UGent anno 2050: wat gebeurt er met jouw campus?

De UGent heeft grote plannen. Tegen 2050 wil ze haar plattegrond volledig hertekenen tot drie grote clusters. Wat zijn die clusters? Hoe zal onze universiteit er tegen 2050 uitzien?

Als je de pers, de stad, de UGent en jouw buurman moet geloven, zit Gent vol. Vol studenten, en het worden er enkel meer. De boodschap is duidelijk: het evenwicht tussen studenten en inwoners is zoek. Dat zorgt voor druk op de vastgoedmarkt, overlast, en buurten die vervreemden omdat hun studerende buren nooit aanwezig zijn in het weekend. Aan de universiteit zelf is het niet beter: studenten moeten tot vier keer per dag van campus wisselen, auditoria zijn te klein en aan studentenrestaurant de Brug staat 's middags een rij waarbij de opening van een nieuwe Primark bij verbleekt.

Wat met dat prachtige gebouw van Campus Coupure? Wat gaat de UGent met campus Dunant of Mercator aanvangen?

De slimme jongens en meisjes van UGent hebben gelukkig een oplossing: de plattegrond van UGent tegen 2050 hertekenen. Van een allegaartje aan verschillende campussen wil de universiteit drie clusters maken. Eén in het centrum met de faculteiten Recht en Criminologie, Politieke en Sociale Wetenschappen en Letteren en Wijsbegeerte. Een middencluster iets verder uit het centrum, met de faculteiten Wetenschappen, Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen, Farmaceutische Wetenschappen en Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. En als laatste, ver weg van de beschaving (Zwijnaarde), vinden we de zuidcluster, waar de faculteiten Ingenieurswetenschappen en Architectuur, Economie en Bedrijfskunde, Bio-ingenieurswetenschappen en de faculteit Diergeneeskunde zullen huizen.

U knippert misschien even met de ogen. Wat met dat prachtige gebouw van campus Coupure? Wat gaat de UGent met Campus Dunant of Mercator aanvangen? Zij zullen de deuren sluiten. Sommige gebouwen zullen verhuurd worden, anderen verkocht.

Het toverwoord van deze clusters is synergie. Verwante campussen en faculteiten moeten ervoor zorgen dat meer faciliteiten gedeeld kunnen worden. De voordelen zijn duidelijk: niet meer drie keer per dag de Blandijn opfietsen, efficiënter lokalengebruik en meer ruimte in de binnenstad voor zaken die niets met de universiteit te maken hebben.

Toch laat dit plan velen ook met een wrang gevoel achter. Want is dit clusterplan geen andere naam voor het buitenkeilen van de universiteit uit de stad? Is de UGent wel nog echt de universiteit van Gent wanneer meer dan de helft van de studenten nooit binnen de stadsring moet zijn? Is de sterkte van UGent niet net de verwevenheid van student met stad?

Daarnaast is er de vraag over hoe de infrastructuur van de clusters aangepast kan worden aan haar nieuwe functie. Het jaar 2050 lijkt misschien nog ver, maar in termen van infrastructuur is dat niet extreem veel tijd. Zo liggen Campus UZ en Sterre wel erg ver van elkaar om van één cluster te spreken en wordt de Zuidcluster momenteel doorkruist door de E17. Vooral Ardoyen lijkt vandaag problematisch als cluster. Buiten het feit dat de campus vandaag weinig meer dan een veld is, zijn er nauwelijks verbindingen met de rest van de stad. De UGent ijvert dan wel voor een tramverbinding, maar het verleden leert ons dat nieuwe tramsporen in Gent maar moeilijk gelegd worden. De problemen die het clusterplan wil oplossen zijn duidelijk. De praktische haalbaarheid en wenselijkheid zullen echter pas duidelijk worden wanneer de UGent met concretere plannen komt.

Nog geen stemmen

Reactie toevoegen