Wanneer je begint te zoeken naar vrouwelijke stemmen uit en over de oudheid, kom je tot de confronterende conclusie dat het er veel zijn geweest, maar dat er ook nog veel achterblijven. Deze vrouwen blijven 2000 jaar later nog steeds op de achtergrond en dat is tragisch.
Alle Blandijngangers in de zaal kennen Sappho. Anderen zullen misschien al weleens gehoord hebben van de Griekse dichteres uit de oudheid. Jammer genoeg stopt het verhaal daar voor velen. Veel vrouwelijke schrijvers uit de klassieke oudheid zijn in de loop der jaren door gebrek aan interesse in de vergetelheid geraakt. Toch zijn er vandaag nog bronnen terug te vinden, zoals de tientallen gedichten van Nossis van Locris. Deze dichteres verscheen 200 jaar na Sappho op het toneel en wordt omschreven als een van haar volgelingen. Locris is een klein stadje in het zuiden van Italië, maar maakte toen deel uit van het rijk Magna Graecia en was vooral verbonden met de stadstaat Sparta. Dit is te merken aan het Dorische dialect waarin ze haar werken schreef. Het waren vooral epigrammen, korte gedichtjes met een zekere clue of ondertoon, over religie, huwelijk en over vrouwen. Haar werk zou dan ook oorspronkelijk geschreven zijn om voor te dragen aan vriendinnen of vrouwen uit haar omgeving. De gedichten van Nossis zijn dus een historisch voorbeeld van literatuur voor vrouwen door vrouwen.
Denk alsjeblieft aan een non met een ganzenveer
Stel je eens even voor: een non uit de tiende eeuw, gehuld in een habijt, die tussen al het bidden door Latijnse komedies schrijft. Geen heiligenlevens of gebedenboeken, maar verhalen over vrouwen die hun eigen lot in handen nemen. Zo iemand was Hrosvitha van Gandersheim, een vrouw die je waarschijnlijk niet kent, maar die wel een plek verdient tussen de grotere literaire pioniers. In een tijd waarin de klassieke toneelschrijvers van Rome en Griekenland werden bejubeld, koos Hrosvitha voor een andere weg. Haar zes komedies waren een antwoord op wat ze zag als de morele leegte van die oude verhalen. In plaats van helden die door wraak of lust werden gedreven, schiep ze personages vol innerlijke kracht. Vrouwen die niet wachtten op redding, maar zelf de regie namen. Feminisme? Misschien niet onder die noemer, maar het is mooi om te geloven dat ze het zo heeft bedoeld. Hrosvitha liet zien dat literatuur niet alleen over mannelijke helden of religieuze dogma's hoefde te gaan. Haar personages worstelden, twijfelden en triomfeerden, net zoals wij als student zo vaak doen. Hoewel haar stukken waarschijnlijk nooit het podium haalden, waren ze wel een brug tussen geloof en menselijkheid, tussen regels en rebellie.
Denk dus niet alleen aan ridders of kastelen de volgende keer wanneer je terugdenkt aan de middeleeuwen. Denk alsjeblieft aan een non met een ganzenveer, die in stilte de grenzen van haar tijd verkende, omdat ze geloofde dat verhalen niet alleen moeten onderwijzen, maar ook moeten leven.

Reactie toevoegen