Op een vergeten campus van de UGent in een onopvallend gebouw borrelden door de kernreactor Thetis bijna veertig jaar lang wetenschappelijke resultaten naar boven. Vandaag is er enkel een radioactieve holte om ons te herinneren aan zijn aanwezigheid.
Nucleaire perikelen aan de UGent
Van 1967 tot 2003 was er aan onze alma mater een kernreactor actief. Die bevond zich op de huidige Campus Proeftuin, vroeger het Instituut voor Nucleaire Wetenschappen (INW). Niet om energie te produceren, maar voor materiaalonderzoek door het Laboratorium voor Analytische en Nucleaire Scheikunde. Dat onderzoek gebeurt door een staal te bestralen met neutronen, ook wel activatie genoemd, om vervolgens te kijken naar de uitgezonden stralingsenergieën. Een kernreactor is een fantastische bron van neutronen.
Tegen 2047 zou het veilig genoeg moeten zijn om de put vrij te geven
Verder werd de reactor ook gebruikt voor de productie van radio-isotopen, zwaardere versies van de atomen die je in het periodiek systeem vindt. Die hebben een hele resem toepassingen, zoals medische beeldvorming, deeltjesfysica, mijnbouw … Ze zijn dus uiterst interessant voor onderzoek. Jarenlang was Thetis een kloppend hart voor nucleair onderzoek, niet enkel aan de UGent, maar ook voor andere Vlaamse universiteiten. Met de opkomst van nieuwe onderzoekstechnieken begon de interesse in nucleaire activatie-analyse echter te verminderen, wat zou leiden tot de uiteindelijke sluiting van de reactor.
Wat is er nu nog te zien?
Een hal met beige tegels transporteert ons terug naar de jaren 60. Op het einde vind je de oude reactorhal: een galmende ruimte met een betonnen verhoog in het midden, het deksel van de reactorput. In 2003 werd de reactor stilgelegd, maar het duurde tot 2007 voor er een oplossing was voor de oude brandstof, het gevaarlijkste deel van een reactor. In 2010 startten de verwijderingswerken van deze brandstofstaven. In 2013-2014 werd vervolgens de rest van de reactor ontmanteld.
"Er zijn drie werkwijzen om het materiaal van de ontmanteling af te voeren. In eerste instantie kan materiaal vrijgegeven worden als het veilig genoeg is. Daarnaast wordt het laagradioactieve materiaal opgestuurd naar een nucleaire smelterij en het hoogradioactieve afval haalt Belgoprocess op (een bedrijf gespecialiseerd in de verwerking van radioactief afval, red.). Vooral dat laatste is best duur", vertelt een medewerker van de DFC (Dienst voor Fysische Controle), de universitaire dienst die toezicht houdt op alles wat met radioactiviteit te maken heeft aan de UGent. Het prijskaartje van de opkuis kwam neer op een slordige 2 miljoen euro. We verplaatsen ons verder naar een lagere verdieping. Hier kan je langs de zijkant, via een luikje, in de 7,5 meter diepe reactorput kijken. "De bodem van de put is de enige plaats die nog afgesloten is. Tegen 2047 zou het veilig genoeg moeten zijn om de put vrij te geven", geeft de medewerker nog mee.
Reactie toevoegen