Wat als een historica over vijftig jaar terugkijkt naar het begin van de 21ste eeuw? Het is een vraag waar Philipp Blom zijn hoofd over breekt in zijn laatste boek Wat er op het spel staat. De joviale historicus trekt er aan de alarmbel: "We leven in een tijd die geen toekomst heeft omdat ze geen toekomst wil. We willen leven in een eeuwig heden." Tijdens de Nacht van de Vrijdenker staat hij in de ring tegenover Maarten Boudry. Als vooruitgangsoptimist en minnaar van de wetenschap verwerpt hij het doemscenario van Blom en gelooft hij volop in de capaciteiten van de mens.