dit is eerder een aanbeveling, de vereniging kiest dus zelf of dit gebeurt.

Tot slot is het relevant om te wijzen op artikel 21. De controlerende instantie heeft op basis van dit artikel de bevoegdheid om de verenigingen te adviseren. Dit is belangrijk, aangezien de wijzigingen van dit jaar voornamelijk gestoeld zijn op deze gesprekken. De bevoegdheid tot adviesverlening heeft een stok achter de deur gekregen door de toevoeging van dit jaar, namelijk dat de controlerende instantie eigen aanvullingen op het doopdecreet mag opleggen aan verenigingen. Dit gebeurde al in de praktijk. Zo handhaaft de controlerende instantie al enkele jaren het verbod op alcohol bij buitendopen.

0
Gemiddeld: 5 (1 stem)

Reactie toevoegen