Aan het begin van elk academiejaar is het vaste prik: studentenverenigingen lijven nieuwe leden in met een doop. Johannes de Doper is helaas niet meer onder de levenden, maar gelukkig is er het Doopdecreet om alles in goede banen te leiden.
Doopdecreet?
Het Doopdecreet is een tekst die op initiatief van de konventen in samenwerking met de hogeronderwijsinstellingen en Stad Gent is geschreven om het doopgebeuren vlot te laten verlopen. Alle erkende Gentse verenigingen hebben inspraak via de konventen en ondertekenen plichtsgetrouw de afgewerkte tekst op 2 oktober. Aan niet-naleving zijn sancties verbonden. Er is een controlerende instantie ingericht die hierop toeziet.
Ken je rechten
De vereniging moet je op de hoogte brengen van de inhoud van het Doopdecreet. Ben je van mening dat een bepaald aspect van de doop in strijd is met het decreet, dan heb je het recht om contact op te nemen met de controlerende instantie.
Artikel 2 voorziet een recht op uittreding. Je kunt op eender welk moment beslissen om te stoppen met de doop. Wil je een bepaalde proef niet ondergaan, dan moet de vereniging je een alternatief aanbieden dat niet erger is dan de oorspronkelijke opdracht. De vereniging moet je vragen naar medische aandachtspunten en ze moet hiermee rekening houden tijdens de opdrachten.
De vereniging mag je geen toegang tot de doop ontzeggen omdat je naar de les gaat, want je hebt op grond van artikel 7 het recht om je lessen te volgen. Je moet op zijn minst de mogelijkheid krijgen om op gepaste wijze de onderwijsactiviteiten in te halen.
Je kunt op eender welk moment beslissen om te stoppen met de doop
Je hebt volgens artikel 6 recht op de vervulling van je basisbehoeften tijdens de duur van de activiteit. De doopmeesters zijn verantwoordelijk voor je fysieke en mentale gezondheid. Ze mogen je dus niet uitputten met een overvloed aan zware opdrachten. Je moet ook voldoende voedsel, water en nachtrust krijgen.
Sterke drank, bloed en slachtafval
De verantwoordelijken en de toezichthouders mogen tijdens de doop geen alcohol drinken. Ze mogen jou ook niet dwingen om dat te doen. Schachten dronken voeren mag niet het voornaamste doel van de opdrachten zijn. Vindt de doop buiten plaats, dan geldt een totaalverbod op alcohol. Voor sterke drank geldt, ongeacht de locatie, een nultolerantie.
De doopmeesters mogen geen slachtafval of bloed gebruiken tijdens de doop. Levende gewervelde dieren mogen niet betrokken worden. Levende niet-gewervelde dieren mogen daarentegen wel een rol spelen in de opdrachten, zolang ze niet gevaarlijk zijn. De vereniging mag je dus insecten en wormen voorschotelen, zolang ze kan bewijzen dat de producten aangekocht zijn in een voedingswinkel.
Artikel 11 verbiedt gevaarlijke producten voor consumptie. De schachtentemmers mogen je daarom onder geen enkel beding schadelijke chemische stoffen, risicohoudende combinaties van stoffen, rauwe eieren, rauw vlees en vervallen voedingsproducten aanbieden.
De vereniging moet volgens artikel 13 altijd respect tonen voor je psychische en fysieke integriteit. Het doopcomité mag eisen dat je je nederig opstelt, maar in geen enkel geval is het oké dat je individueel vernederd wordt op basis van je ras, gender, geaardheid of andere discriminatoire verschillen. De controlerende instantie voorziet vertrouwenscontacten bij wie je gedurende de hele doop terechtkan voor vragen en bij problemen.
Reactie toevoegen