De ontwakende molen

Onbedoeld draait mijn lichaam zich om. Door halfopen oogleden sijpelt de zon naar binnen. Eventjes is het nog volledig stil terwijl mijn lichaam zich weer bewust wordt van de realiteit. Naargelang mijn oogleden geler lijken te worden, begint te molen in mijn hoofd te draaien. "Tijd om op te staan?"

Een eerste volledige gedachte kan zich vormen. "Nee, nog geen zin!" Ik draai me terug om, op zoek naar een nog donker hoekje van het bed, maar het kwaad is geschied. Ondertussen ontwaakt de ene na de andere gedachten. Opnieuw proberen slapen blijkt hopeloos. Ik draai mij op mijn rug. Traag en voorzichtig scheur ik mijn oogleden open. In kleine stappen om ze te laten wennen aan de doordringende zonnestralen. Wanneer de dromenvanger boven mij scherp in zicht is, worden de gedachten luider. Nu ik wakker ben, is het tijd om te beginnen aan de dag. De gewoonlijke vragen komen op de voorgrond: "Zijn er deadlines waar vandaag rekening mee gehouden moet worden? Zijn er dingen die vandaag echt moeten gebeuren?" Neen. Het is 'vakantie'. Niets moet, alles mag.
 

Dat voelt niet helemaal juist. Een ongemakkelijk, samenknijpend gevoel kruipt omhoog van mijn buik naar mijn borstkas. "Dat kan niet dat er niets moet. Je bent waarschijnlijk iets aan het vergeten!" Daar is mijn goede vriend Paniek. Elke ochtend groet die mij op dezelfde manier. Ik zeg goede vriend omdat ik eigenlijk geen keuze heb. Hij zal er altijd zijn, elke ochtend en avond, elk sociaal evenement of privémoment. Beter hem te omarmen dan te negeren. In mijn hoofd open ik mijn agenda. Eerst om te kijken of het klopt dat er vandaag effectief niets instaat. Daarna blader ik verder: een week, twee weken, soms een maand vooruit. Op dit moment is zo goed als alles leeg. De paar evenementen die het waard zijn om te noteren, vragen nu nog geen voorbereiding. Op deze manier probeer ik Paniek te kalmeren. Het lukt niet echt. Dat is wel vaker het geval, maar proberen kan nooit kwaad.

Paniek begint te lachen. Ondertussen herken ik zijn methoden

Dan maar ademen. Een grote zucht ontsnapt mijn lippen en even is de druk in mijn borstkas weg. Bij het inademen is die terug, maar het was toch even een fijne verlichting. Ik geloof sterk in ademhalingsoefeningen. Ze hebben mij al door enorm moeilijke momenten geholpen, maar je kan geen hele dag op je ademhaling letten. Vandaag is zo'n dag. Het ademhalen geeft mijn longen iets meer ruimte, maar de baksteen ligt nog altijd op mijn borst. "Als er niets moet, wat gaan we dan doen vandaag? We kunnen toch geen volledige dag verspillen? Er moet iets gedaan worden!" De vragen worden luider en dwingender. Een eventuele oplossing komt naar boven: "Misschien kunnen we iemand vragen om vandaag iets samen te doen?" Paniek begint te lachen. Met die ene kleine vraag heb ik hem te veel animo gegeven om me verder in de druilerige gedachten spiraal te duwen. Ondertussen herken ik zijn methoden. Zijn toxische manieren om mij vast te houden en een dag aan mijn bed te kluisteren. Dat is echter niet het plan vandaag. Er is nog één iets wat ik niet heb geprobeerd.
 

Ik sluit mijn ogen en stel me voor dat er in mijn hoofd een machine zit. Die zorgt ervoor dat er twee metalen platen midden tussen mijn gedachten naar beneden komen en langzaam naar de buitenkanten van mijn hoofd beginnen te bewegen. Ze duwen de gedachten uiteen en naar buiten, in een poging een leeg hoofd achter te laten. Deze oefening pas ik al sinds mijn tien jaar toe. Vandaag helpt het. Met veel moeite verdwijnen de vragen uit mijn hoofd. "Ik ga gewoon een warme douche pakken." Een lieve gedachte is de eerste terug. En ja, ik ga gewoon lang onder de warme stralen staan en daarna zien we wel. Misschien vragen we iemand om te gaan wandelen. 
 

Weeral wandelen. Veel meer mag er toch niet.

0
Gemiddeld: 5 (1 stem)

Reactie toevoegen