"We hebben het verkloot, sorry." Met deze woorden nemen de Demeesters in 2007 afscheid voor ze zich samen thuis ophangen. De familie Miller-Peeters baseert zich op deze zaak om op de bühne te tonen hoe hún laatste avond als gezin eruit zou zien.
In een hyperrealistisch huiselijk decor ontplooit zich een volstrekt normale gezinsavond: er wordt gekookt, gelachen, ouders rakelen verhalen op waar hun tieners maar lauwtjes op reageren. Iedereen in de zaal weet dat er zich op het einde van het stuk een drama zal voltrekken, maar de herkenbare gezinssituaties geven daarover niks prijs. Zelfs het rustig en netjes ophangen van de vier stroppen lijkt eerder een dagelijks avondritueel. Zij die dus aan het wachten waren op een duidelijke verklaring voor de mysterieuze zelfmoord, zitten waarschijnlijk nog in hun theaterstoel. Wel geeft het stuk je genoeg stof om na te denken over de banaliteit van het leven en over je eigen gezinssituatie. Het wordt pijnlijk duidelijk hoe gemakkelijk het is om vast te raken in patronen waar sleur en prestatiedruk het voor het zeggen hebben. In het stuk wordt er op een naïeve manier de parallel getrokken tussen beide families: zowel de Miller-Peeters als de Demeesters zouden geen financiële of psychologische problemen hebben en dus even weinig reden tot zelfmoord hebben gehad. Dit terwijl de Demeesters in werkelijkheid wel in de schulden zaten en een geschiedenis van psychische kwetsbaarheid hadden. Het laat dus een wrange nasmaak na als de spelers in hun op maat gemaakte kleren gezellig samen in de zetel hun afscheidsbriefje schrijven, terwijl de Demeesters het wel degelijk echt verkloot hadden.
Reactie toevoegen