Moeten we fast fashion een halt toeroepen?

De kledingindustrie is de op één na meest vervuilende industrie ter wereld. Kleren worden daarnaast vaak in ermbarmelijke toestanden geproduceerd. "Er moet een mentaliteitsswitch gebeuren naar minder kopen voor betere kwaliteit", vindt Hannah Lyssens.

Je kent het misschien wel. Die ene broek, T-shirt of pull van H&M of Zara. Hij ligt er doelloos en vergeten bij in je kleerkast. Een jaar of twee later maak je er uiteindelijk komaf mee tijdens een grote opkuis van je kast. Splinternieuw lijkt hij. Een impulsieve aankoop waarvan je vooraf wel wist dat het niet honderd procent jouw smaak was. Het was een koopje, slechts tien euro. Dan maakt het niet zoveel uit, toch?

De twintigjarige Hannah Lyssens denkt daar anders over. De studente uit Sint-Niklaas verzet zich stellig tegen de (meestal) spotgoedkope fast-fashionindustrie. Een ommekeer kwam er een jaar geleden met het VRT-programma 'Bloed, zweet & luxeproblemen'. In dit programma trokken zes kinderen van bekende Vlamingen naar Sri Lanka en Ghana om zelf te ervaren hoe het is om, onder andere, in een textielfabriek te werken. "Ik voelde me zo'n verwende westerling. Ik vond het schrijnend om te zien hoe ik dagelijks in een leuke, hippe outfit loop om naar school of op café te gaan en dat die mensen dag in en dag uit voor een minimumloon moeten werken. Ik heb besloten om daar niet meer aan mee te doen."

De duistere kant van de kledingindustrie

We staan vaak niet stil bij het goedkope prijskaartje van onze kledij. Achter de 'made in China', 'made in Bangladesh' of 'made in Vietnam' schuilt echter een heel proces dat nog vaak niet het daglicht ziet. En als het ons bewust wordt gemaakt, zoals na de ramp van Rana Plaza in Bangladesh in 2013, wordt het weldra weer vergeten. 

Alle productiekosten worden zoveel mogelijk gedrukt om de kledij aan een lage prijs te kunnen aanbieden bij de consument. Daarom wordt vaak gebruikgemaakt van goedkope grondstoffen of materialen. Deze bepalen de, vaak slechtere, kwaliteit van het product. Daarnaast werken arbeiders in lageloonlanden in erbarmelijke omstandigheden, waarbij weinig aandacht wordt besteed aan hun veiligheid of gezondheid. Het loon dat ze daarbij verdienen is dikwijls niet genoeg om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Op deze manier komt een T-shirt van tien à vijftien euro uiteindelijk in je handen terecht.

Het is tegenstrijdig is dat ik geen vlees eet en mij inzet tegen racisme als ik wel nog maandelijks ga shoppen bij de H&M

De lage prijs zorgt ervoor dat de vraag naar kledij toeneemt, wat zorgt voor een steeds groter en diverser aanbod. Zo kent de mode-industrie sinds eind de jaren negentig een snelle expansie. Het gaat over een evolutie van luxeproduct naar wegwerpproduct. En dat heeft zijn gevolgen voor ons klimaat. De kledingindustrie is op de olie-industrie na het meest vervuilend. De industrie staat in voor acht procent van de CO2-uitstoot ter wereld. Voor de productie van één broek is 8000 liter water nodig. Dat komt gemiddeld overeen met 53 keer in bad gaan. Uit een rapport van Labfresh dat de verspilling in de kledingindustrie in vijftien Europese landen onderzocht, blijkt dat België het meeste kilogram textiel per persoon weggooit. Het komt neer op bijna vijftien kilogram per jaar.

Kan het anders?

Toch blijkt het niet zo simpel om fast fashion te weren. Het vergt een bepaalde kennis over de kledij die je koopt die niet altijd even makkelijk te achterhalen is. "Het zijn de mensen die daarin geïnteresseerd zijn en die zich daar al voor willen inzetten die zelf research gaan doen", verduidelijkt Hannah. "Het vraagt veel energie om dat te kunnen doen terwijl het veel makkelijker zou moeten gaan."

Hannah Lyssens

Zelfs Hannah heeft soms nog moeite om het onderscheid te kunnen maken tussen duurzame en niet-duurzame kledij. "In Brussel heb ik in een pashokje van de American Vintage een kwartier artikels op het internet zitten lezen om erachter te komen dat de kleding daar niet zo oké gemaakt is." Al blijft ze geëngageerd voor een reden. "Ik ben beginnen na te denken dat het echt tegenstrijdig is dat ik geen vlees eet en mij inzet tegen racisme en voor de rechten van de mens als ik wel nog maandelijks ga shoppen in de H&M."

Slow fashion is door het feit dat het op duurzame manier geproduceerd wordt, vaak nog vrij duur. Dit vormt een struikelblok voor velen omdat het vaak niet past binnen een studentenbudget. Er zijn ook andere alternatieven zoals tweedehandswinkels. "Tweedehands kopen is bijna een trend geworden. Dat is iets wat mij heel erg blij maakt. Het is toegankelijker dan dure, duurzame merken. Daar zie ik nog niet veel mensen naar op zoek gaan, maar tweedehandswinkels zijn heel goed bezig."

De Instagramprofielen die Hannah Lyssens aanraadt om meer te weten te komen over duurzame mode:

1. @chloe.kian

2. @when_sara_smiles

3. @laurafromthedesert

 

Gemiddeld: 5 (1 stem)

Reactie toevoegen