Het eerste semester is alweer achter de rug en in ieders mailbox staat een berichtje van OASIS te wachten. Het vakfeedbackseizoen is gestart. Wat houdt dit in, en waarom is elk seizoen minder succesvol?
De participatiecijfers voor vakfeedback kennen een dalende trend. Er zijn echter grote verschillen tussen de faculteiten: de slechtste leerling van de klas is duidelijk de faculteit Economie en Bedrijfskunde. Participatie schommelt er rond de 30 %. De FEB wordt gevolgd door de faculteit Rechten en Criminologie. Is dit eigenlijk een verrassing? Het past verbazend goed in de clichés die heersen rond de faculteiten. Zijn studenten aan de FEB nu eenmaal weinig begaan met het verbeteren van het onderwijs van hun opvolgers? Bij gebrek aan andere verklaringen lijkt deze conclusie vrij aannemelijk. Sterk contrasterende cijfers worden aangeleverd door de faculteit Bio-Ingenieurswetenschappen: daar vult maar liefst 70 % de feedbackenquêtes in!
Vroeger was het allemaal beter!
Tijdens de academiejaren 2017-2018 en 2018-2019 werd de verplichte invulling van vakfeedback afgedwongen door toegang tot Minerva te weigeren bij niet-deelname. Dat systeem werkte wonderlijk goed, met responspercentages rond 90 %. Aangezien Minerva ondertussen vervangen is door Ufora, dat op een ander platform werkt, is dergelijke afdreiging niet meer mogelijk.
Vakfeedback wordt door meer personen dan enkel de prof ingekeken
Het valt ook niet volledig uit te sluiten dat de studenten in academiejaar 2020-2021 een degout hebben opgelopen ten aanzien van vakfeedback, doordat toen élk vak bevraagd werd. In normale tijden wordt immers slechts een derde van de vakken bevraagd, want alle vakken moeten minstens om de drie jaar bevraagd worden.
De waarde van vakfeedback wordt onderschat
Het is belangrijk om te weten dat meer personen dan enkel de prof de vakfeedback inkijken. Zelfs een aantal studenten wordt betrokken bij de verwerking van de resultaten. Wanneer er duidelijke werkpunten zijn, moeten lesgevers bovendien een actieplan opstellen, hetwelk zichtbaar is voor de onderwijsdirecteur, de voorzitter van de opleidingscommissie en de vakgroepvoorzitter. Dat actieplan hoeft niet uitgebreid te zijn: soms gaat het gewoon om het schrappen van een taak of opdracht omdat die door een groot deel studenten als te zwaar wordt bevonden.
Wanneer een vak niet expliciet genoeg de nadruk legt op duurzaamheid, kan de vermelding hiervan in de vakfeedback ertoe leiden dat hieraan geremedieerd wordt. Wordt de studiefiche niet nageleefd, wordt voorkennis verwacht terwijl die er niet is? Dit zijn allemaal zaken die vlot kunnen opgelost worden wanneer ze vermeld worden in de vakfeedback.
Gebrek aan reclame?
Het zou natuurlijk erg handig zijn als de lesgevers zelf de nadruk legden op het belang van vakfeedback. Zij weten immers al te goed wat met de resultaten van die bevraging gebeurt. Niet alleen door de studenten aan te raden om deel te nemen, maar ook door te vertellen waar het vak vroeger tekortschoot en hoe dat is aangepakt, zouden ze het invullen van vakfeedback aantrekkelijker kunnen maken. Dit artikel maakt de enquêtes invullen uiteraard nog aantrekkelijker, dus waarom zit je dit nog te lezen? Wees een flinke student en haast je naar OASIS!
Reactie toevoegen