De rode loper is terug opgerold en de Kinepolis ruikt terug uitsluitend naar popcorn. Film Fest finita est. Wij blikken graag terug op ons favoriete filmfestival met een selectie uit ons hoogliteraire gamma aan recensies.
The Ornithologist - up
In de categorie ‘rare what the fuck-films die enkel en alleen op Film Fest te zien zijn’ vinden we The Ornithologist: een film van João Pedro Rodrigues, die sowieso een zeer vreemde jeugd gehad moet hebben. Op de beste manier mogelijk.
Stel je voor: een wereld waarin iedereen homoseksueel is, ook wel getiteld 'Mijn Grootste Droom'. Stel je voor: een wereld waarin twee lesbische katholieke Chinezen(/vampieren?) je ophangen aan een boom bondage-style en dreigen je te castreren. Nog steeds een droom voor sommigen waarschijnlijk, maar kruip maar terug in uw kelder, Christian Grey. De meesten vinden dat soort dingen redelijk fucked up. Welkom in de wondere wereld van João Pedro Rodrigues.
Fernando, gespeeld door Paul Hamy, is een vogelspotter. Ah nee, juist, de correcte term is vogelaar. Of ornitholoog, als je fancy wil klinken. En neen, Fernando is geen gepensioneerde pensrijke man. Fernando is best wel een heet beest. En ook gay, maar dat had ik al vermeld zeker? Na een ongeluk met zijn kano in de wildernis (hoewel dit klinkt als één of andere seksueel getintepun is dit fer real), begint zijn poging tot overleven in de Portugese jungle. Hoewel het niet echt een poging genoemd kan worden – LOOP DAN TOCH WEG VAN DIE SATANISCHE WEZENS, FERNANDO, HEB JIJ NOOIT EEN HORRORFILM GEZIEN?! Wat volgt, wel, een beschrijving kan je er niet echt aan geven. Misschien ‘een Odyssee’ herschreven door Pasolini en RuPaul?
We raden aan om deze film te bekijken na het roken van enkele geestverruimende middelen – de enige manier waarop je er iets van zal snappen, tenzij je ooit een bijbelcursus voor gevorderden is opgedrongen geweest. Over de cinematografie kan er echter geen kwaad woord gesproken worden. Visueel prachtige beelden van de paringsrituelen tussen vogels, homoseksuele seksscènes voor de ogen van een kudde geiten en Latijns sprekende, blootborstige amazones op paarden. Ah ja, heb ik al vermeld dat dit een verfilming is van de legende van Sint-Antonius van Padua? Nee? Best. Movie. Ever.
My First Highway - down
Regisseur Kevin Beul maakt het ons niet gemakkelijk in ‘My First Highway’, zijn eerste langspeelfilm. Het had een sensuele, nostalgische throwback naar onze puberteit kunnen zijn, maar de film evolueerde al snel naar een tragisch verhaal met een ongenuanceerde boodschap.
Het begon nochtans goed, met dromerige beelden van Aäron Roggeman, kneusje van dienst in de piek van zijn puberteit – inclusief zielig donssnorretje. We konden ons zo onze vroegere familievakanties voor de geest halen, wanneer het niet meer cool was om mee te gaan met mammie en pappie, maar alleen thuisblijven ook niet mocht. Gevolg: mokkende Benjamin zoekt manieren op om die verstikkende sfeer van de Spaanse camping te ontvluchten. En die vindt hij, in de vorm van een mysterieuze verschijning wier naam we niet te weten komen in de film, vertolkt door Romy Louise Lauwers die ons met haar eerste hoofdrol jammer genoeg niet kon overtuigen.
In korte scènes met weinig, maar geforceerde dialoog probeert de regisseur een verknipte vakantieliefde in beeld te brengen, maar we missen toch enige diepgang in de personages en in de verhaallijn. Ons anoniempje zou een intrigerende, jonge vrouw moeten zijn, maar blijkt uiteindelijk minder inhoud te hebben dan ze uitstraalt. Haar psychologie is inconsequent en cliché en haalt het publiek eerder uit de film door de ongeloofwaardigheid. Ook het personage van Benjamin is een eenzijdige voorstelling van een puber die totaal geen gevolgen hoeft te dragen van zijn hersenloze daden. Weinig representatief voor de huidige jeugd.
Beul wou de focus van het verhaal leggen op de twee tieners, hun ontwikkelende relatie en gedachten, en daarom zijn zij quasi de enigen die echt gefocust in beeld komen. Van hun ouders en andere volwassenen in de film, onder andere Mathias Sercu en Natali Broods, vangen we enkel stemmen en een half floue kont op. Zonde. Gelukkig was dat anderhalf uur in de cinema niet helemaal verspild, want cinematografisch viel er wel wat op te merken. Campings die vergane glorie uitstralen en nachtelijke escapades in de sanitaire blokken werden zelden zo typerend in beeld gebracht. Wanneer in de eerste helft van de film alles nog koek en ei is tussen de twee pubers, krijgen we ook een scène te zien op de autosnelweg, die veel weg heeft van het iconische beeld uit ‘The Perks of Being a Wallflower’. Dat is dan weer een voorbeeld van een verhaal over jongvolwassenen dat wél kon overtuigen.
Sully - meh
Een verfilming van een onderzoek naar een vliegtuigcrash? Dat klinkt niet meteen als een box-office hit in Hollywood. Voeg er echter Clint Eastwood, Tom Hanks en een "true story" aan toe, en je weet dat dit een gemakkelijke landing in Oscarland wordt.
De Amerikanen zijn wild van ‘Sully’, het verhaal over piloot Chesley ‘Sully’ Sullenberger die in 2009 miraculeus een succesvolle noodlanding op de Hudson maakte. Tot ieders verbazing overleefden alle 155 mensen aan boord het gebeuren. De onvermijdelijke verfilming lijkt in de Verenigde Staten alvast voorbestemd voor enkele oscarnominaties, al blijft ‘Sully’ op zich vooral een zeer brave film. Naast enkele intense scènes van de crash krijgen we een geloofwaardig beeld te zien van een man die plots als een held wordt beschouwd, maar achter de schermen door een onderzoekscommissie wordt bestempeld wordt als roekeloos.
Een interessante rol voor Tom Hanks, een acteur die steeds alles durft te geven, maar in deze sobere biopic veel minder te doen krijgt dan hij zou aankunnen. Ook Sully’s vrouw, gespeeld door Laura Linney, komt weinig aan bod, wellicht uit respect voor de privacy van de vertolkten. Even geeft Clint Eastwood zijn prent een interessante wending, wanneer alles erop lijkt dat Sully wel degelijk fouten heeft gemaakt, ook al kan je weten dat het niet zo uitdraaide.
Goede acteerprestaties, tijdsprongen en het feit dat Hollywood dit jaar weinig soeps was, geven zeker genoeg krediet aan deze film. Het meest opvallende is misschien wel dat dit een rampenfilm is waarin niemand sterft, de vogels die in de vliegtuigmotoren vlogen uiteraard niet meegerekend. Maar de boodschap van de film, dat de piloot geen Griekse held is maar een gewone man die z’n job doet, is soms zo aanwezig dat het de film ook heel gewoontjes lijkt te maken. Geloofwaardig, af en toe intens, maar weinig bijzonder.
Reactie toevoegen