Dit opiniestuk werd ingezonden door Kai De Cock, student filosofie en praeses van de Kring Moraal en Filosofie (KMF).
Wie de afgelopen twee weken door de Gentse straten, pleinen en parken dwaalde, werd er hoogstwaarschijnlijk mee geconfronteerd: studentendopen. Elk jaar in oktober worden doorheen het land duizenden nieuwe studenten mentaal en psychisch gebroken om, na een jaar als “schacht” te dienen, deel uit te kunnen maken van een exclusieve inner circle van een studentenvereniging. Deze praktijken werden de afgelopen jaren constant aangevallen in de media. Ikzelf ben praeses van de KMF (Kring Moraal en Filosofie), een Gentse facultaire studentenvereniging die kiest om niet te dopen en dus geen schachten heeft. Na een maand de KMF te leiden, begreep ik steeds minder waarom andere studentenverenigingen wel dopen. Dit leidde tot de volgende vragen: wat is het doel van deze studentenverenigingen nu precies en wat is de plaats van het doopproces daarbinnen?
In het academiejaar 2017-2018 schreven in Vlaanderen bijna 50.000 studenten zich voor de eerste keer in voor een hogere opleiding. Het is voor velen een grote stap om over te schakelen van de ondertussen vertrouwde middelbare school naar een gigantisch grote universiteit of hoge school in een vaak onbekende stad. De moeilijkheidsgraad stijgt en bovendien is het uitbouwen van een nieuw sociaal netwerk niet voor iedereen even evident. Gelukkig hebben de facultaire kringen deze taak op zich genomen. Aan de UGent zijn er 29 opleidingsgebonden verenigingen die overkoepeld worden door het FaculteitenKonvent (kort: FK). De oudste van deze kringen waren bovendien mede verantwoordelijk voor de vernederlandsing van de universiteit. De website van het FK vat mooi samen wat de filosofie van deze 29 verenigingen precies is, of zou moeten zijn.
“Al deze verenigingen bieden een breed gamma aan activiteiten aan en trachten zoveel mogelijk in te spelen op de noden van de studenten. Academische vorming, sociaal engagement en ontspanning gaan hand in hand bij de kringen en daar zijn wij oprecht trots op.”
Klinkt mooi, toch? Voor bijna elke opleiding die u aan de UGent kan volgen, bestaat er een volledig team aan medestudenten dat klaar staat om zo goed mogelijk al uw noden, die met het studentenleven gepaard gaan, te vervullen. Dit geweldig initiatief telt volgens de website van het FK samen meer dan 20.000 leden. Maar waarvoor is dat dopen dan nodig?
De definitie van dopen die ik hanteer is de volgende: er zijn een aantal beproevingen die een nieuwe student moet doorstaan om een “schacht” te worden. Pas na het doorstaan van deze beproevingen kan je dus een volwaardig lid worden van de studentenvereniging.
De positie van de schacht is ambigu omdat de schacht in principe de laagste in rang is binnen een studentenvereniging, maar tegelijk ook bevoorrecht wordt door het kunnen deelnemen aan een aantal activiteiten die niet toegankelijk zijn voor niet-gedoopten.
Nu is het typisch antwoord dat je van gedoopten zal horen het volgende: “Iedereen die zich liet dopen deed dat op vrijwillige basis en was op elk moment vrij om de doop te verlaten. Deze leden hebben hun engagement voor de kring laten blijken en zijn trots om een schacht te zijn.” Dit is echter niet het probleem dat zich voordoet bij het dopen. Het probleem is namelijk dat het doopproces voor een scheiding zorgt binnen de groep eerstejaars van een bepaalde richting: degenen die zich bereidwillig laten dopen en degenen die kiezen om dat niet te doen. We merken bij de KMF dat er bij onze leden nog steeds veel vooroordelen spelen, louter omdat we een “studentenvereniging” zijn. Dit terwijl we heel duidelijk maken dat wij niet meedoen aan het doop- en schachtsysteem. Door deze vooroordelen worden veel studenten afgeschrikt en kunnen zij dus niet ten volle genieten van wat wij voor hen kunnen betekenen.
De meeste kritiek op het dopen draait rond de brutaliteit van het dopen. De UGent verstrengt dan ook om de paar jaar het “doopdecreet” om deze dopen op te volgen. Ik stel echter dat het dopen bij facultaire kringen een structureel probleem is met als gevolg het afschrikken en indirect uitsluiten van een grote groep eerstejaars die, naar hun goed recht, het niet zien zitten om zo’n zware beproevingen te ondergaan en omgevormd te worden tot een, in de studentenvolksmond, “vuile schacht”. Nog problematischer is echter dat het FK niet gevormd wordt door de UGent maar door de studentenkringen zelf. Vaak zijn deze echter afkomstig uit diezelfde traditionele, grote en dopende studentenverenigingen. Deze studenten zijn namelijk een product van datzelfde systeem dat ze in stand proberen te houden omdat ze het als een integraal onderdeel zien van het (lees: hun) studentenleven.
Er zijn een aantal FK-verenigingen die vol trots naar de meer traditionele studentenverenigingen (maar zo ook naar hun eigen leden) laten uitschijnen dat ze een dopende kring zijn terwijl dit niet helemaal het geval is. Deze kringen organiseren ook initiërende opdrachten maar het verschil is ten eerste dat deze opdrachten veel laagdrempeliger zijn en ten tweede dat dit geen noodzakelijke voorwaarde is om een volwaardig lid van de kring te zijn. Het gebruik van de term “doop” vormt echter een groot probleem aangezien dit de echte dooppraktijken in stand houdt en kritiek op het dopen van binnenuit onmogelijk wordt.
Elk jaar wordt kritiek van buitenaf door het FK gecounterd door het imago van de studentenverenigingen op te proberen krikken. Ik krijg als praeses regelmatig op vergaderingen en in mails de boodschap van het FK dat we aan de buitenwereld moeten laten zien hoe leuk studentenverenigingen wel niet zijn. Zolang ze enkel bezig zijn met het dopen mooier aan te kleden, zal er niets veranderen en zal de kritiek blijven bestaan. Als het FK echt zo bezorgd is om het imago van studentenverenigingen, moeten ze er misschien eens voor zorgen dat iedereen zich welkom kan voelen bij hen, niet enkel een selecte groep die er vrijwillig voor kiest om zich te laten vernederen en breken door een bende ouderejaars in een machtspositie.
Zolang dit systeem intern in stand wordt gehouden en extern getolereerd wordt, zal er elk jaar, in elke grote stad een groot aantal eerstejaarsstudenten zijn die zich uit vrije keuze niet laat dopen. Ondertussen stapt een ander deel vrijwillig in datzelfde systeem en ontzegt hierdoor de eerste groep de kans om te ontdekken hoe geweldig een studentenvereniging kan zijn.
Reacties
(Geen onderwerp)
(Geen onderwerp)
(Geen onderwerp)
(Geen onderwerp)
Reactie toevoegen