The hero, the legend: Koen Crucke

Meneer Spaghetti, een jeugdicoon, een operazanger en sinds kort een zeventigjarige. Maar wat is Koen Crucke nu echt?

Hoe zou je jezelf omschrijven?  

Ik ben een artiest. Er valt moeilijk een stempel op mij te plakken. Ik heb opera en chanson gezongen over heel de wereld: van Antwerpen tot New York. Ik heb in kinderprogramma's meegespeeld, radio gepresenteerd, televisie gemaakt en films gedraaid. Mensen kunnen me moeilijk in een hokje duwen, soms weten ze zelfs niet dat ik zing. Willy Sommers is een populaire zanger, Pavarotti was een operazanger. Maar wat is Koen Crucke?

Wie of wat heeft u geïnspireerd in uw carrière?  

Ik ben in het vak gestapt om chansons te zingen. Ik wou de mannelijke Edith Piaf worden. Dat zat in mijn hoofd als kind. Ik zou naar Parijs gaan en ik zou daar ontdekt worden. Ik zou daar een arm leven leiden zoals zij. Ik was ook altijd in het zwart gekleed, net als haar. Ik had zelfs al een artiestennaam in mijn hoofd.

Jongeren droegen mij op handen en riepen naar mij op straat: "my legend, my hero"

Ik heet eigenlijk Koenraad Désiré Arthur Crucke. Désiré Arthur leek mij een schitterende artiestennaam, een beetje zoals Claude François, maar dan anders. Uiteindelijk is het Koen Crucke gebleven (lacht). Nu is het nog steeds als ik chansons zing, alsof ik mijn jongensdroom beleef.

U heeft overal ter wereld gespeeld. Hoe ervaart u het om voor projecten te moeten verhuizen? 

Wij zijn Bohemers, hé. Ik zou kunnen wonen in een woonwagen en daar heel de wereld mee rondtrekken. Ik hou ook niet van materiële dingen, ik moet geen groot huis hebben met een zwembad. Wij zijn weinig thuis en wanneer we dan thuis zijn, voelen we ons ook thuis, maar bij mij hoeft dan geen grote luxe te zijn. Ik ben content met dat wat ik heb.

Hoe hebt u de sector zien veranderen? 

Er is heel veel veranderd. Kijk bijvoorbeeld naar het Eurovisiesongfestival. Dat moet vandaag altijd met veel lasers en effecten zijn, rook en dansers. Alles moet continu bewegen. Het oude vak, daar in een spot staan zoals Piaf of Brel, dat is gedaan. Tegenwoordig moet het vluchtig zijn en vooral vooruit gaan, maar ik heb het gevoel dat men steeds meer terugkeert naar inhoud. Alles komt ooit wel eens terug. Dat is de evolutie van het vak. 

 Hoe gaat u als artiest om met al die veranderingen in het vak?

Ik ga er heel goed mee om. Ik zou ook niet elke dag 'Samson' kunnen doen, of alle dagen chanson zingen. Ik heb graag variatie in mijn vak. Dat is wat het ook boeiend houdt, dat ik het na zeventig jaar nog steeds met heel veel plezier en goesting doe. Ik pas mij ook snel aan nieuwe dingen aan. Zo ben ik nu bijvoorbeeld bezig met een project met twee jonge dj's, discobar Joossens. Ik ben met hen naar Andorra geweest en daar heb ik voor 1500 jonge mensen van 18, 19, 20 jaar opgetreden. En die droegen mij op handen. Die riepen naar mij op straat: "my legend, my hero". Ik dacht bij mezelf: wat hoor ik hier nu allemaal? Maar dat is wat ze denken. Ik ben hun jeugdidool. Het is weer iets nieuws dat ik nog niet gedaan had, dat ik weer aandurf om te doen. Ik ben daar ook niet zo bang van. Mijn man had meer schrik dan ik, denkende 'wat gaat dat daar zijn?' Maar die hebben mij graag.

Is zo'n show niet fysiek heel zwaar? 

Ik doe het toch maar en ik amuseer mij ermee. Ik ben het altijd blijven doen als mijn hobby, als mijn passie. Zolang ik het ook zo kan blijven doen, wil ik er nog niet mee stoppen. Het moment dat ik begin te zeggen 'ik moét dat nu gaan doen', dan stop ik.

Als je een opera van Wagner gezongen hebt die drie uur duurt, dan heb je een week op de dokken gewerkt

Ik heb bijvoorbeeld ook nooit gezegd dat ik ga gaan werken. Uiteraard is het dat wel, je staat daar anderhalf uur op de planken. Ik zeg altijd: als je een opera van Wagner gezongen hebt die drie uur duurt, dan heb je een week op de dokken gewerkt ... Ik ga ook fitnessen. Drie keer in de week! Cardio, hé, om actief te zijn en te blijven. Dat helpt mij dan ook op het podium.

Welk levensadvies zou je aan jonge mensen geven? 

Leef. Nu. Amuseer u nu, want het is zo rap voorbij. Dus, pak het nu! Pak wat je kan pakken! Natuurlijk moet je studeren en uw leven en uw werk op orde houden – dat mag je niet vergeten – maar het is nu dat we leven, hoor. Ik begrijp dat jonge mensen willen uitgaan en willen feesten, na twee jaar binnen gezeten te hebben. 

Zijn er nog zaken waar je echt nog van droomt? 

Weinig hoor. Ik hoop dat ik mijn vak nog lang kan blijven doen. Charles Aznavour was er 94 toen hij stierf. Hij deed voordien nog tournees en nam nog nieuwe platen op. Hij is dan in de namiddag eens gaan slapen omdat hij zich moe voelde en hij is niet meer wakker geworden. De schoonste dood voor een artiest. Indien het zingen niet meer zou gaan, kan ik nog steeds blijven acteren. Maar dromen over dingen ... Ik heb het allemaal een beetje gehad, eigenlijk. Alles waar ik van droomde, heb ik mogen doen!

Ik had kunnen dromen over een grote internationale carrière, maar dat wou ik niet. Ik wou hier niet volledig weg. Had ik mij volledig kunnen begraven in Duitsland of Oostenrijk of Zwitserland? Ja, maar zou ik daar gelukkig geweest zijn? Dat denk ik niet. 

Of in Frankrijk, in Parijs … 

Daar zou ik over nagedacht hebben! (lacht). Mocht ik ooit de kans gekregen hebben om de mannelijke Edith Piaf te worden, dan zou ik die zeker gegrepen hebben. Maar zo is het niet gegaan. Je kan ook niets dwingen. Het komt of het komt niet. Je kan ernaar verlangen, er goesting in hebben, maar als het niet komt, dan komt het niet. Il faut prendre la vie comme elle est.

0
Gemiddeld: 5 (2 stemmen)

Reactie toevoegen