Textiel en sciencefiction. Het is misschien een ietwat ongewone combo, maar het is de dagdagelijkse realiteit voor professor Lieva Van Langenhove. In het centrum textiel- en ingenieurswetenschappen werkt ze aan de ontwikkeling van slim textiel.
Ze loopt rond met een tas met sensoren die begint te flikkeren wanneer ze wordt gebeld. Het is een toepassing van de technologie waarvan zij mee aan de wieg stond: slim textiel. Dat zijn geweven stoffen die veranderingen in de omgeving kunnen waarnemen en erop kunnen reageren.
Fashion, but make it smart
"Als je op een tapijt loopt en je hebt een deurklink vast, kan je een schokje krijgen. Om dit te vermijden wordt er roestvrij staal in verwerkt. Dat wordt dan geen slim, maar functioneel textiel genoemd. Het wordt slim als we er bijvoorbeeld een systeem aanhangen om geleidbaarheid te gebruiken om te verwarmen. Ook textiel dat de hartslag en ademhaling kan meten, noemen we slim."
Toch is de ontwikkeling van slim textiel niet altijd zonder gevaar. Professor Van Langenhove licht toe: "Stroom zoekt de weg van de kleinste weerstand. Dat is natuurlijk niet altijd zo duidelijk, want in textiel zitten veel vezels die met elkaar in contact staan. We willen de weg van de stroom zo goed mogelijk in kaart brengen, zodat niet alle stroom langs één kant loopt. Als dit gebeurt, kan het textiel immers in brand vliegen. Dat is ook effectief voorgevallen de eerste keer dat we onze technologie getest hebben."
"Er is heel veel greenwashing"
"Op vlak van duurzaamheid zijn er ook wel wat problemen. Het is immers niet evident om slim textiel te recycleren. Er is echter ook goed nieuws. Verwarmend textiel kan zorgen voor duurzaam energieverbruik. Als je in een ruimte zit met veel mensen, wilt de ene de verwarming al graag wat hoger dan de andere. Als je mensen kledij geeft waarbij ze zelf de temperatuur kunnen aangeven, dan heb je enerzijds meer individueel comfort, maar anderzijds kan je ook de temperatuur in de ruimte laten zakken zonder dat mensen daar negatieve gevolgen door ervaren."
De vraag rijst dan natuurlijk of we slim textiel binnenkort in de winkelrekken zullen vinden. "In de sport is er een grote markt. Polar en Adidas hebben al een systeem dat hiervan gebruikmaakt: MyCoach. Dat zijn ingebreide elektrodes om de hartslag te volgen bij het sporten. Er zijn ook veel technische toepassingen. Het kan ingezet worden bij politie, brandweer of het leger. De medische markt heeft eveneens zeer veel potentieel, maar het introduceren ervan is moeilijk vanwege de klinische validatie."
De grote boze mode-industrie
Er wordt geschat dat de mode-industrie verantwoordelijk is voor een aanzienelijk deel van alle koolstofemissies ter wereld. De sector moet niet onderdoen voor de uitstoot van de internationale luchtvaart en zeescheepvaart. De kledingsector mag buiten technologische ontwikkelingen dus ook wat vooruitgang boeken op vlak van duurzaamheid. Professor Van Langenhove licht toe: "Veertig procent van de kledij wordt nooit verkocht. Dat is al een eerste grote bron van vervuiling. Ook de productiemethode doet ertoe en dan vooral de keuze van vezels. Het is geen sinecure om de meest ecologische vezel te kiezen. Ook de verwerking vereist veel water, energie en chemicaliën."
"Veertig procent van de kledij wordt nooit verkocht"
Er zijn echter ook oplossingen: "Qua vezels is hennep op dit moment het meest ecologisch, aangezien die heel weinig zorg vraagt bij het groeien. Men probeert ook oplossingen te vinden voor het energieverbruik. Nieuwe processen, zoals superkritisch CO2-verven, worden daarom ingezet om stoffen te verven en wassen. Ook weefmachines die werken op lucht en warmtewisselaars doen hun intrede. Om prototyping tot een minimum te beperken, wordt gewerkt met digitale technologieën. Aan de hand van wiskundige modellen wordt dan beschreven hoe een materiaal zich zou gedragen. Mass customization, waarbij men kledingstukken gaat maken op vraag van de klant, leidt ook tot veel minder afval."
Tijd voor een mentaliteitsverandering
Maar greenwashing blijft natuurlijk een groot probleem in de fast fashion industry. "Men doet soms kleine inspanningen om duurzamer te worden, maar eigenlijk blijven structurele hervormingen uit. Er is echt een mentaliteitsverandering nodig. We merken wel dat jongeren veel meer met duurzaamheid bezig zijn dan oudere generaties. Maar voor wie een beperkt budget heeft, is duurzaamheid vaak geen evidentie. We moeten er begrip voor hebben dat ook zij graag eens gaan shoppen en dus aangewezen zijn op de prijsbrekers. Het is aan de overheid om ervoor te zorgen dat alle winkels aan minimale criteria voldoen."
Een mentaliteitsverandering is dus broodnodig om tot een duurzame mode-industrie te komen. "De grote drijfveren zijn ofwel de klanten, ofwel de wetgeving. De Belgische bedrijven zijn al heel gewend aan specificaties. Ze moeten daaraan voldoen, want anders mogen ze niet verkopen. De stap naar een duurzaamheidslabel is dus niet zo groot en vrij verteerbaar. De labels voor duurzaamheid zijn er wel nog niet echt, aangezien er heel veel vormen van duurzaamheid bestaan. Bedrijven moeten dan aan te veel verschillende labels voldoen. Niemand zit daarop te wachten. Het wordt niet alleen duurder maar ook moeilijker, zowel voor de producent als voor de klant."
Reactie toevoegen