"Een writer's block is niet zo erg"

Ann De Craemer is schrijver en verzorgt al drie jaar taalcolumns in De Morgen. "Als ik schrijf over Bart De Wever krijg ik al veel reacties, en dat is over taal zeker niet minder."

Ann De Craemer

We spreken af in de Vooruit, waar Ann De Craemer weleens een springuur doorbracht in haar studententijd. "Het is wel een keer of twee gebeurd dat we lichtjes aangeschoten in de les zaten", lacht ze breed. "Maar ik was eigenlijk een heel brave, ik studeerde heel veel. Te veel wellicht. Achteraf had ik beter wat meer kunnen genieten. In mijn eerste jaar zat ik op kot, maar daarna ben ik terug thuis in Tielt gaan wonen." Ze vindt niet dat ze daardoor iets van het 'echte' studentenleven heeft gemist. "Ik heb mijn schade wel ingehaald toen ik ging werken."

Den Oriënt

Als kind won De Craemer een wedstrijd van het Davidsfonds, en naar eigen zeggen ontlokte dat in haar de goesting om te schrijven. Wat dat dan precies zou zijn, wist ze nog niet precies. Uit fascinatie voor de Engelse letterkunde ging ze in 1999 Germaanse studeren. "In mijn jaren zeiden verschillende studenten dat ze schrijver wilden worden, maar geen van hen is dat geworden. Ik denk dat je geen schrijver kunt worden. Dat is zoals met blond zijn: ge zijt het of ge zijt het niet." 

"Ik denk niet dat je schrijver kan worden. Dat is zoals met blond zijn: ge zijt het of ge zijt het niet"

Haar thesis ging over de Iraans-Nederlandse schrijver Kader Abdolah, en haar eerste boek 'Duizend-en-één-dromen' schreef ze over Iran. Daarna volgde haar prozadebuut 'Vurige tong' (2011), en in snel tempo rolden nog meer romans zoals 'De seingever' (2012) en 'Kwikzilver' (2014) van de persen. Of ze zelf een rode draad in haar werk ziet? "In het kleine probeer ik altijd het algemene te vinden. Zo kan een Vlaams dorp even complex zijn als een land als Iran." Ondertussen raapte ze al haar moed bijeen en mailde ze de redactie van De Morgen voor een afspraak. Ze mocht testcolumns schrijven, en werd aangenomen. Of er wel eens momenten zijn waarop er helemaal géén inspiratie komt? "Ja, deze zomer had ik wel een soort writer's block. In het begin blijf je dan achter je computer zitten, maar het is beter om dan eens iets anders te gaan doen. Een writer's block is au fond niet zo erg, je merkt toch altijd dat je ondertussen wel zinnige ideeën hebt opgedaan, waar je dan inspiratie uit kan putten."

Zeg niet confituur, maar jam

Ann De Craemer

"Er zijn een paar journalisten, zoals Joël De Ceulaer van De Morgen, die ik nochtans zeer waardeer, die tussentaal in de media en het onderwijs een absolute schande vinden", vertelt De Craemer. "Alsof je de taal kan beheersen. Er is de Vlaming echt een complex aangepraat. In ons eerste jaar kregen wij nog lijstjes met 'foute' Belgisch-Nederlandse woorden zoals 'autostrade' of 'confituur'. Die moesten we vervangen door het correcte 'jam', maar als je dat bij ons in een supermarkt aan iemand vraagt, krijg je rare blikken. Aan de universiteit word je toch verondersteld om kritisch denken aan te moedigen, dus ik vroeg me af: waarom zijn die proffen daar niet tegenin gegaan? Wat is er mis met dat Vlaams? Taal is een levend organisme; je kan variatie niet tegenhouden. Als Kurt Van Eeghem over tussentaal zit te vitten denk ik: who cares? Gebruik die rubriek eens om iets positiefs over de taal te zeggen, in plaats van altijd met het vingertje te wijzen." Ook Mia Doornaert heeft in de columns van De Craemer al kritiek gekregen. "Mia Doornaert zit echt in een ivoren toren. Onlangs verbeterde ze Xavier Taveirne om een taalfout die hij niet eens had gemaakt, zonder zich daarna te verontschuldigen. Dan moet je ook niet verschieten dat je arrogant genoemd wordt." 

"Wat is er mis met Vlaams?"

Haatspraak

Dat haar columns succesvol zijn, blijkt ook uit de vele reacties die ze krijgt. "Ik hou die allemaal bij, misschien om later eens te publiceren. Anoniem dan. Die respons is heel grappig, maar je moet er de shit soms bijnemen. Er zitten echte scheldtirades bij: ieder onderwerp is voor de mensen goed om negatief over te doen. Mensen denken ook vaak mij te kunnen betrappen op een taalfout, maar ik lees zo'n column natuurlijk wel tien keer na, dus die kans is al redelijk klein. In het begin ging ik daarop in, maar dat wordt een spelletje, dus nu reageer ik daar niet meer op. Ik word zogezegd aangevallen omdat ik niet ben voor 'het zuivere Nederlands'. Vaak zijn dat van die echte N-VA'ers die leven in een illusie, want wat is 'zuiver Nederlands'? Ik ben ook zonder het te weten op een mailinglijst terechtgekomen van mensen die tegen alle Engelse leenwoorden zijn. Ik heb nog altijd niet gevraagd om mij te schrappen, omdat ik hen veel te grappig vind. Ik verdedig net Engelse woorden in jongerentaal, zoals 'chillax'. Dat is toch een mooie constructie?" 

Tafelspringer

Of ze van een artistieke keuze ooit al spijt gehad heeft? "Voorlezen uit mijn eigen werk: ik voelde mij daar nooit goed bij. Ik voelde mij belachelijk, maar ik durfde dat nooit zeggen aan organisatoren. Voordracht is een kunst; het is geen evidentie dat je dat als auteur kan. Christophe Van Gerrewey, die ik de beste schrijver van mijn generatie vind, heeft ooit een tekst geschreven voor een lezing over waarom hij niét ging voorlezen uit eigen werk. Als iets geschreven is als proza, dan is dat iets anders dan een speech. Dat heeft een ander ritme en meer pauzes. Je verkracht je eigen tekst door hem voor te lezen als hij daar niet voor bedoeld is. Christophe en ik zijn allebei sowieso geen tafelspringers, geen Dimitri Verhulst-types. Ik vraag mij trouwens vaak af of het publiek daar wel op zit te wachten, op dat voorlezen. Ik vind auteurs die voorlezen vaak saai." 

0
Gemiddeld: 5 (1 stem)

Reactie toevoegen