De sugardaddy van de UGent

Onderfinanciering hoger onderwijs

Op 11 oktober stonden betogers in Brussel op de barricaden om de chronische onderfinanciering van het hoger onderwijs vanuit de Vlaamse Overheid aan te klagen. Maar hoe zit die financiering eigenlijk in elkaar en waar wringt het schoentje?

Onze universiteit is een grote machine die elke dag draait om ervoor te zorgen dat studenten klaargestoomd raken voor de echte wereld. Zo'n machine heeft een gigantische omzet nodig om dat alles klaar te spelen. De grootste geldschieter van het hoger onderwijs is uiteraard de Vlaamse Overheid. Het financieringsdecreet van 2008 legt vast hoe dat werkt. Er is eigenlijk één enveloppe die de overheid op basis van een aantal onderwijs- en onderzoeksparameters, zoals aantal opgenomen en verworven studiepunten en het aantal doctoraten over een bepaalde periode, verdeelt over de universiteiten en de hogescholen.

Een klikkend enveloppetje

Welke instelling hoeveel krijgt, wordt elk jaar herbekeken, maar het bedrag in de enveloppe blijft min of meer hetzelfde. Het financieringsdecreet voorziet echter een paar factoren die een invloed hebben op de omvang van het bedrag in de enveloppe. Ten eerste is er het klikmechanisme. Als het aantal studenten in alle universiteiten of in alle hogescholen samen over een bepaald tijdvenster met minstens 2% stijgt, dan stijgt het bedrag in de enveloppe ook met 2%.

Ten tweede is er de indexering. Net zoals prijzen in de supermarkt en de huurprijs van je kot is ook de onderwijsenveloppe onderhevig aan de deining van de economie. Indexering betekent eigenlijk gewoon dat het bedrag aangepast wordt wanneer er sprake is van inflatie, zodat het bedrag nog steeds dezelfde koopkracht vertegenwoordigt ondanks het feit dat de munt in waarde gedaald is. Ten derde zijn er de groeipaden die extra financiering bieden voor zaken zoals nieuwe academische opleidingen.

349,5 miljoen of meer?

De mechanismes verankerd in het financieringsdecreet worden grotendeels toegepast, maar in de ruimte tussen grotendeels en volledig zitten toch nog heel wat euro's vast. De Vlaamse Overheid sprong in het verleden nogal losjes om met het toepassen van de kliks en betaalt bepaalde groeipaden niet of onvolledig uit. Ook de indexering laat te wensen over, aangezien die slechts voor 80% is doorgevoerd.

Stephanie Lenoir, woordvoerster van de UGent, laat weten dat de universiteiten en hogescholen in 2022 samen 349,5 miljoen euro minder basisfinanciering kregen dan ze hadden moeten ontvangen als de Vlaamse Regering haar decretale verplichtingen correct had uitgevoerd sinds 2008. Voor de universiteiten alleen betekent dit dat in de afgelopen tien jaar de financiering per student daalde van 8.315 euro naar 7.777 euro.

"In de methode van de VLIR wordt geen rekening gehouden met de impliciete besparingen" -Tim Joosen (ACOD)

Afhankelijk van aan wie je het vraagt loopt de teller nog meer op. ACOD Onderwijs, de onderwijsvakbond, spreekt van een gat dat jaarlijks 667 miljoen euro bedraagt. ACOD-vakbondsman Tim Joosen wijt deze discrepantie in de cijfers aan een verschil in de berekeningsmethode. UGent haalt haar cijfers bij de VLIR, (Vlaamse Interuniversitaire Raad, red.) die keek naar alle expliciete besparingsmaatregelen die de Vlaamse regering genomen heeft in het hoger onderwijs sinds de invoering van het financieringsdecreet.

"In de methode van de VLIR wordt geen rekening gehouden met de impliciete besparingen", aldus Joosen. Hij geeft als voorbeeld het klikmechanisme, waarbij het bedrag in de enveloppe met 2% stijgt als de studentenpopulatie met 2% stijgt. Elke stijging boven die 2% wordt doorgeschoven naar volgende jaren, wat dus betekent dat de Vlaamse overheid eigenlijk 6 à 7 kliks achterloopt. "De VLIR houdt echter enkel rekening met de kliks die de Vlaamse regering expliciet heeft geschrapt."

Een portefeuille van 7,5 kiloton

De universiteit heeft een jaarlijkse omzet van 1 miljard euro. Een grote helft van het zakgeld van onze alma mater wordt beschouwd als de centrale begroting. Hiervan wordt ongeveer 70% in haar loonkosten geïnvesteerd, want haar personeel verdient natuurlijk een centje voordat ze ontslagen worden tegen 2027. Ongeveer 20% steekt ze in haar werkingsmiddelen en ongeveer 10% in haar infrastructuur. Want we willen niet dat het nog eens binnenregent in de auditoria van campus Dunant tijdens de examens. De kleine overige helft van dat miljard omzet wordt verder in investeringen in infrastructuur, studentenvoorzieningen en onderzoeksprojecten gestoken.

We willen niet dat het nog eens binnenregent in de auditoria van campus Dunant tijdens de examens

Dit lijkt misschien een gewichtige portefeuille van 7,5 kiloton in euromunten, maar door de – tromgeroffel – inflatie heeft de raad van bestuur ervoor gekozen om een pakket aan maatregelen op de centrale begroting door te voeren. Dit zou zich vertalen in één derde inspanningen om meer inkomsten te verkrijgen en twee derde inspanningen om uitgaven te beperken. Een verscherpte focus op de kerntaken van de universiteit, onderwijs, onderzoek en dienstverlening, is hiervoor de leidraad.

Geen formele reactie

Er kwam geen formele reactie op de betoging van 11 oktober, symbolisch de laatste dag waarop hogescholen en universiteiten betaald kregen. Wel wordt er verwacht dat de beleidsmakers braaf naar stemmen uit het onderwijs hebben geluisterd en er rekening mee houden wanneer er na de verkiezingen in 2024 een nieuw regeerakkoord wordt gesloten.

Bovendien waren er enkele extra middelen voor het hoger onderwijs voorzien in de jaarlijkse septemberverklaring van de minister-president Jan Jambon, al komen die niet tegemoet aan de inkomsten die het hoger onderwijs zou hebben bij de correcte naleving en toepassing van het bestaande financieringsdecreet. Enkele van de extra's zijn: jaarlijks 20 miljoen euro erbovenop voor de universiteiten, jaarlijks 10 miljoen euro erbij voor de opleidingen van artsen en tandartsen, jaarlijks 15 miljoen euro extra voor de versterking van de lerarenopleidingen (waarna iedereen toch bij een verzekeringsmaatschappij gaat werken) en jaarlijks 6 miljoen extra voor de studentenvoorzieningen. In totaal komt er dus elk jaar nog 51 miljoen euro vrij voor de hogeronderwijsinstellingen.

0
Gemiddeld: 4 (1 stem)

Reactie toevoegen